1e les in de klas

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Leer hoofdstuk 4

Lees de samenvatting door in het boek of in de digitale leeromgeving het theorie-overzicht.

Kijk nog een keer de filmpjes

Check met de kennen en kunnen lijst op de volgende dia of je alle onderdelen beheerst. 

kennen en kunnen hoofdstuk 4

• Je weet wat een rechte hoek is.
• Je weet wanneer iets een lijn, een lijnstuk, halve lijn of snijpunt is
• Je kan een lijn tekenen loodrecht op een andere lijn door een punt P.
• Je kan een lijn tekenen evenwijdig op een andere lijn, door een punt P.
• Je kan een hoek meten met je koershoekmeter
• Je weet wanneer een hoek, stomp, scherp, recht, gestrekt, inspringend of vol is. 
• Je kan een hoek tekenen met je koershoekmeter
• Je kan een driehoek tekenen als je 2 hoeken en een zijde weet.
• Je kan een kijkhoek tekenen en meten hoeveel graden het is.
• Je kan een kijkhoek van een bepaald aantal graden tekenen
• Je weet dat 3 hoeken van een driehoek samen 180 graden zijn en je kan hiermee rekenen.
• Je weet wat een middelloodlijn is en hoe je die moet tekenen
• Je weet wat een bissectrice is en hoe je die moet tekenen

Alles goed in je hoofd gestampt.

Maak dan nu de volgende vragen. 

Succes

Waaraan herken je een loodlijn ?

1. Streepjes
2. Pijltjes
3. Rechtehoekteken
4. Kruisjes

Welke lijn is evenwijdig
aan lijn b ?

1. lijn a
2. lijn c
3. lijn d
4. geen enkele lijn

Welke lijn staat loodrecht
op lijn e ?

1. lijn a
2. lijn b
3. lijn d
4. geen enkele lijn

Een stompe hoek is een hoek ...

1. tussen de 0 en 90 graden
2. tussen de 0 en 180 graden
3. tussen de 90 en 180 graden
4. van 90 graden

Een gestrekte hoek is een hoek ...

1. van 90 graden
2. van 180 graden
3. van 360 graden
4. tussen de 90 en 180 graden

Een volle hoek is een hoek ...

1. van 90 graden
2. van 180 graden
3. van 360 graden
4. tussen de 90 en 180 graden

Een scherpe hoek is een hoek ...

1. tussen de 0 en 90 graden
2. tussen de 0 en 180 graden
3. tussen de 90 en 180 graden
4. van 90 graden

De pijlen wijzen naar …....

1. de kijkhoek
2. de kijklijnen
3. twee evenwijdige lijnen
4. de gestrekte hoek

Hiernaast zie je een ……..

1. scherpe hoek
2. rechte hoek
3. stompe hoek
4. gestrekte hoek

Zet onderstaande zinnen in de goede volgorde.

Teken het hoekpunt en één been.

Zet de koershoekmeter op het juiste aantal graden.

Leg het midden van de koershoekmeter op het hoekpunt.

Leg de zwarte of rode lijn langs het getekende been.

Teken de hoek.

Zet een stip op het papier bij het andere been.

Hoeken kun je meten en tekenen met …………...

1. geodriehoek
2. koershoekmeter
3. geodriehoek en koershoekmeter
4. passer

Teken een driehoek ABC met
AB is 6 cm, hoek A is 45 graden hoek B is 65 graden. Uploadt je antwoord.

De drie hoeken van een driehoek zijn samen altijd …..

1. tussen de 0 en 90 graden
2. 90 graden
3. tussen de 90 en 180 graden
4. 180 graden

De drie hoeken van een driehoek zijn samen altijd 180 graden.
Dit noemen we ook wel de …….

1. gestrekte hoek
2. hoekensom
3. middelloodlijn
4. bissectrice

Van driehoek ABC is hoek A = 50 graden en
hoek B = 70 graden.
Hoe groot is hoek C ?

Een ander woord voor bissectrice is ………...

1. middelloodlijn
2. hoekdeellijn
3. loodlijn
4. koershoekmeter

Hoe noemen we de stippellijn?

1. bissectrice
2. hoekdeellijn
3. middelloodlijn
4. kijklijn

Hoe noemen we de stippellijn?

1. bissectrice
2. been van de hoek
3. middelloodlijn
4. kijklijn

Wat is er fout aan de tekening met de middelloodlijn?

1. Twee streepjes moeten drie streepjes zijn
2. De kruisjes voor gelijke hoeken zijn vergeten
3. Het rechtehoekteken is vergeten
4. De tekening is niet fout.

1) Er zijn driehoeken met drie scherpe hoeken.

2) Er zijn driehoeken met twee stompe hoeken.

1. 1 is waar 2 is waar
2. 1 is waar 2 is niet waar
3. 1 is niet waar 2 is waar
4. 1 is niet waar 2 is niet waar

1) Er zijn driehoeken met twee rechte hoeken.

2) Alle driehoeken hebben minstens twee scherpe hoeken.

1. 1 is waar 2 is waar
2. 1 is waar 2 is niet waar
3. 1 is niet waar 2 is waar
4. 1 is niet waar 2 is niet waar