18-5-2022

Heute
  • Wiederholung
  • Wörter
  • Lesen
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Heute
  • Wiederholung
  • Wörter
  • Lesen

Slide 1 - Diapositive

Vul het juiste vraagwoord in:
________ hast du Geburtstag? - Ich habe am 30. Oktober Geburtstag
A
wer
B
wen
C
wann
D
was

Slide 2 - Quiz

Vul het juiste vraagwoord in:
______ ist dein bester Freund? - Mein bester Freund ist Peter.
A
wer
B
wo
C
wann
D
was

Slide 3 - Quiz

Vul het juiste vraagwoord in:
________ ist dein Hobby? - Mein Hobby ist Tennis spielen
A
wer
B
wo
C
was
D
wann

Slide 4 - Quiz

Kies het juiste werkwoord:
Ich ________ keine Zeit heute
A
hab
B
hast
C
habe
D
habt

Slide 5 - Quiz

Kies het juiste werkwoord:
Der Bauer _______ immer an der Arbeit.
A
bin
B
bist
C
sein
D
ist

Slide 6 - Quiz

Kies het juiste werkwoord:
Anton ________ jetzt in Spanien.
A
wohnt
B
wohnst
C
woont
D
wohnen

Slide 7 - Quiz

Kies het juiste werkwoord:
Wann ________ ihr wieder da?
A
sein
B
seid
C
bist
D
ist

Slide 8 - Quiz

Kies het juiste werkwoord:
Was _________ du am Wochenende?
A
mach
B
mache
C
macht
D
machst

Slide 9 - Quiz

Schrijf in het Duits: 14

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf in het Duits: 67

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf in het Duits: 29

Slide 12 - Question ouverte

Vertaal naar het Duits:
Beste Maria

Slide 13 - Question ouverte

Vertaal naar het Duits:
Hoe gaat het met jou?

Slide 14 - Question ouverte

Vertaal naar het Duits:
Mijn lievelingseten is patat.

Slide 15 - Question ouverte

Wörter
Gebruik voor de volgende opdrachten mijnwoordenboek.nl en schrijf de eerste vertaling op die je tegenkomt.

Gebruik geen google translate, want dan klopt je antwoord vaak niet.

Slide 16 - Diapositive

Zoek in het woordenboek:
gezin

Slide 17 - Question ouverte

Zoek in het woordenboek:
oom

Slide 18 - Question ouverte

Zoek in het woordenboek:
zus

Slide 19 - Question ouverte

Zoek in het woordenboek:
grootvader

Slide 20 - Question ouverte

Zoek in het woordenboek:
familielid

Slide 21 - Question ouverte

Zoek in het woordenboek:
broers en zussen

Slide 22 - Question ouverte

Zoek in het woordenboek:
neef

Slide 23 - Question ouverte

Lesen
De volgende tekst gaat over Duitse uitvindingen. Lees de tekst en beantwoord de vragen die na de tekst komen.

Slide 24 - Diapositive

Gut 45 Quadratzentimeter ist sie groß, dabei dünn wie ein Stück Pappe, und erhält doch wertvolle Informationen: die Chipkarte. Sie ist aus dem heutigem Leben nicht mehr wegzudenken: als SIM-Karte, Kreditkarte oder Gesundheitskarte. Alle wichtigen Daten sind in Plastik eingeschweißt. Die Karte kann beliebig programmiert werden und ist so multifunktionel einsetzbar. Entwickler Jürgen Dethleff sah 1969 voraus, dass in die Zukunft ein Mittel zur Identifikation benötigt werden würde, das schwierig zu fälschen sein sollte. Deswegen hat er zusammen mit Helmut Göttrup die Chipkarte erfunden und entwickelt.

Slide 25 - Diapositive

Over welk product gaat het? Antwoord in het Duits.

Slide 26 - Question ouverte

Wie heeft het uitgevonden? Noem 2 personen

Slide 27 - Question ouverte

In welk jaar werd het uitgevonden?

Slide 28 - Question ouverte

Das MP3-Format

Du willst deine gesamte Musiksammlung zur Schule mitnehmen? Kein Problem. Konvertiert in MP3, kannst du 800 Songs einpacken. Das MP3-Format filtert alle Tonhöhen, die das menschliche Ohr nicht wahrnehmen kann, heraus. So wird die Datenmenge auf 1/12 ihrer ursprünglichen Größe verkleinert. 1987 gelang es Forschern am Deutschen Fraunhofer-Institut in München erstmals eine Audiodatei in MP3-Format umzuwandeln 

Slide 29 - Diapositive

Hoeveel liedjes kan je meenemen met MP3? (in cijfers)

Slide 30 - Question ouverte

In welk jaar is het voor het eerst gelukt?

Slide 31 - Question ouverte

In welke stad gebeurde dit?

Slide 32 - Question ouverte

Kontaktlinsen

Während die Brille bereits im Mittelalter eerfunden wurde, ist die Alternative zur Brille, die Kontaktlinse, viel jünger. Gegen Ende des 19. Jahrhunderts gab es bereits die ersten Kontaktlinsen. Sie wurden im Jahr 1887 von dem deutschen Physiologen Adolf Eugen Fick erfunden. Er setzte die Linsen erst bei Tieren ein und stellte sie später für Menschen her. Diese Linsen waren aus schwerem braunem Glas und hatten einen Umfang von 18-21 mm. Das kannst du dir heutzutage kaum vorstellen, oder?

Slide 33 - Diapositive

Wanneer werd de bril uitgevonden?
A
in de middeleeuwen
B
18e eeuw
C
19e eeuw
D
20e eeuw

Slide 34 - Quiz

Wie heeft de contactlens uitgevonden?

Slide 35 - Question ouverte

Hoe groot waren de eerste contactlenzen?
A
10-15 mm
B
15-20 mm
C
18-21 mm
D
18-25mm

Slide 36 - Quiz

Der Computer - der 'Z3'

Weil ihm das Rechnen lästig war, erfand ein Bauingenieur aus Berlin einfach eine Maschine dafür - den Computer. Es war der erste funktionsfähige und programmierbare Computer und erstand im Jahr 1941. Diese elektronmechanische Rechenmaschine wurde 'Z3' genannt. Die Z3 gilt besonders in Deutschland als erster funktionsfähiger Universalrechner der Welt. Sie wurde 1944 bei einem Bombenangriff zerstört. Der Erfinder des Rechners war Konrad Zuse.

Slide 37 - Diapositive

Waar kwam de uitvinder vandaan?
A
Bonn
B
München
C
Köln
D
Berlin

Slide 38 - Quiz

In welk jaar werd de Z3 uitgevonden?

Slide 39 - Question ouverte

Hoe werd de Z3 vernield?
A
in brand gestoken
B
door Amerikanen kapot geslagen
C
gebombadeerd
D
er was een overstroming

Slide 40 - Quiz

Hoe heet de uitvinder?

Slide 41 - Question ouverte

Let op:
De woorden die je hebt opgezocht in het woordenboek, zijn woorden die je nodig kunt hebben bij de schrijfopdracht in de toets. Zorg dat je deze woorden leert!

Slide 42 - Diapositive