Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Lesplan vandaag
grammatica: woordvolgorde
lezen: MagNed
fijn weekend
Slide 1 - Diapositive
Leg uit: woordvolgorde? Gebruik: 'werkwoord/verbum' & 'subject'
Slide 2 - Question ouverte
Belangrijkste regels (deze regels moet je al kennen)
Hoofdzin:
subject en direct verbum staan naast elkaar.
direct verbum staat op positie 2 in de zin ("Verb second")
Slide 3 - Diapositive
Wat is de correcte volgorde van een hoofdzin?
A
De hond eet zijn voer op
B
Morgen eet de hond zijn voer op
C
Morgen de hond eet zijn voer op.
D
Zijn voer de hond eet op.
Slide 4 - Quiz
Een hoofdzin kan je herkennen aan:
de plek van het direct verbum (dit is het werkwoord dat je vervoegt)
de plek van het subject (wie of wat doet iets?)
de conjuncties : 'en', 'of', 'maar', 'want', 'dus'. Na deze conjuncties krijg je een hoofdzinvolgorde
Slide 5 - Diapositive
Ik snap wat de volgorde in een hoofdzin is.
Helemaal!
Ik denk het...
ik wil dit nog oefenen
Het is me niet duidelijk
Slide 6 - Sondage
Kies de goede volgorde
A
Peter een nieuwe fiets koopt
B
Gelukkig koopt Peter een nieuwe fiets.
C
Peter een nieuwe fiets koopt.
D
Peter koopt een nieuwe fiets.
Slide 7 - Quiz
Kies de goede volgorde
A
Gisteren vloog Molly naar Amerika.
B
Naar Amerika vloog Molly gisteren.
C
Molly naar Amerika vloog gisteren.
D
Molly vloog gisteren naar Amerika.
Slide 8 - Quiz
Laatste check:
A
Voor zijn ouders Guillermo bakt een grote taart.
B
Een grote taart voor zijn ouders Guillermo bakt.
C
Guillermo bakt een grote taart voor zijn ouders.
D
Een grote taart Guillermo bakt voor zijn ouders.
Slide 9 - Quiz
Van hoofdzin naar bijzin...
Een bijzin, is een deel van een zin dat een andere woordvolgorde heeft. Je hebt nog steeds een direct verbum en een onderwerp, maar de volgorde is anders...
Slide 10 - Diapositive
Wat weet jij over de volgorde in een bijzin?
Slide 11 - Question ouverte
Bijzinnen
Kan je herkennen aan conjuncties
De positie van het direct verbum verandert: verplaats naar achter in de zin
Slide 12 - Diapositive
Voorbeelden
Ik heb honger (HZ), omdat ik alleen een appel heb gegeten (BZ).
Hoewel het verboden is (BZ), geven sommige mensen toch feestjes in coronatijd (HZ).
Leon haalt goede cijfers (HZ), nadat hij hard studeerde (BZ).
Slide 13 - Diapositive
Opdracht
Open de pdf op MB (grammatica - conjucties). Lees de theorie op pagina 1 en 2. (5 min)
Maak hierna opdrachten 5, 6, 7 en 8 (30 minuten). Doe dit in tweetallen (breakout rooms). Let op: noteer je antwoorden in een document.
Upload het document in MB. (individueel).
Slide 14 - Diapositive
Hoofdzin of bijzin? Na de conjunctie 'maar' volgt een...
Slide 15 - Question ouverte
Ik ga dit weekend hardlopen, omdat ik heb echt zin om buiten te zijn
A
Correct
B
Incorrect
Slide 16 - Quiz
Omdat Ilona ziet haar vrienden nu minder, voelt zij zich soms eenzaam
A
Incorrect
B
correct
Slide 17 - Quiz
Sommige leerlingen zijn andere dingen aan het doen, terwijl ze eigenlijk moeten opletten.
A
Correct
B
Incorrect.
Slide 18 - Quiz
Lezen
Bekijk de teksten 'Het fenomeen boyband' en "Gebouwen met een verhaal".
Bestudeer de teksten kort en kies één tekst die je het meest interesseert.
Slide 19 - Diapositive
Welke tekst spreekt jou meteen het meest aan?
Boybands
Verlaten gebouwen
Slide 20 - Sondage
Vragen bij de tekst beantwoorden
Open het document 'vragen bij Magned' op MB.
Werk aan de vragen in het document tot het eind van de les.