Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Plattegrond H3B
Slide 1 - Diapositive
Plattegrond H3A
Slide 2 - Diapositive
1.2 - procenten
Les 9
Procenten
(herhaling)
Slide 3 - Diapositive
Wat doen we deze les?
Welkom
Check huiswerk
Instructie > procent rekenen
Aan de slag!
Slide 4 - Diapositive
Huiswerk
checken
Slide 5 - Diapositive
Bij een spaardeposito is er sprake van rente op rente.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
De looptijd van een spaarrekening staat vast.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quiz
Bij een spaardeposito staat het rentepercentage vast.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 8 - Quiz
Bij een spaarrekening kan je tussentijds geld bijstorten of van je rekening afhalen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 9 - Quiz
Op 1 januari 2018 wordt een bedrag van € 3.000 op een spaarrekening gestort. De samengestelde rente is 3,5%. De interest wordt aan het einde van ieder jaar bijgeschreven. Bereken hoeveel rente er tussen 1 januari 2021 en 31 december 2024 wordt bijgeschreven.
Slide 10 - Question ouverte
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt een procentueel aandeel berekenen.
Je kunt een bedrag berekenen als het procentuele verschil met een ander bedrag gegeven is of als het procentuele aandeel van een ander bedrag gegeven is.
Slide 14 - Diapositive
Procentueel aandeel (1)
Formule?
Opdracht 580 van de 1500 deelnemers finisht binnen 1 uur.
Hoeveel % van de deelnemers finisht binnen 1 uur?
Slide 15 - Diapositive
Procentueel aandeel (1)
Formule? deel / geheel x 100%
Opdracht 580 van de 1500 deelnemers finisht binnen 1 uur.
Hoeveel % van de deelnemers finisht binnen 1 uur?
Antwoord 580 / 1500 x 100 = 38,7%
Slide 16 - Diapositive
Procentueel aandeel (2)
Formule? deel / geheel x 100%
Opgave Omzet € 230.000
Inkoopwaarde € 135.000
Bereken de inkoopwaarde als percentage van de omzet.
Slide 17 - Diapositive
Procentueel aandeel (2)
Formule? deel / geheel x 100%
Opgave Omzet € 230.000
Inkoopwaarde € 135.000
Bereken de inkoopwaarde als percentage van de omzet.
Antwoord 135.000 / 230.000 x 100 = 58,7%
Slide 18 - Diapositive
Hoeveel is 100%? (1)
84% van de leerlingen heeft zijn huiswerk niet gemaakt.
Dat zijn 33 leerlingen in totaal.
Bereken hoeveel leerlingen er in deze klas zitten.
Slide 19 - Diapositive
Hoeveel is 100%? (1)
84% van de leerlingen heeft zijn huiswerk niet gemaakt.
Dat zijn 33 leerlingen in totaal.
Bereken hoeveel leerlingen er in deze klas zitten.
Antwoord 84% = 33 leerlingen
1% = 33 / 84
100% = 33 / 84 x 100 = 39 leerlingen
Slide 20 - Diapositive
Hoeveel is 100%? (2)
Een fietsenwinkel verkoopt kinder-, dames en herenfietsen.
Hij verkoopt 860 kinderfietsen per jaar. Dat is 56% van de omzet
Bereken de totale afzet per jaar.
Slide 21 - Diapositive
Hoeveel is 100%? (2)
Een fietsenwinkel verkoopt kinder-, dames en herenfietsen.
Hij verkoopt 860 kinderfietsen per jaar. Dat is 56% van de omzet