3h - préparation CP1 - deel 2

Jeudi le 17 novembre
  • Ik kan de regels van à+bepaald lidwoord en de+bepaald lidwoord toepassen om aan te geven waar ik ben/naartoe ga en van wie/wat iets is (A2).

  • Ik ben voorbereid voor deel 2 van CP1 (voca F, Taaldorp, Jeanne d'Arc).

  • Ik kan een gesprek / tekst over vrije tijd begrijpen en de verleden tijd herkennen in dergelijke teksten (A2).
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Jeudi le 17 novembre
  • Ik kan de regels van à+bepaald lidwoord en de+bepaald lidwoord toepassen om aan te geven waar ik ben/naartoe ga en van wie/wat iets is (A2).

  • Ik ben voorbereid voor deel 2 van CP1 (voca F, Taaldorp, Jeanne d'Arc).

  • Ik kan een gesprek / tekst over vrije tijd begrijpen en de verleden tijd herkennen in dergelijke teksten (A2).

Slide 1 - Diapositive

Subdoel 2

Slide 2 - Diapositive

à + le/la/l'/les
à = in, naar, op, bij

Je vais au match de foot.               (le match      -->     à + le = au)
Je vais aux matchs de foot.          (les matchs  -->     à + les = aux)

Je vais à la cantine.
Je vais à l'école.

Slide 3 - Diapositive

de + le/la/l'/les
de= van

L'arbitre du match de foot.               (le match      -->  de + le = du)
L'arbitre des matchs de foot.          (les matchs  -->  de + les = des)

L'arbitre de la compétition.
L'arbitre de l'équipe.

Slide 4 - Diapositive

du / de la / de l' / des

Le stylo ____ prof.
Les stylo _____ profs.

La jupe _______ femme.
Le directeur _______ école.
au / à la / à l' / aux

Il va _____ prof.
Il va _______ profs.

Il va _____ directrice.
Il va _______ école.

Slide 5 - Diapositive

Kijk naar het woord achter de opening.
 
1. Mannelijk/vrouwelijk - Enkelvoud/meervoud?

2. Enkelvoud beginnend met klinker / stomme h?

Maak dan de juiste keuze!


Oefen dit in Bron D van chapitre 2.

Slide 6 - Diapositive

Je vais _______________ école cinq jours par semaine.
A
au
B
à la
C
aux
D
à l'

Slide 7 - Quiz

Je rentre _____________ maison à trois heures.
A
au
B
à la
C
aux
D
à l'

Slide 8 - Quiz

J’habite ______________ Pays-Bas, à Zaltbommel.
A
au
B
à la
C
aux
D
à l'

Slide 9 - Quiz

Je reste ______________ hôtel pendant quatre jours.
A
au
B
à la
C
aux
D
à l'

Slide 10 - Quiz

Je vais _______________ collège Cambium.
A
au
B
à la
C
aux
D
à l'

Slide 11 - Quiz

Qu’est-ce que vous pensez _________ musique néerlandaise?
A
du
B
de la
C
des
D
de l'

Slide 12 - Quiz

C’est le jean _________________ garçon.
A
du
B
de la
C
des
D
de l'

Slide 13 - Quiz

Je vais acheter __________________ tomates au marché.
A
du
B
de la
C
des
D
de l'

Slide 14 - Quiz

Préparation deel 2 van CP1
  • Voca F
  • Taaldorp: chez le journaliste t/m 20
  • Jeanne d'Arc


Niet mee oefenen voor het CP?
Maak bron A en B van chapitre 2, in stilte voor jezelf (subdoel 1).

Slide 15 - Diapositive

mannelijke woorden

Slide 16 - Carte mentale

bijvoeglijke naamwoorden

Slide 17 - Carte mentale

werkwoorden

Slide 18 - Carte mentale

getallen

Slide 19 - Carte mentale

un concours =

Slide 20 - Question ouverte

admirer =

Slide 21 - Question ouverte

mieux =

Slide 22 - Question ouverte

per jaar =

Slide 23 - Question ouverte

onmogelijk =

Slide 24 - Question ouverte

honderd =

Slide 25 - Question ouverte

Pak je Taaldorpboekje. Stel jezelf voor met behulp van zin 1 t/m 20.
Vertel je: naam, leeftijd, school, klas, broers/zussen, vakken die je leuk vindt.

Slide 26 - Question ouverte

Pak je Taaldorpboekje. Vertel welke dag in welk seizoen het vandaag is en wat voor weer het is.

Slide 27 - Question ouverte

Tu t'appelles comment ?

Slide 28 - Question ouverte

Comment tu vas à l'école ?

Slide 29 - Question ouverte

C'est quand, ton anniversaire ?

Slide 30 - Question ouverte

Quel temps fait-il ?

Slide 31 - Question ouverte

Jeanne d'Arc

Slide 32 - Carte mentale

Werk nu verder aan bron AB van chapitre 2.

Klaar? Doe voor jezelf de check!

Slide 33 - Diapositive

Évaluation 1: hoe bepaal je of je au/à la/à l'/aux // du/de l'/de la/des gebruikt?

Slide 34 - Question ouverte

Évaluation 2: hoe scoor je makkelijk punten bij de Taaldorpopdrachten op het CP?

Slide 35 - Question ouverte

Évaluation 3: welke uitdrukking hoort bij het praten over het weer in het FR?

Slide 36 - Question ouverte

Évaluation 4: wat maakt Jeanne d'Arc zo bijzonder voor Frankrijk?

Slide 37 - Question ouverte

Jeudi le 17 novembre
  • Ik kan de regels van à+bepaald lidwoord en de+bepaald lidwoord toepassen om aan te geven waar ik ben/naartoe ga en van wie/wat iets is (A2).

  • Ik ben voorbereid voor deel 2 van CP1 (voca F, Taaldorp, Jeanne d'Arc).

  • Ik kan een gesprek / tekst over vrije tijd begrijpen en de verleden tijd herkennen in dergelijke teksten (A2).

Slide 38 - Diapositive

Merci
et bonne chance !

Slide 39 - Diapositive