Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
2.5 Retourgoederen
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
1. Je weet wat het begrip retourgoederen betekend.
2. Je weet wat consignatiegoederenzijn.
3. Je weet wat er op een retourbon moet staan.
4. Je weet wanneer er een oud-voor-nieuwregeling gebruikt kan worden.
5. Je weet wat leveringsvoorwaarden zijn.
6. Je weet welke soorten emballage er zijn.
Slide 2 - Diapositive
Retourgoederen
Zijn goederen die je terugstuurt naar de leverancier.
Denk aan een nieuwe paar Yeezy's die je net niet passen. Je stopt ze terug in de doos van Zalando en geeft het bij een PostNL-punt af.
Slide 3 - Diapositive
Je werkt in een winkel. Noem redenen waarom je producten terug zou kunnen sturen naar de leverancier.
Slide 4 - Carte mentale
Retourgoederen
Redenen om goederen terug te sturen:
Teveel geleverd geworden
Artikelen zijn beschadigd
Artikelen zijn voor andere filialen bestemd.
Seizoensartikelen zijn over.
Klanten zijn ontevreden over het artikel.
Kranten en tijdschriften hebben al een nieuwe editie.
Consignantiegoederen
Kranten en tijdschriften zijn consignatiegoederen. Deze goederen worden pas aan de leverancier betaald, nadat ze verkocht zijn! Alles wat op een afgesproken moment niet is verkocht, kun je terugsturen naar de leverancier.
Slide 5 - Diapositive
Retourgoederen
Wanneer je goederen terugstuurt, moet je een retourbon volledig invullen.
Slide 6 - Diapositive
Geadresseerde
Afzender
Artikelnummer
Omschrijving artikel
Aantal artikelen
Nauwkeurige omschrijving retourverzending
Slide 7 - Question de remorquage
Retourgoederen
Kunnen alle goederen teruggestuurd worden?
Nee. Artikelen die buiten de schuld van de leverancier beschadigd raken, komen voor rekening van de winkel. Ze worden dan afgeschreven. Deze afschrijving komt op een afschrijvingslijst.
Slide 8 - Diapositive
Een klant heeft per ongeluk een glas laten vallen. Kan het glas geretourneerd worden?
A
Ja, want de winkel is niet aansprakelijk.
B
Nee, want het lag niet aan de leverancier.
C
Nee, want kapot=kapot.
D
Ja, maar de klant moet 50% betalen.
Slide 9 - Quiz
Oud-voor-nieuwregeling
Klanten kunnen oude apparaten (televisies, wasmachines, magnetrons) inleveren. De winkel is verplicht om deze aan te nemen. Als de klant dan een nieuw apparaat koopt en de oude inlevert heet dit oud-voor-nieuwregeling
Slide 10 - Diapositive
Leveringsvoorwaarden
In de leveringsvoorwaarden staan de afspraken over de aansprakelijkheid voor verkeerde, incomplete en beschadigde artikelen. Op welke manier de geretourneerde artikelen worden vergoed, is ook afhankelijk van de gemaakte afspraken met de leverancier.
Slide 11 - Diapositive
Leveringsvoorwaarden
Bij retourgoederen kan het dus zijn dat de leverancier direct nieuwe artikelen verstuurd. Of een creditnota stuurt naar de winkel.
Slide 12 - Diapositive
Wat is een creditnota?
A
Verlaging van een eerdere factuur
B
Nootjes
C
Creditkaart
D
Rekening van een product.
Slide 13 - Quiz
Kennisvraag
Wat is emballage en geef een voorbeeld.
Slide 14 - Diapositive
Emballage
Geleende materialen die teruggestuurd worden naar de leverancier. Ze worden dan hergebruikt. Denk hierbij aan lege kratten, pallets, Coca Cola flessen etc.
Slide 15 - Diapositive
Emballage
Let op!
Emballage heeft waarde en moet dus goed gecontroleerd en vastgelegd worden
Slide 16 - Diapositive
Opdrachten maken
Maak de opdrachten 16, 17 en 18 op blazijden 56 en 57.