Formatieve toets hoofdstuk 1 par 1.1 tm 1.3

Hoofdstuk 1 Wereldeconomie
Formatieve toets 
paragraaf 1.1 tm 1.3
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 1 Wereldeconomie
Formatieve toets 
paragraaf 1.1 tm 1.3

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn weinig sectoren in de wereld die door de globalisering ingrijpender veranderd zijn dan de kleding- en textielindustrie. Niet alleen de productiewijze is sterk veranderd, maar vooral ook de gebieden waar kleding en textiel gemaakt worden. Dat deze ontwikkeling winnaars en verliezers telt, is een kenmerkende eigenschap van globalisering.

Beredeneer in een logische volgorde waarom juist de productie van kleding en textiel gevoelig is voor globalisering. Tip; gebruik het begrip arbeidsintensief.

Slide 2 - Question ouverte

Er zijn weinig sectoren in de wereld die door de globalisering ingrijpender veranderd zijn dan de kleding- en textielindustrie. Niet alleen de productiewijze is sterk veranderd, maar vooral ook de gebieden waar kleding en textiel gemaakt worden. Dat deze ontwikkeling winnaars en verliezers telt, is een kenmerkende eigenschap van globalisering.

Beredeneer in een logische volgorde waarom juist de productie van kleding en textiel gevoelig is voor globalisering. Tip; gebruik het begrip arbeidsintensief. 

De regionale ongelijkheid in China is snel gestegen na het politieke besluit in de jaren tachtig om het land te openen voor internationale bedrijven.
Leg uit waarom hierdoor de regionale ongelijkheid toenam

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de ruimtelijke gevolgen van globalisering naar de juiste plaats
Nieuwe afzetmarkten
Verplaatsen van de maakindustrie
MNO's zijn steeds weer op zoek naar de goedkoopste mogelijkheden.
MNO's doen alleen wat een ander niet kan.
Slow world en fast world
Uitschuiving
Klanten in opkomende landen
Doorschuiven
Core business
Verbrokkeling

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

A leeftijdsopbouw
B natuur
C ligging
D koloniaal verleden
E politieke systeem
F ongelijkheid
G rol in wereldsysteem
3 Zijn de moessonregens overvloedig dan hebben we een topoogst.
1 Grondstoffen zijn ons belangrijkste exportproduct.
2 De nieuwe spoorlijn haalt ons eindelijk uit het isolement.
4 De Gini-coëfficiënt is hoog in ons land.
6 Het democratisch gehalte is nog laag.
7 Ons belang stond eeuwenlang op de tweede plaats.
5 De groei van het bnp houdt de bevolkingsgroei niet bij.

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom delen westerse mno's de productieketen van goederen steeds meer op over verschillende gebieden?

Slide 6 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer het economisch slechter gaat, zie je vaak dat de overheid importbelasting gaat heffen op buitenlandse goederen.
Wat is het voordeel voor het land van deze importheffing?

Slide 7 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Globalisering verbindt gebieden, maar kan gebieden ook kwetsbaar maken. Dat geldt zeker ook voor de kledingindustrie.
Probeer dit met een oorzaak-gevolgrelatie uit te leggen. Je mag een voorbeeld gebruiken.

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Global shift gebeurt van..
A
periferie -> centrum
B
(semi)periferie -> centrum
C
Centrum -> (semi)periferie
D
Semi-periferie -> periferie

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk nadeel hebben lage importheffingen voor de lokale bedrijven in de Filipijnen?
A
dat ze niet veel geld verdienen
B
ze kunnen niet meer concurreren met buitenlandse bedrijven
C
Dat het interessant wordt om dingen te kopen in het buitenland. (importeren)
D
Buitenlandse bedrijven doen het meestal beter dan lokale bedrijven

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn BRIC-landen?
A
Landen die bakstenen maken en exporteren
B
Opkomende landen gelinkt aan welvaart
C
De grootste landen van de wereld
D
De vier rijkste landen in de wereld

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een oorzaak van Global Shift?
A
Opdeling productieketen
B
Goedkoper transport
C
Lage lonen
D
Verdwijnende handelsgrenzen

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

A De koloniën worden onafhankelijk.

B Deze kolonie wordt door het moederland gebruikt als wingewest.


C Het economisch kerngebied op aarde verschuift.

D Twee grootmachten staan dreigend tegenover elkaar.

E Zij pleiten voor vrijhandel in de wereld.
dekolonisatie 
exploitatiekolonie 
global shift 
Koude Oorlog
WTO

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De wereldeconomie zoals wij die nu kennen heeft zich in een aantal stappen ontwikkeld. Zet onderstaande stappen in de juiste tijdsvolgorde. 1 = oudst


1
2
3
4
De binnenlanden blijven voorlopig onaangeroerd.

B De taak van de kolonie? Grondstoffen leveren aan het moederland.

C gewapende vrede

D Vrijhandel wint steeds meer terrein.

Slide 14 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Na 1990 verplaatsen mno's steeds vaker hun maakindustrie naar niet-westerse gebieden, bijvoorbeeld naar BRICS-landen. Waarom doen deze mno's dat?
A
De transportkosten van goederen stijgen.
B
De afzetmarkt in die landen groeit.
C
De onrust onder de bevolking van de BRICS-landen daalt.
D
Gebrek aan vaklui in de westerse landen.

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een gevolg van global shift?
A
De rol van de BRICS-landen in de wereldeconomie wordt kleiner.
B
Het kerngebied van de wereldeconomie verschuift van de Grote naar Atlantische Oceaan.
C
Mno's verplaatsen hun maakindustrie naar ontwikkelingslanden.
D
Er ontstaan meerder economische kerngebieden in de wereld

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het belangrijkste verschil tussen handelskolonialisme en industriële kolonialisme is dat bij handelskolonialisme:
A
alleen aan de kust handelsposten werden gesticht.
B
de kolonie hetzelfde politieke systeem kreeg als het moederland
C
de taal en het onderwijs van het moederland werd overgenomen door de kolonie
D
Nederland geen rol van betekenis speelde

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke uitspraken over de figuur hiernaast zijn juist?
A
De rijke landen drijven vooral handel met elkaar.
B
De dekolonisatie moet nog beginnen
C
Het figuur past bij het handelskolonialisme
D
Het figuur past bij de Koude Oorlog.

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem 3 redenen waarom een mno in een land zich zal vestigen

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe zie je aan de inhoud van de containers dat de VS in ontwikkeling vóórloopt op China?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Beoordeel onderstaande stellingen en kies het juiste antwoord.
I Door de global shift ontstaat een wereldeconomie met meerdere kerngebieden.
II Global shift kan de positie van de centrumlanden in de wereldeconomie verzwakken.

A
I is juist, II is onjuist.
B
I is onjuist, II is juist.
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak de juiste combinaties
China en India horen erbij
Daar gaat veel eenvoudige maakindustrie naartoe.
Van grondstof tot eindproduct
Verplaatsing van het economisch zwaartepunt
Global Shift
BRICS
Lagelonenlanden
Productieketen

Slide 22 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke drie ontwikkelingen hebben de verschuiving van de handelspatronen versterkt en mogelijk gemaakt?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noem een interne politieke reden die armoede in een land kan verklaren

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip hoort hierbij:
Atoomwapens houden de machtsblokken in evenwicht.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip hoort hierbij?
Basis van de vrijhandel

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk begrip hoort hierbij?
Start van de plantagelandbouw

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions