tekstverbanden en signaalwoorden

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan?

De vakantie duurde twee weken. Toch vond ik dat te kort.
1 / 13
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2-4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Welk signaalwoord geeft de tegenstelling aan?

De vakantie duurde twee weken. Toch vond ik dat te kort.

Slide 1 - Question ouverte

Welk signaalwoord geeft de opsomming aan?

Ik heb geen zin in school. Verder vind ik het jammer dat de vakantie voorbij is.

Slide 2 - Question ouverte

Welk signaalwoord geeft het toelichtend verband aan?

Tijdens gym doen we verschillende sporten. Zo voetballen we soms, maar moeten we ook hardlopen en turnen.

Slide 3 - Question ouverte

Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.

Zoals is het signaalwoord voor .......
A
Opsommend verband
B
Toelichtend verband
C
Chronologisch verband
D
Voorwaarde

Slide 4 - Quiz

Toen ik op school kwam, bleek het eerste lesuur uit te vallen.

Toen is het signaalwoord voor ....
A
Opsommend verband
B
Chronologisch verband
C
Tegenstellend verband
D
Conclusie

Slide 5 - Quiz

Noem vier tekstverbanden

Slide 6 - Carte mentale

Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.

Ook is een signaalwoord voor een .....
A
Opsommend verband
B
Conclusie
C
Toelichtend verbad
D
Tijdsvolgorde (chronologie)

Slide 7 - Quiz

Denk aan, zo en zoals zijn signaalwoorden voor een.......
A
Opsommend verband
B
Toelichtend verband
C
tegenstellend verband
D
Chronologisch verband

Slide 8 - Quiz

Wat ging goed deze les en waarom ging dat goed?

Slide 9 - Question ouverte

Wat kon jij beter doen deze les? Waarom ging dat niet zo goed?

Slide 10 - Question ouverte

Als je hebt samengewerkt , wat ging er dan goed?

Slide 11 - Question ouverte

Waarom ging dat goed?

Slide 12 - Question ouverte

Welk cijfer geef jij jezelf voor je inzet in deze les?

Slide 13 - Carte mentale