Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
H4 Woordenschat tegenstelling
H4 Woordenschat
Een tegenstelling zoeken
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
30 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
H4 Woordenschat
Een tegenstelling zoeken
Slide 1 - Diapositive
4 woordraadstrategieën
Zoek een
synoniem
Zoek een
omschrijving of definitie
Zoek een
voorbeeld
Zoek een
tegenstelling
Slide 2 - Diapositive
1. een synoniem zoeken
synoniem = 2 woorden met dezelfde betekenis
In deze fabriek
produceren
ze badmode. Ze
maken
er bikini's, badjassen en zwembroeken
Slide 3 - Diapositive
2. omschrijving of definitie zoeken
De jonge profvoetballer
laat zijn zaken regelen door iemand anders
. Deze
manager
werkt ook voor andere voetballers
Slide 4 - Diapositive
3. een voorbeeld zoeken
Jongeren die iets hebben vernield, krijgen soms een
taakstraf,
zoals
papier prikken of onkruid weghalen
Slide 5 - Diapositive
4. een tegenstelling zoeken
Nieuwe games zijn soms
prijzig
, maar in de uitverkoop zijn ze
goedkoop
Slide 6 - Diapositive
H4 Woordenschat
Woorden die het tegenovergestelde van elkaar zijn, noem je “tegenstellingen”
Slide 7 - Diapositive
H4 Woordenschat
Woorden die het tegenovergestelde van elkaar zijn, noem je “tegenstellingen”
mooi – lelijk
vrolijk – bedroefd
prijzig - goedkoop
Je kunt de betekenis van dat woord raden door te kijken naar de tegenstelling.
Slide 8 - Diapositive
Aantekening H4 Woordenschat
Een tegenstelling herken je aan de volgende woorden:
maar
echter
toch
daarentegen
Slide 9 - Diapositive
Uitleg
Je krijgt een aantal zinnen te zien.
Eerst noteer je aan welk woord je kunt zien dat er een tegenstelling in de zin staat.
Daarna noteer je welke woorden het tegenovergestelde van elkaar zijn.
Slide 10 - Diapositive
Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zin?
Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat juist snel voorbij.
Slide 11 - Question ouverte
Welk woord is de tegenstelling van "traag"?
Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat juist snel voorbij.
Slide 12 - Question ouverte
Wat is de betekenis van het woord traag in de zin?
Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat juist snel voorbij.
Slide 13 - Question ouverte
Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zin?
Als je onder water duikt, moet je voordat je inademt toch eerst goed uitademen.
Slide 14 - Question ouverte
Welk woord is de tegenstelling van "inademt"?
Als je onder water duikt, moet je voordat je inademt toch eerst goed uitademen.
Slide 15 - Question ouverte
Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?
Je kunt maximaal negen punten halen. Je moet er echter minimaal acht hebben om naar het volgende level te gaan.
Slide 16 - Question ouverte
Welk woord is de tegenstelling van "maximaal"?
Je kunt maximaal negen punten halen. Je moet er echter minimaal tien hebben om naar het volgende level te gaan.
Slide 17 - Question ouverte
Wat betekent het woord "maximaal" in de zin?
Je kunt maximaal negen punten halen. Je moet er echter minimaal tien hebben om naar het volgende level te gaan.
Slide 18 - Question ouverte
Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?
De meisjestweeling kleedt zich identiek. Hun karakter is daarentegen erg verschillend.
Slide 19 - Question ouverte
Wat betekent het woord "identiek" in de zin?
De meisjestweeling kleedt zich identiek. Hun karakter is daarentegen erg verschillend.
Slide 20 - Question ouverte
Welk woord is de tegenstelling van "identiek"?
De meisjestweeling kleedt zich identiek. Hun karakter is daarentegen erg verschillend.
Slide 21 - Question ouverte
Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?
Ik wilde iets vergroten op het kopieerapparaat. Ik drukte echter op de knop van verkleinen.
Slide 22 - Question ouverte
Welk woord is de tegenstelling van "vergroten"?
Ik wilde iets vergroten op het kopieerapparaat. Ik drukte echter op de knop van verkleinen.
Slide 23 - Question ouverte
Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?
Er staat tijdelijk een verkeerslicht op de gevaarlijke kruising, maar de buurtbewoners willen er permanent een hebben.
Slide 24 - Question ouverte
Welk woord is de tegenstelling van "permanent"?
Er staat tijdelijk een verkeerslicht op de gevaarlijke kruising, maar de buurtbewoners willen er permanent een hebben.
Slide 25 - Question ouverte
Wat betekent het woord "permanent" in de zin?
Er staat tijdelijk een verkeerslicht op de gevaarlijke kruising, maar de buurtbewoners willen er permanent een hebben.
Slide 26 - Question ouverte
Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?
Mijn buurjongetje is echt niet sympathiek. Zijn vader is echter wel aardig.
Slide 27 - Question ouverte
Wat betekent "sympathiek"?
Mijn buurjongetje is echt niet sympathiek. Zijn vader is echter wel aardig.
Slide 28 - Question ouverte
Aan de slag!
H4 woordenschat blz.102/105
maak opdracht 1 t/m 7
Slide 29 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
B1 H4 Woordenschat tegenstelling
Juillet 2023
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
Woordenschat H4
Février 2022
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
Woordenschat h4 de tegenstelling
Septembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
B1 H4 Woordenschat tegenstelling
Mars 2022
- Leçon avec
31 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
Woordenschat H4 (herhaling tegenstelling) - klas 1a
Février 2021
- Leçon avec
44 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
week 10: H4 woordenschat (2e les)
Mars 2021
- Leçon avec
16 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
week 11: H5 woordenschat 1e les
Mars 2021
- Leçon avec
22 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
Woordenschat H4 opdracht 5 en 7
Novembre 2022
- Leçon avec
12 diapositives
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1