H2 Wat voor consument ben jij? 2.2 Waar heb je recht op? (Pincode editie 7) deel 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Welkom bij €conomie

Hoofdstuk 2: Wat voor consument ben jij?

2.1 Kijk en vergelijk! deel 2

Wat gaan we vandaag doen?

           

• Herhalen Theorie 2.1 Kijk en vergelijk! 
• Theorie 2.2 Waar heb je recht op?
  
• Zelfstandig aan de slag

Herhalen 2.2 deel 1

Leerdoelen:

Je kunt nu:

• uitleggen dat je als consument bepaalde rechten hebt √
• benoemen welke wetten je beschermen tegen onveilige producten √
  

2.2 Waar heb je recht op? Deel 2

Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kun je

• benoemen welke wetten je een bedenktijd geven bij bepaalde aankopen
  
• benoemen waar je als consument je recht kunt halen
  
• uitleggen hoe je als consument samen sterker staat

Zelfstandig aan het werk 

Opdracht: 

Maak nu zelfstandig opgave 7 t/m 12 op blz 46 en 47. Je mag overleggen. Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!

Hulp nodig? In deze volgorde: 

1. Boek

2. Klasgenoot

3. Docent

(de eerste 2 minuten help ik niet)

Je krijgt 15 minuten de tijd

Klaar? 

Lees de blauwe stukjes nog eens door. Maak de herhalings-opgaven. Oefen met de flashcards.

Daarna help je een klasgenoot.

Sponsopdracht: 1b en c

Opgave 7 blz 46:

a Kies hieronder de juiste woorden.
Bij een aankoop via een webshop heb je te maken met de Colportagewet /
Wet koop op afstand.

1. Colportagewet
2. Wet koop op afstand

Opgave 7 blz 46:

a Kies hieronder de juiste woorden.
De bedenktijd van deze webshop is wel / niet lang genoeg.

1. wel
2. niet

Opgave 7 blz 46:

b Noem een voorbeeld van een product dat op maat is gemaakt.

Opgave 8 blz 46:

In de cartoon verkoopt iemand ‘Bel-niet-aan’-stickers
voor € 2,95. Is de Colportagewet hier van toepassing?

1. Ja, het gaat om een aankoop van goederen of diensten.
2. Ja, want het gaat om een verkoop aan huis.
3. Nee, de sticker is juist bedoeld om verkoop aan de deur tegen te gaan.
4. Nee, de aankoop moet € 50 of meer zijn.

Opgave 9 blz 46:

De NVWA controleert of voedsel en bijvoorbeeld speelgoed veilig is.
Met welke wet heeft de NVWA vooral te maken? Kies het juiste antwoord.

1. Colportagewet
2. Warenwet
3. Wet koop op afstand
4. Wet productaansprakelijkheid

Opgave 10 blz 47:

Kies in onderstaande zinnen de juiste woorden.
Kies uit: ACM / Consumentenbond

De................. kan boetes uitdelen.

1. ACM
2. Consumentenbond

Opgave 10 blz 47:

Kies in onderstaande zinnen de juiste woorden.
Kies uit: ACM / Consumentenbond

De ....................... niet.

1. ACM
2. Consumentenbond

Opgave 10 blz 47:

Kies in onderstaande zinnen de juiste woorden.
Kies uit: ACM / Consumentenbond

De ....................... test verschillende producten.

1. ACM
2. Consumentenbond

Opgave 10 blz 47:

Kies in onderstaande zinnen de juiste woorden.
Kies uit: ACM / Consumentenbond

De ................ niet.

1. ACM
2. Consumentenbond

Opgave 11 blz 47:

Kies hieronder steeds de juiste woorden.

Deze actie is een voorbeeld van consumer / producer power.

1. consumer
2. producer

Opgave 11 blz 47:

Kies hieronder steeds de juiste woorden.

Als veel consumenten / fabrikanten deze actie steunen,

1. consumenten
2. fabrikanten

Opgave 11 blz 47:

Kies hieronder steeds de juiste woorden.

worden consumenten / fabrikanten gedwongen

1. consumenten
2. fabrikanten

Opgave 11 blz 47:

Kies hieronder steeds de juiste woorden.

om meer / minder zoetmakers in hun producten te stoppen.

1. meer
2. minder

Opgave 12 blz 47:
Wat kan een gevolg zijn voor de fabrikant of winkelier als zij geen rekening
houden met de wensen van de consument? Leg je antwoord uit.

Afsluiten 2.2

Leerdoelen:

Je kunt nu:

• benoemen welke wetten je een bedenktijd geven bij bepaalde aankopen √
• benoemen waar je als consument je recht kunt halen √
• uitleggen hoe je als consument samen sterker staat √