1 vmbo BK + KT 6.2 Bestuiving + typen bloemen

Thema 6: Voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 2: Bestuiving
Tekst
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 6: Voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 2: Bestuiving
Tekst

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vandaag
- Herhalen Thema 6, basisstof 1 'bloemen'
- Instructie Thema 6, basisstof 2 'bestuiving'
- Opdrachten maken 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lesdoelen 6.1 
Je kan de delen van een bloem benoemen.
Je kan de kenmerken en functies noemen van de delen van een bloem.

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kelkblad
stamper
meeldraad
kroonblad

Slide 4 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Meeldraad en stamper zijn de .................... van de plant
A
Ademhalingsorganen
B
Voortplantingsorganen
C
Transportorganen
D
Verteringsorganen

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De stamper bestaat uit...
A
Stempel, stijl en vruchtbeginsel
B
Stempel, helmknop en eicellen
C
Stijl, helmbladeren en kroonbladeren
D
Helmknop, helmdraad en stuifmeelkorrels

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meeldraad is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De stamper is het ............... voortplantingsorgaan
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zijn de meeste bloemen fel gekleurd?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een functie van de kelkbladeren?
A
Insecten lokken
B
Bestuiving
C
Bescherming tegen uitdroging
D
Bevruchting

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de kleur van de kelkbladeren?
A
geel
B
groen
C
rood
D
wit

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De bloem in het voorbeeld heeft ... zichtbare meeldraad/meeldraden
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is de functie van meeldraden?
A
Ze hebben een mooie kleur
B
Ze maken stuifmeel aan
C
Ze lokken insecten
D
ze beschermen de knop

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het vruchtbeginsel wordt een:
A
pit.
B
steeltje.
C
vrucht.

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een vruchtbeginsel?
A
Het mannelijke voortplantingsorgaan van de bloem
B
Een blad van de bloem
C
Een stengel van de bloem
D
Het vrouwelijke voortplantingsorgaan van de bloem

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zit er in een vruchtbeginsel?
A
stuifmeelkorrels
B
zaadbeginsel

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Het vruchtbeginsel is...
A
mannelijk
B
vrouwelijk

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Let op 1KT moet meer onderdelen van de bloem kunnen benoemen.

helmhokje, bloemsteel, helmdraad

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar zit het helmhokje?
A
1
B
2
C
3

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze helmknop bestaat
uit 4 helmhokjes
A
Waar
B
Nietwaar

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen 6.2



  • Je kunt beschrijven wat bestuiving is
  • Je kunt de kenmerken noemen van insectenbloemen en windbloemen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nectar en stuifmeel
  • Nectar = een zoet sap dat insecten aantrekt. 
  • Voedsel voor bijen & hommels

  • Stuifmeel


Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bestuiving bij insectenbloemen
  • Insect ingesmeerd met stuifmeel

  • De bij neemt het stuifmeel mee naar de volgende bloem (van dezelfde soort)

  • Het stuifmeel komt dan op de stamper (stempel) terecht


Slide 24 - Diapositive

Komt het stuifmeel op de stempel van een andere bloem terecht, dan is dit geen bestuiving
Bestuiving

  • Bijen verzamelen nectar en maken er honing van voor hun jongen (larven)

  • Ook vlinders, kolibries en vleermuizen leven van nectar en dragen bij aan de bestuiving 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het stuifmeel van een madeliefje komt op de stamper van een boterbloem. Is dit bestuiving?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke dieren dragen ook bij aan bestuiving, naast bijen?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Insectenbloemen
Insectenbloemen = bloemen waarbij insecten zorgen voor bestuiving.
  • Grote, opvallend gekleurde kroonbladeren
  • Stuifmeel is ruw en kleverig zodat het goed blijft plakken
  • Maken relatief weinig stuifmeel
  • Veel insecten bestuiven bloemen van 1 soort

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Windbloemen
Windbloemen = wind zorgt voor bestuiving
  • De wind waait het stuifmeel weg
  • Kleine en onopvallende bloemen
  • Stuifmeel komt per toeval op stempel andere bloem terecht
  • Veel licht en glad stuifmeel
  • Stempels zijn groot en veervormig

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Windbloemen
  • De helmknoppen hangen meestal buiten de bloem

  • De stempels zijn groot en vertakt

  • Bloem klein en onopvallend (groen)

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De bij neemt stuifmeel mee naar de volgende bloem. Het komt dan op de ............ terecht
A
Meeldraad
B
Kroonbladeren
C
Stamper
D
Kelkbladeren

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Is dit een insectenbloem?
A
Ja
B
Nee

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Windbloem of insectenbloem?
A
Windbloem
B
Insectenbloem
C
Allebei

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen kenmerk van insectenbloemen?
A
Vaak groot en opvallende kleur
B
Bevatten nectar
C
Ruwe, kleverige stuifmeelkorrels
D
Helmknoppen hangen vaak buiten bloem

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN kenmerk van een windbloem?
A
de stuifmeelkorrels zijn kleverig
B
De meeldraden hangen vaak buiten de bloem.
C
De stakker is groot en steekt vaak buiten de bloem uit.
D
De kroonbladeren zijn meestal groen.

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hiernaast zie je een zonnebloem.
Wat voor soort bloem is dit?
A
Insectenbloem
B
Windbloem
C
Grote bloem

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Op de afbeelding zie je een windbloem.
Hebben windbloemen nectar?
A
Ja
B
Nee

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag!
Basis:
Basisstof 2 Bestuiving
Opdrachten + Test jezelf

Kader:
Basisstof 2: Bestuiving
Opdrachten + Test jezelf

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions