Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Wat gaan we vandaag doen?
Opstarten les
05 min
Nakijken huiswerk
10 min
Zelfstandig lezen blz. 41 t/m 43
05 min
Aanvullende uitleg 5.4
05 min
Klassikaal oefenen
10 min
Afmaken paragraaf 5.4
20 min
Lesafsluiten
15 min
Slide 1 - Diapositive
Planning tot aan toets 3nsk11:
Dag:
Datum:
Onderwerp:
Maandag
22 april
Paragraaf 5.4 deel 2
Woensdag
24 april
Les over weerstanden
Maandag
13 mei
Herhalingsles H5
Za t/m zo
30 apr - 12 mei
VAKANTIE
Woensdag
15 mei
TOETS H5 Par 1 t/m 4 + Weerstanden
Slide 2 - Diapositive
Lesdoelen:
Aan het eind van de les kun je:
Bepalen hoeveel elektrische energie wordt verbruikt
De energiekosten berekenen
Het vermogen berekenen
Taaldoelen:
- Wat is elektrisch vermogen?
- Wat is energiegebruik?
- Wat is een jaarafrekening?
- Wat is een energiemeter?
Slide 3 - Diapositive
Wat(t) is vermogen?
Elektrisch vermogen (P) is de energie(J) die per seconde (s) wordt geleverd of gebruikt
De eenheid van elektrisch vermogen is Watt(W)
Watt (W) kun je ook uitdrukken als Joule per seconde (J/s)
Slide 4 - Diapositive
vermogen
Vermogen
P = het vermogen in watt (W)
U = de spanning in volt (V)
I = de stroomsterkte in ampère (A)
P=U⋅I
Slide 5 - Diapositive
Open je boek op blz. 41
Lees zelfstandig de teksten: Energiegebruik en Energiekosten
timer
5:00
Slide 6 - Diapositive
Energieverbruik
Een rekening voor het gebruik van 3.942.000.000 J in een jaar?
Tijd voor een nieuwe eenheid: kWh
P × t = E
vermogen (kW) × tijd (h) = verbruik (kWh)
Er geldt: 1 kWh = 3 600 000 J.
Slide 7 - Diapositive
energieverbruik
E=P.t
E is energieverbruik in joule (J)
P is vermogen in watt (W)
t is tijdsduur in seconde (s)
E is energieverbruik in kilowattuur kWh) P is vermogen in kilowatt (kW)
t is tijdsduur in uur (h)
P=tE
t=PE
Kilowattuur en Joule kun je omrekenen.
1kWh = 3.600.000 J.
Slide 8 - Diapositive
Formules
Vermogen
Verbruik
P=U⋅I
E=P⋅t
Slide 9 - Diapositive
Energiekosten berekenen
energiekosten = energiegebruik x prijs van 1 kWh
Slide 10 - Diapositive
Denk aan een frikandelbroodje kopen
Prijs = Aantal broodjes x prijs van 1 broodje
x
=
€1,9
Slide 11 - Diapositive
Een wasmachine heeft een vermogen van 2200 W. Één wasprogramma duurt 80 minuten. Je draait elke dag één was. De kWh-prijs is €0,25. Hoeveel kost een jaar wassen?
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Diapositive
Aan de slag
Wat? Maak paragraaf 5.4 helemaal af behalve de steropdrachten
Hulp?Lees 5.4 nog een keer door + Gebruik Binas
Tijd? 15 minuten
Resultaat? Klassikaal bespreken of huiswerk
Klaar? Maak de rest van 5.4 af
Ook daarmee klaar? Haal een nakijkblad bij de docent
timer
15:00
Slide 14 - Diapositive
Geef de formules om het vermogen te berekenen en leg uit wat vermogen is
Slide 15 - Question ouverte
Geef de formules om het energiegebruik te berekenen en leg uit wat energiegebruik is
Slide 16 - Question ouverte
Geef de formules om de energiekosten te berekenen
Slide 17 - Question ouverte
Een elektromotor werkt op een spanning van 210 volt en een stroomsterkte van 2,5A. Wat is het vermogen van deze motor?
Slide 18 - Question ouverte
Een kachel heeft een vermogen van 4000 Watt en deze staat 2,5 uur aan. Wat is het energieverbruik?
Slide 19 - Question ouverte
Een stofzuiger met een vermogen van 1200 W staat 30 minuten aan. Hierbij kost 1 kWh €0,23 Bereken de energiekosten. (Energiekosten = energiegebruik X kWh-prijs)
Slide 20 - Question ouverte
Hoe goed kan jij nu rekenen met vermogen, energiegebruik en energiekosten?