Woordenschat klas 1 Hoofdstuk 4 deel 2

WOORDENSCHAT H4 DEEL 2
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

WOORDENSCHAT H4 DEEL 2

Slide 1 - Diapositive

TIP 1
Een mooie klokkentoren

Slide 2 - Diapositive

timer
1:00

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

TIP 2
Gestart met bouwen in de 12e eeuw, pas klaar in de 14e eeuw

Slide 5 - Diapositive

Wat versterkt het woord 'mager'?
A
broodmager
B
latmager
C
sprankelmager
D
magerder

Slide 6 - Quiz

Wat versterkt het woord 'rijke'?
A
mesrijke
B
geldrijke
C
steenrijke
D
flinterrijke

Slide 7 - Quiz

Wat versterkt het woord 'witte'?
A
sneeuwwitte
B
spierwitte
C
tandwitte
D
heel witte

Slide 8 - Quiz

Wat versterkt het woord 'zwaar'
A
loodzwaar
B
peperzwaar
C
heelveeltezwaar
D
loeizwaar

Slide 9 - Quiz

Wat versterkt het woord 'dure'?
A
looddure
B
peperdure
C
snikdure
D
duurdure

Slide 10 - Quiz

Wat versterkt het woord 'heet'?
A
gloedheet
B
snoeiheet
C
snikheet
D
bloedheet

Slide 11 - Quiz

Wat versterkt het woord 'levende'?
A
springlevende
B
vliegenslevende
C
broodlevende
D
fruitlevende

Slide 12 - Quiz

Wat versterkt het woord 'lelijke'?
A
absoluut lelijke
B
eendlelijke
C
foeilelijke
D
erg lelijke

Slide 13 - Quiz

TIP 3
Hij heeft 7 klokken en staat in Italië

Slide 14 - Diapositive

tegenovergestelden

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Wat is het tegenovergestelde van:
broodmager
A
dikker
B
brooddik
C
vetter
D
moddervet

Slide 17 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van:
steenrijk
A
armzalig
B
weinig geld
C
straatarm
D
vleugellam

Slide 18 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van:
spierwitte
A
hagelwitte
B
bloedrood
C
donker
D
pikzwart

Slide 19 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van:
loodzwaar
A
kogellicht
B
lichter
C
hagellicht
D
vederlicht

Slide 20 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van:
peperduur
A
spotgoedkoop
B
weinig duur
C
duurzaam
D
spaarzaam

Slide 21 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van:
bloedheet
A
winterkoud
B
hagelkoud
C
sneeuwkoud
D
ijskoud

Slide 22 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van:
springlevend
A
morsdood
B
zwartdood
C
wegdood
D
ineens dood

Slide 23 - Quiz

Wat is het tegenovergestelde van:
foeilelijk
A
heel mooi
B
mooier
C
bloedmooi
D
bijzonder mooi

Slide 24 - Quiz

TIP 4
Er is ook een spelletje van gemaakt

Slide 25 - Diapositive

Wat doe je als je iemand 'door dik en dun' steunt?

Slide 26 - Question ouverte

Wat doet iemand die 'bij hoog en laag' volhoudt dat hij niet schuldig is.

Slide 27 - Question ouverte

Wat gebeurt er als iemand 'vroeg of laat' de waarheid vertelt?

Slide 28 - Question ouverte

Wat is er aan de hand als broer en zus 'als water en vuur zijn'?

Slide 29 - Question ouverte

Wat bedoelt de agent als hij 'niet warm of koud' wordt van het dreigement?

Slide 30 - Question ouverte

Wat bedoelt je oom als hij na veel 'plussen en minnen' toch de Jeep heeft gekocht?

Slide 31 - Question ouverte

TIP 5
Wat staat hij scheef!!!

Slide 32 - Diapositive

Wie hoort niet in het rijtje thuis?

Slide 33 - Diapositive

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
alledaags - bijzonder - gewoon

Slide 34 - Question ouverte

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
arm - rijk - welgesteld

Slide 35 - Question ouverte

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
bijzonder - gewoon - spectaculair

Slide 36 - Question ouverte

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
complex - lastig - simpel

Slide 37 - Question ouverte

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
gevaarlijk - riskant - veilig

Slide 38 - Question ouverte

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
groot - klein - riant

Slide 39 - Question ouverte

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive