Woordenschat H4 (herhaling tegenstelling) - klas 1a

Woordenschat H4
Een tegenstelling zoeken
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat H4
Een tegenstelling zoeken

Slide 1 - Diapositive

Herhaling theorie
Als je een moeilijk woord tegenkomt in een tekst, dan pas je een woordraadstrategie toe.
Je kent deze woordraadstrategieën al:
  • Synoniem
  • Omschrijving/betekenis
  • Voorbeeld
  • Tegenstelling


Slide 2 - Diapositive

Herhaling theorie
Een tegenstelling herken je aan de volgende woorden:
  • maar
  • echter
  • toch
  • daarentegen

Slide 3 - Diapositive

Opdracht
Je krijgt een aantal zinnen te zien.
Noteer aan welk woord je kunt zien dat er een tegenstelling is.
Daarna noteer je welke woorden het tegenovergestelde van elkaar zijn.

Slide 4 - Diapositive

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zin?

Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat juist snel voorbij.

Slide 5 - Question ouverte

Welk woord is de tegenstelling van "traag"?

Op school gaat de tijd meestal traag, maar vrije tijd gaat juist snel voorbij.

Slide 6 - Question ouverte

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zin?

Als je onder water duikt, moet je voordat je inademt toch eerst goed uitademen.

Slide 7 - Question ouverte

Welk woord is de tegenstelling van "inademt" in deze zin?

Als je onder water duikt, moet je voordat je inademt toch eerst goed uitademen.

Slide 8 - Question ouverte

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?

Je kunt maximaal negen punten halen. Je moet er echter minimaal tien hebben om naar het volgende level te gaan.

Slide 9 - Question ouverte

Welk woord is de tegenstelling van "maximaal"?

Je kunt maximaal negen punten halen. Je moet er echter minimaal tien hebben om naar het volgende level te gaan.

Slide 10 - Question ouverte

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?

De meisjestweeling kleedt zich identiek. Hun karakter is daarentegen erg verschillend.

Slide 11 - Question ouverte

Welk woord is de tegenstelling van "identiek"?

De meisjestweeling kleedt zich identiek. Hun karakter is daarentegen erg verschillend.

Slide 12 - Question ouverte

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?

Ik wilde iets vergroten op het kopieerapparaat. Ik drukte echter op de knop van verkleinen.

Slide 13 - Question ouverte

Welk woord is de tegenstelling van "vergroten"?

Ik wilde iets vergroten op het kopieerapparaat. Ik drukte echter op de knop van verkleinen.

Slide 14 - Question ouverte

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?

Er staat tijdelijk een verkeerslicht op de gevaarlijke kruising, maar de buurtbewoners willen er permanent een hebben.

Slide 15 - Question ouverte

Welk woord is de tegenstelling van "tijdelijk"?

Er staat tijdelijk een verkeerslicht op de gevaarlijke kruising, maar de buurtbewoners willen er permanent een hebben.

Slide 16 - Question ouverte

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan in deze zinnen?

Mijn buurjongetje is echt niet sympathiek. Zijn vader is echter wel aardig.

Slide 17 - Question ouverte

Wat betekent "sympathiek"?

Mijn buurjongetje is echt niet sympathiek. Zijn vader is echter wel aardig.

Slide 18 - Question ouverte

Opdracht
Wat zijn de tegenstellingen van de gegeven woorden?
Tip: gebruik de puzzel

Slide 19 - Diapositive

Wat is de tegenstelling van verlies?

Slide 20 - Question ouverte

Wat is de tegenstelling van stilte?

Slide 21 - Question ouverte

Wat is de tegenstelling van ouderwets?

Slide 22 - Question ouverte

Opdracht
Welk signaalwoord geeft een tegenstelling aan?

Slide 23 - Diapositive

Evy houdt niet van buiten spelen, maar wel van binnen spelen.
Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.

Slide 24 - Question ouverte

Hoewel Fabian klusjes vervelend vindt, vindt hij dit klusje juist leuk.
Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.

Slide 25 - Question ouverte

Viv koopt meestal een klein ijsje, toch heeft ze nu een groot ijsje gekocht.
Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.

Slide 26 - Question ouverte

Sam slaapt graag op een harde matras, in het hotel had hij echter een zachte.
Noteer het signaalwoord voor tegenstelling.

Slide 27 - Question ouverte

Opdracht
Kies steeds het woord dat het beste in de zin past.

Slide 28 - Diapositive

Denk jij dat Nederland het WK voetbal wint? Het lijkt mij nogal
A
gering
B
ijverig
C
irrealistisch
D
prijzig

Slide 29 - Quiz

Niels is heel ...; hij neemt zijn leerboeken zelfs mee op vakantie.
A
complex
B
ijverig
C
mentaal
D
riant

Slide 30 - Quiz

Het kampvuur gaat door, hoewel het ... is vanwege de droogte.
A
internationaal
B
mentaal
C
prijzig
D
riskant

Slide 31 - Quiz

De gemeente wil een ... zoals een bloembak op de weg zetten, zodat auto’s daar minder snel rijden.
A
gevorderde
B
imago
C
obstakel
D
toename

Slide 32 - Quiz

... besloot Martina toch haar lange haar te laten afknippen voor een goed doel.
A
Bij hoog en laag
B
Door dik en dun
C
Na veel plussen en minnen
D
Vroeg of laat

Slide 33 - Quiz

Onze twee katten ...; ze zijn alsmaar aan het vechten.
A
gaan overstag
B
streven naar
C
twijfelen
D
zijn als water en vuur

Slide 34 - Quiz

Opdracht
Herhaling van synoniemen en tegenstellingen

Slide 35 - Diapositive

Bedenk een synoniem voor:
stelen

Slide 36 - Carte mentale

Bedenk een synoniem voor:
de melodie

Slide 37 - Carte mentale

Bedenk een synoniem voor:
klef

Slide 38 - Carte mentale

Bedenk een synoniem voor:
uitstekend

Slide 39 - Carte mentale

Wat is de tegenstelling van:
schoon?
A
fris
B
lekker
C
vies
D
rein

Slide 40 - Quiz

Wat is de tegenstelling van:
lelijk
A
mooi
B
slim
C
dom
D
aardig

Slide 41 - Quiz

Wat is de tegenstelling van:
snel
A
vlug
B
rap
C
gejaagd
D
sloom

Slide 42 - Quiz

Wat is de tegenstelling van:
opletten
A
concentreren
B
afdwalen
C
meedoen
D
aandachtig

Slide 43 - Quiz

Wat is de tegenstelling van:
netjes
A
keurig
B
mooi
C
fantastisch
D
slordig

Slide 44 - Quiz