Buzzfeed Unsolved - Jack the Ripper

Jack the Ripper
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1-3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Jack the Ripper

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Who is Jack the Ripper?

Slide 2 - Question ouverte

The world's most notorious serial killer, Jack the Ripper
Where did Jack the Ripper live?
A
New York
B
Paris
C
London
D
Chicago

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

What century did Jack the Ripper live in?
A
20th
B
18th
C
19th
D
17th

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

What was the profession of his victims?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Today
  • Watching a documentary about Jack the Ripper
  • Answering questions during the documentary 
  • Try to figure out who of the suspects is most likely Jack the Ripper

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

22

Slide 7 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Who is most likely to be Jack the Ripper and why?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

00:18
Hoe lang is het geleden dat Jack the Ripper toesloeg?
A
Bijna 100 jaar
B
Meer dan 100 jaar
C
Bijna 200 jaar
D
Meer dan 200 jaar

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:13
In welk jaar begint het verhaal van Jack the Ripper
A
1818
B
1838
C
1888
D
1889

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

01:59
Hoeveel moorden zijn er zeker gelinkt aan Jack the Ripper
A
2
B
5
C
8
D
11

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

03:18
Hoeveel verdachten gaan Ryan en Shane bekijken?
A
5
B
7
C
8
D
11

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

03:27
Hoe laat werd het lichaam van Mary Ann Nichols gevonden?
A
3.20 am
B
3.40 am
C
3.20 pm
D
3.40 pm

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

05:31
Op welke datum werd het tweede slachtoffer gevonden?
A
8 september 1888
B
8 oktober 1888
C
8 november 1888
D
8 december 1888

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

07:22
Welke aanhef gebruikt de moordenaar in de brief aan de politie?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

08:12
Wat geloven veel mensen over deze brief?
A
Dat deze echt van de moordenaar afkomt.
B
Dat de politie deze brief zelf gemaakt heeft.
C
Dat een ooggetuige deze gestuurd heeft.
D
Dat een journalist deze geschreven heeft.

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

09:25
Hoeveel tijd zat er tussen de moord op Elizabeth Stride en het volgende slachtoffer, Catherine Eddowes?
A
13 minuten
B
31 minuten
C
45 minuten
D
54 minuten

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

11:27
Welke conclusie wordt er getrokken uit het feit dat Jack the Ripper terug liep richting het eerdere slachtoffer?
A
Hij wilde zijn werk daar nog afmaken.
B
Hij wilde zich aangeven bij de politie.
C
Hij kende de omgeving niet en was verdwaald.
D
Hij woonde wellicht in deze wijk.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

12:33
Wat vond de politie opvallend aan de informatie op de kaart die ze ontvingen?
A
Er stond informatie op die nog niet bekend gemaakt was.
B
De kaart was gestuurd voordat de moorden gepleegd werden.
C
De kaart geeft verkeerde informatie over de moorden.
D
De kaart is geschreven door een vrouw.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

13:51
Waar werd het laatste slachtoffer gevonden?
A
Op straat.
B
In een bad.
C
In haar eigen bed.
D
In het bed van haar huisbaas.

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

15:29
Hoe oud denken ze dat Jack the Ripper was?
A
15-25 jaar
B
25-35 jaar
C
35-45 jaar
D
45-55 jaar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

16:00
Hoeveel verdachten had McNaghten op het oog?
A
3
B
5
C
8
D
11

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

17:40
Wat was één van de redenen dat Ostrog verdacht werd?
A
Familieleden van hem waren arts.
B
Hij had een hekel aan vrouwen.
C
Hij was opgeleid als slager.
D
Hij had geen alibi voor de tijdstippen van de moorden.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

19:23
Op wat voor kledingstuk werd het DNA van Kosminski gevonden?
A
Een sjaal.
B
Een overhemd.
C
De rok van Catherine Eddowes.
D
Een zakdoek.

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

19:49
Hoeveel jaar heeft Mr. Edwards aan het oplossen van de moord gewerkt?
A
10
B
14
C
24
D
40

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

23:37
Wat is het grootste bezwaar tegen het idee dat Jack the Ripper eigenlijk een vrouw was?
A
Vrouwen hadden in die tijd geen anatomische kennis.
B
Het gevonden DNA is van een man.
C
Alle ooggetuigen hebben het over een man.

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

25:51
Wat is het beroep van Patricia Cornwell, de vrouw die Walter Sickert verdenkt?
A
Forensisch antropoloog
B
Micro-bioloog
C
Politie agent
D
Schrijfster

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

30:08
Hoe lang werd Barnett ondervraagd naa de moord op Mary Kelly?
A
2 uur
B
4 uur
C
6 uur
D
8 uur

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

32:42
Op welke dagen zijn de moorden gepleegd?
A
Maandag en dinsdag
B
Woensdag en donderdag
C
Vrijdag avond
D
Zaterdag en zondag

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

33:30
Wat is het eerstgenoemde bewijs om Maybrick te verdenken?
A
Hij woonde in Londen's East End.
B
Hij was een bekende arts.
C
Ze vonden een brief aan de politie in zijn kantoor.
D
Zijn dagboek is ondertekend met 'Jack the Ripper'.

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions