Ga lekker zitten volgens de plattegrond. Leg het volgende vast op tafel:
boek Kern + schrift
etui
(leesboek)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Welkom 1F!
Ga lekker zitten volgens de plattegrond. Leg het volgende vast op tafel:
boek Kern + schrift
etui
(leesboek)
Slide 1 - Diapositive
Goedemorgen klas 2C
Vandaag...
- stillezen
- Lezen hoofdstuk 1
Vandaag...
Dagopening
Voorlezen
Herhalen theorie Lezen H3
Nakijken opdr. 3 (en 4)
Opdrachten maken
Volgende les
Leerdoel:
Ik leer wat overtuigende en beschouwende teksten zijn.
Ik leer welke doelen een schrijver met deze teksten heeft.
Slide 2 - Diapositive
Huiswerk
Dinsdag 26 september:
leesboek + Kern mee
H3, opdr. 1 t/m 4 en 6 t/m 8
Slide 3 - Diapositive
beschouwende / opiniërende tekst
Slide 4 - Carte mentale
overtuigende tekst
Slide 5 - Carte mentale
Wat voor soort tekst is dit?
Loop jij ook altijd nét iets achter op het gebied van mode? Vandaag is de dag dat je hier verandering in brengt! De schoenen van AdriaanMode tillen je modegevoel naar een hoger niveau. Een ruim assortiment trendy heren- en damesschoenen staat voor jou klaar.
Slide 6 - Diapositive
Samengevat:
Overtuigende tekst:
mening van de schrijver staat centraal
schrijver wil lezer overtuigen
bijv. betoog/recensie/blogs/vlogs/etc.
Slide 7 - Diapositive
Samengevat:
Beschouwende of opiniërende tekst:
schrijver zorgt ervoor dat de lezer een mening kan vormen
schrijver geeft informatie en/of voor- en nadelen
bijv.: krantenartikelen, tijdschriftartikelen met achtergrondinformatie
Slide 8 - Diapositive
Nakijken H3, opdr. 3 + 4
Slide 9 - Diapositive
Aan de slag!
Maak van H3, opdr. 6 t/m 8 (blz. 15 t/m 17)
Je mag zachtjes overleggen met degene naast je.
Klaar? Kies uit:
Lezen in je leesboek
Samenvatting maken van H2 + 3
Oefenen met de theorie via Drillster (online)
timer
15:00
Slide 10 - Diapositive
Ik weet welke doel een schrijver met een overtuigende tekst heeft.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Ik weet welke doel een schrijver met een overtuigende tekst heeft.