Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.
inkomen uit arbeid:
bijv. salaris, vakantiegeld, loon in natura en de winst van een ondernemer die in zijn eigen zaak werkt
inkomen uit bezit:
bijv. rente over je spaargeld, dividend (aandelen), huuropbrengst, winst voor de eigenaar van een bedrijf (= inkomen uit arbeid en uit bezit!!)
inkomen uit overdrachten:
bijv. zak- en kleedgeld, toeslagen en uitkeringen. je ontvangt geld zonder dat je er een directe prestatie voor hoeft te leveren