Leerjaar 4 Economie hst 3 Quizzz

Quizzzz
Hst 3 We gaan voor winst
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Quizzzz
Hst 3 We gaan voor winst

Slide 1 - Diapositive

Bij welke productiefactor horen
de machines en de werkplaats?

A
arbeid
B
natuur
C
kapitaal

Slide 2 - Quiz

In de auto industrie werken ze veel met robots. Hier is sprake van?
A
automatisering
B
mechanisering

Slide 3 - Quiz

De firma List en Bedrog BV heeft in de maand mei 2500 artikelen verkocht. De gemiddelde verkoopprijs van de artikel is € 12,50. Wat is de omzet van de maand mei.
A
€30.000
B
€ 32.000
C
€ 35.000
D
€ 31.250

Slide 4 - Quiz

In welke regel staan alleen maar bedrijfskosten?
A
huur, btw en verzekeringen
B
btw, energiekosten en lonen
C
huur, loon en reclamekosten
D
inkoopwaarde, lonen en verzekeringen

Slide 5 - Quiz

De firma List en Bedrog BV heeft in de maand mei 2500 artikelen verkocht. De gemiddelde verkoopprijs van de artikel is € 12,50. De gem. inkoopprijs is € 7,50. Wat is de bruto winst van de maand mei.
A
€ 7.500
B
€ 10.00
C
€ 12.500
D
€ 15.000

Slide 6 - Quiz

De firma List en Bedrog BV heeft in de maand mei 2500 artikelen verkocht. De gemiddelde verkoopprijs van de artikel is € 12,50. De gem. inkoopprijs is € 7,50. Daarnaast betaald List en bedrog € 10.000 aan kosten. Wat is de netto winst van de maand Mei
A
-€ 2500
B
€ 2.500
C
€ o
D
€ 5000

Slide 7 - Quiz

Een ander woord voor afzet =
A
omzet
B
verkoopprijs
C
aantal verkochte artikelen
D
inkoopwaarde

Slide 8 - Quiz

Herr BV heeft een goede maand Juni gehad. De volgende gegevens zijn bekend; omzet = € 45.000, De inkoopwaarde van de omzet bedroeg € 25.000 en de bedrijfskosten waren € 15.000. Wat is de bruto winst?
A
€ 20.000
B
€ 5.000
C
€ 30.00
D
€ 10.000

Slide 9 - Quiz

De inkoopprijs van een I phone is € 300. De brutowinstmarge is 400%. Bereken de verkoopprijs
A
€ 400
B
€ 700
C
€ 1200
D
€ 1500

Slide 10 - Quiz

De kostprijs van een spijkerbroek is
€ 15. De verkoopprijs van een spijkerbroek is € 50. Bereken de kostprijs in procenten van de verkoopprijs.
A
10%
B
20%
C
30%
D
50%

Slide 11 - Quiz

Coen koopt voor € 2,99 een doosje frambozen (inc 6% btw). Wat is de verkoopprijs exclusief btw
A
2,47
B
3,17
C
2,82
D
3,62

Slide 12 - Quiz

Yoshua koop een nieuwe scooter voor € 2460. Dit is de verkoopprijs excl btw. Hoeveel is de consumentenprijs
A
€ 2607,60
B
€ 2976,60
C
€ 2320,75
D
€ 2033,06

Slide 13 - Quiz

In een G star fabriek worden per week 16.000 overhemden geproduceerd. De fabriek heeft 40 werknemers en produceert 5 dagen per week.
Bereken de arbeidsproductiviteit per dag
A
80
B
400
C
8
D
100

Slide 14 - Quiz

De verkoopprijs van een spijkerbroek is € 75. De btw is 21%.
Bereken de consumentenprijs.

Slide 15 - Question ouverte

Voor een kistje aardbeien betaalt de consument in de winkel € 85 inclusief 9% btw.
De verkoopprijs exclusief btw is

Slide 16 - Question ouverte

Arbeidsproductiviteit kun je op verschillende manieren verhogen welke hoort daar niet bij
A
technologische ontwikkelingen
B
taakverdeling
C
scholing
D
langere werkdagen

Slide 17 - Quiz