Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Blok 7 oefenen voor de toets
Blok 7 herhaling
Spelling
1 / 18
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spelling
Basisschool
Groep 6
Cette leçon contient
18 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Blok 7 herhaling
Spelling
Slide 1 - Diapositive
Welk woord is een Chefwoord?
A
Cola
B
Cadeau
C
Chocola
D
Café
Slide 2 - Quiz
Welke categorie is dit?
"Garantie"
A
Politiewoord
B
Colawoord
C
Garagewoord
D
Hakwoord
Slide 3 - Quiz
Welke regel hoort er bij het "Theewoord"?
A
Ik hoor th, maar ik schrijf t
B
Ik hoor t, maar ik schrijf tj
C
ik hoor th, maar ik schrijf tj
D
Ik hoor t, maar ik schrijf th
Slide 4 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de zin:
Azra was vorige week jarig.
A
Azra
B
was
C
vorige
D
jarig
Slide 5 - Quiz
Wat is het onderwerp in de zin?
De oma van Gabriel heeft een kitten.
A
De oma
B
heeft
C
De oma van Gabriel
D
kitten
Slide 6 - Quiz
Wat is het onderwerp in de zin?
Op maandag voetbalden Baran en Amir op het schoolplein.
A
Maandag
B
schoolplein
C
Baran
D
Baran en Amir
Slide 7 - Quiz
Wat is de persoonsvorm in de zin?
Hanna heeft erg goed voor de topotoets geleerd.
A
Hanna
B
geleerd
C
heeft
D
goed
Slide 8 - Quiz
Wat is het lidwoord in de zin?
Zhia mag een team hoger gaan voetballen.
A
Zhia
B
mag
C
hoger
D
een
Slide 9 - Quiz
In welke tijd staat deze zin?
Ismail heeft gisteren het meest gehackt.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd
Slide 10 - Quiz
Wat is het telwoord in deze zin?
Jaidelynn heeft gisteren achter keer de handstand gedaan.
A
keer
B
acht
C
Jaidelynn
D
heeft
Slide 11 - Quiz
Wat is het rangtelwoord in de zin?
Emiliano is tweede geworden tijdens het voetbaltoernooi
A
Voetbaltoernooi
B
is
C
tweede
D
Emiliano
Slide 12 - Quiz
Wat is het voorzetsel in de zin?
Gideon zit bij Imran.
A
Zit
B
Gideon
C
bij
D
Imran
Slide 13 - Quiz
Wat is het voorzetsel in de zin?
Yonis gaat graag op vakantie naar een tropisch land.
A
gaat
B
op
C
vakantie
D
naar
Slide 14 - Quiz
Wat is het werkwoord in de zin?
Sahra kan erg goed tekenen.
A
Kan
B
Sahra
C
erg
D
tekenen
Slide 15 - Quiz
In welke tijd staat deze zin?
Najmeddin zat vorig jaar op een andere school.
A
Tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
Voltooide tijd
Slide 16 - Quiz
Wat is het voegwoord in deze zin?
Esther is heel erg gezellig, maar soms kletst ze wel veel..
A
Esther
B
gezellig
C
soms
D
maar
Slide 17 - Quiz
Dictee
Slide 18 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Blok 7 oefenen voor de toets
Mai 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 6
T2L9: Supertalenten
Février 2023
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
AK klimaten groep 7
Mars 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Aardrijkskunde
Basisschool
Groep 7
Voorbereiding toets HV1C
Décembre 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Secondary Education
Age 13
Herhalingsles week 13: onderwerp, persoonsvorm, ott en gezegde
Novembre 2023
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Secundair onderwijs
3 h Gesundheit DU4 L1
Octobre 2024
- Leçon avec
20 diapositives
Duits
Secondary Education
3 h Gesundheit DU3 L1
Octobre 2024
- Leçon avec
26 diapositives
Duits
Secondary Education
Onderwerp/ persoonsvorm
Février 2024
- Leçon avec
17 diapositives