4.3 Hoe functioneert een stad?

Hoe functioneert een stad?




par. 3
H4 Stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactif, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Hoe functioneert een stad?




par. 3
H4 Stedelijke gebieden
Domein Leefomgeving

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen:
  • Je begrijpt op welke manier de economie invloed heeft op stedelijke vernieuwing, met name door de kenniseconomie en de creatieve economie.
  • Je begrijpt op welke manier samenwerking tussen overheden en tussen de overheid en het bedrijfsleven voordelen oplevert.
  • Je kunt verschillende dimensies, actoren en schaalniveaus onderscheiden bij de analyse en beoordeling van stedelijke vraagstukken.

Slide 2 - Diapositive

De aantrekkelijke stad
Waarom is de stad een aantrekkelijke plek om te wonen voor jonge mensen?

  • Uitgaansleven
  • Opleiding
  • Baantjes
  • Winkelen
  • …overal Wi-Fi




Slide 3 - Diapositive

Omschrijf in je eigen woorden wat agglomeratievoordelen zijn

Slide 4 - Question ouverte

Agglomeratievoordelen (voor bedrijven)
De voordelen van ruimtelijke nabijheid tot andere bedrijven en huishoudens. Daarbij hoort een afzetmarkt en ook toeleveranciers in de breedste zin van het woord.
= stedelijk gebied. Bijvoorbeeld Den Bosch/Rosmalen en ook Vught/Vlijmen bijvoorbeeld.
In bijgaand plaatje New York City, maar ook de omliggende gemeenten.

Slide 5 - Diapositive

De aantrekkelijke stad
Steden proberen zich te ontwikkelen tot creatieve stad waarin de kenniseconomie een centrale rol speelt. 

Slide 6 - Diapositive

De aantrekkelijke stad
Vanaf 1990 wordt de stad weer een aantrekkelijke plek voor bedrijven door agglomeratievoordelen: meer productiviteit, innovatie, creativiteit en efficiency mogelijk. 
Hoe komt dat?
  • Grote afzetmarkt
  • Veel leveranciers
  • Voldoende werknemers



Slide 7 - Diapositive

De aantrekkelijke stad
Wanneer zijn die voordelen maximaal? 
Twee meningen:
  1. Zet in op Amsterdam, rest van NL profiteert mee
  2. Zet in op samenwerking tussen steden. Expats zien NL als één grote stad

Slide 8 - Diapositive

De stad als economisch centrum
Belangrijkste productiefactor huidige economie?
Kennis

  • 'Harde' technologische kennis: technische uitvindingen
  • 'Zachte' sociale kennis: kennis van het gedrag van mensen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Kenniseconomie leunt op zakelijke dienstverlening.
Voornamelijk terug te vinden in de steden. Bijvoorbeeld in Science parks:
  • In de buurt van een universiteit
  • Moderne digitale en infrastructurele verbindingen 

Slide 12 - Diapositive

0

Slide 13 - Vidéo

Broedplaatsen
  • Oude loodsen in verpauperde industrie- en havengebieden
  • Creatieve bedrijven: alternatieve kunst, start-ups, kleine bedrijven die nog niet goed lopen etc. 

Maakt stad aantrekkelijk, want:
  • De creatieven maken veel gebruik van stedelijke voorzieningen.
  • Stad wordt hierdoor aantrekkelijk om te wonen en voor bedrijven om zich te vestigen.



Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

0

Slide 17 - Vidéo

Nijmeguuuh! ;-)

Slide 18 - Diapositive

Samenwerking in de stad
Overheid moet samenwerken om dergelijke projecten te kunnen volbrengen.

Dit doen ze in de vorm van:
  • Bestuurlijke netwerken zoals stadsgewesten (Arnhem-Nijmegen/Utrecht- Amersfoort)
  • Regionale samenwerking (bij gebrek aan stadsgewest)
  • Publiek-private samenwerking (vergunningen én investeringskapitaal)

Slide 19 - Diapositive

Opdrachten

Maak de opdrachten van
hoofdstuk 4 - §3

Opdr. 1, 2bc, 5 + hoofdvraag 4.3 

Slide 20 - Diapositive