Engelse werkwoorden + alles door elkaar

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Welkom!

Engelse werkwoorden + alles door elkaar

Vorige les

•    Voltooid deelwoord
•    Tegenwoordig deelwoord

Die studenten hebben wel een extraatje ... (verdienen)

1. verdient
2. verdiend

Piet komt altijd ... (lopen) op school, maar als ik heb was, had ik de bus ... (nemen).

1. gelopen, genomen
2. gelopen, geneemd
3. lopend, genomen
4. lopent, genomen

Voltooid of tegenwoordig deelwoord?
Mijn buurman zit altijd [fluitend] op de fiets.

1. voltooid deelwoord
2. tegenwoordig deelwoord

Vandaag

•    Uitleg Engelse werkwoorden
•    Alles door elkaar

Doelen van vandaag

•    Ik kan Engelse werkwoorden juist spellen.
•    Ik kan de verschillende werkwoorden juist spellen.

Engels werkwoord?

Promoten

1. Engels werkwoord
2. Geen Engels werkwoord

Engels werkwoord?

Lachen

1. Engels werkwoord
2. Geen Engels werkwoord

Engels werkwoord?

Basketballen

1. Engels werkwoord
2. Geen Engels werkwoord

Engels werkwoord?

Updaten

1. Engels werkwoord
2. Geen Engels werkwoord

Engels werkwoord?

Gooien

1. Engels werkwoord
2. Geen Engels werkwoord

00:24

Welke Engelse werkwoorden ken je nog meer?

02:49

Managete of managede?

1. managete
2. managede

03:03

Exposete of exposede?

1. Exposete
2. Exposede

03:15

Savete of savede?

1. Savete
2. Savede

05:51

Ik kan Engelse werkwoorden juist spellen.

😒🙁😐🙂😃

Aan de slag!

Maak opdracht 1 t/m 3 van Taalverzorging 2.4 (staan in de planning!)

Je werkt in duo's. Help elkaar!

Als je er samen niet uitkomt, kun je Susan vragen.

20 minuten.

Je kunt het Engelse werkwoord juist spellen.

-   Extra oefenen via CambiumNed.

-   Aan de slag met iets wat voor jou relevant is.

Alles door elkaar

•    Persoonsvorm tegenwoordige tijd
  
•    Persoonsvorm verleden tijd
  
•    Voltooid deelwoord
  
•    Tegenwoordig deelwoord
  
•    Engelse werkwoorden
  

Vandaag ... (lopen) mijn zus de halve marathon.

Heb je dat tegen mij ... (zeggen)?

Zij ... (

Vandaag

•    Uitleg voltooid deelwoord
•    Uitleg tegenwoordig deelwoord
•    Aan de slag met spoken word

Mijn broer ... (verhuizen) deze week naar Groningen.

1. verhuist
2. verhuisd

Ik ben vorig jaar naar Leeuwarden ... (verhuizen).

1. verhuist
2. verhuisd

Doelen van vandaag

•    Ik kan het voltooid deelwoord juist spellen.
•    Ik kan het tegenwoordig deelwoord juist spellen.

•    Mijn broer verhuist deze week naar Groningen.
•    Ik ben vorig jaar verhuisd naar Leeuwarden.

Volgende les

•    Uitleg Engelse werkwoorden
  
•    Alles door elkaar
  

Huiswerk

•    Taalverzorging 2.3 - Opdracht 1 t/m 4
  

Let op! Maandag 12 december (week 50): 

Toets taalverzorging hoofdstuk 2