Trainen les 3

Trainen 
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
DierverzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Trainen 

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • Je weet wat de 3 basisbehoeftes zijn om motivatie op te wekken

  • Je weet wat klassieke/operatie conditionering betekent en kan het verschil hier tussen uitleggen.

  • Je kunt de begrippen gewenning, inprenting en imitatie uitleggen en hier een voorbeeld van geven.

  • Je kunt tenminste 2 trainingstechnieken die we benoemen in eigen woorden uitleggen




    Slide 2 - Diapositive

    Hoe leren dieren?
    • Dieren zijn opportunist:
           Alleen als het hem iets positiefs oplevert zou die het herhalen  

    • ''Iets''  = wat het dier belangrijk vindt, zoals voedsel, veiligheid en                                            aandacht

    Slide 3 - Diapositive

    Slide 4 - Vidéo

    Motivatie voor leren
    3 basisbehoeftes:
    1. Veiligheid
    2. Voedsel
    3. Aandacht 

    LET OP: Afhankelijk van ras, karakter en leerervaringen

    Slide 5 - Diapositive

    4 fases van leren

    1. Aanleren ( gedrag verwerven ) 
    2. Beheersen ( automatisch toepassen )
    3. Generaliseren ( breed toepassen )
    4. Handhaven ( altijd )

    Slide 6 - Diapositive

    Bekrachtigen/corrigeren 
    • Een bekrachtiger zorgt er voor dat gedrag blijft bestaan of dat gedrag toeneemt (belonen)
    Een correctie zorgt ervoor dat gedrag minder wordt of stopt (straffen)

    • Positiefs: iets toevoegen
    Een beloning geven = positieve bekrachtiging
    Een straf geven = positieve correctie

    • Negatief: Iets onthouden / weghalen
    Iets onaangenaams / eng weghalen = negatieve bekrachtiging
    Een beloning niet geven = negatieve correctie

    Slide 7 - Diapositive

    Voorwaarden voor training
    Geen angst / agressie
    Geen afleidende prikkels in het begin
    Shaping
    Timing
    Hulpmiddelen gebruiken
    Motivatie
    Juiste bekrachtiger / correctie
    Korte leerperiodes

    Slide 8 - Diapositive

    Wat zouden wij bedoelen met het begrip: Gewenning?

    Slide 9 - Question ouverte

    Antwoord: 
    Bij gewenning gaat het om het afleren van reacties op bepaalde prikkels uit de omgeving die vaak herhaald worden of permanent aanwezig zijn en waar geen beloning of straf op volgt.

    Slide 10 - Diapositive

    Wat zouden wij bedoelen met het begrip: Imitatie
    A
    Het negatieve gedrag niet kunnen zien
    B
    Het tegenovergestelde doen van anderen
    C
    Het positieve gedrag opslaan
    D
    Het nadoen van anderen

    Slide 11 - Quiz

    Wat zullen wij bedoelen met het begrip: Inprenting?

    Slide 12 - Question ouverte

    Antwoord
    Inprenting is gedrag dat in een bepaalde gevoelige periode aangeleerd is. Een goed voorbeeld van inprenting zie je bij jonge ganzen. Die volgen het eerste wezen dat ze zien nadat ze uit het ei zijn gekomen.


    Slide 13 - Diapositive

    Wat is sensitisatie?
    A
    dier wordt gevoelig gemaakt voor een prikkel
    B
    Dier went geleidelijk aan een prikkel.
    C
    Leren gebeurt ongemerkt.
    D
    leren door observeren en nadoen van gedrag.

    Slide 14 - Quiz

    Sensitisatie
    (engels) Sens= Gevoel
    - gevoeliger maken van een dier voor een prikkel.
    - omgekeerde van habituatie.

    Slide 15 - Diapositive

    Wat is latent leren?
    A
    dier wordt gevoelig gemaakt voor een prikkel
    B
    Dier went geleidelijk aan een prikkel.
    C
    Leren gebeurt ongemerkt.
    D
    leren door observeren en nadoen van gedrag.

    Slide 16 - Quiz

    Latent leren
    - Latent= onopgemerkt

    - dier leert ongemerkt van zijn omgeving. 

    Slide 17 - Diapositive

    TRAININGSTECHNIEKEN

    Slide 18 - Diapositive

    SCANNING
    1. Je observeert het gedrag van het dier
    2. Laat het dier uit zichzelf het gewenste commando doen
    3. Gelijk belonen bij gewenste gedrag
    4. Later geef je commando wanneer dier gewenst gedrag laat zien

    Zo legt het dier een verband tussen gedrag en commando

    Slide 19 - Diapositive

    TARGET
    • Je leert een dier een object (de target) aan te raken met een bepaald lichaamsdeel. Dit kan bijvoorbeeld een neus, poot, oor of achterwerk zijn.

    • Zo kun je een dier begeleiden in een oefening, of deze stil laten staan/ liggen tijdens bijvoorbeeld een onderzoek

    Slide 20 - Diapositive

    MODDELING
    • Je leert een dier iets door het te laten zien
    • Je drukt bijvoorbeeld de kont van de hond naar de grond. Zodra hij zit, ontvangt hij de beloning.


    Op deze manier zien dieren wat precies de bedoeling is!

    Slide 21 - Diapositive

    MIMICRY
    • Je leert een dier het gedrag van een ander te imiteren. 
    • Deze vorm van shaping wordt vooral gebruikt bij het leren praten van vogels

    Slide 22 - Diapositive

    Hoe zou je een training leuk kunnen houden?

    Slide 23 - Question ouverte

    Afwisseling aanbrengen: hoe?
    Structuur van de sessie:
    Lengte
    Plaats
    Gevraagde gedrag
    Snelheid
    Afwisselende groepssamenstelling
    Trainers
    Reinforcers (beloningen)
    Type sessie:
    Bewegingssessie, speelsessie
    Creatieve sessie, focus sessie

    Slide 24 - Diapositive

    Sessies 
    1. Bewegingssessie: Een bewegingssessie is erop gericht om het dier een workout te geven en dus flink te laten werken.
    2. Speelsessie: Bij een speelsessie kiest het dier zelf wat het eigenlijk wil doen. Denk aan het trainen met speeltjes en andere verrijkingsvoorwerpen.
    3. Creatieve sessie: Bij een creatieve sessie mag het dier creatief zijn en krijgt het bijvoorbeeld een beloning als het iets nieuws laat zien. Zo kan een gedrag verder uitgewerkt worden tot het een nieuw commando wordt.
    4. Focus sessie: Bij een focus sessie wordt een specifiek gedrag of taak getraind, zoals het springen naar een bal of het oplossen van een puzzel.

    Slide 25 - Diapositive

    Trainingsdoel
    Een training heeft een doel nodig, een goed trainingsdoel voldoet aan deze eisen:
    Nut voor het dier
    Nut voor de verzorger
    Nut voor de organisatie
    Voorbeelden van een trainingsdoel?


    Slide 26 - Diapositive

    Doel
    Waarom is het opstellen van een trainingsdoel zo belangrijk?

    Om te controleren of je training behaald is
    Om (financiële) goedkeuring voor de training te krijgen
    Om draagvlak te creëren voor de training

    Slide 27 - Diapositive

    EVALUATIE

    Slide 28 - Diapositive