voornaamwoorden

voornaamwoorden
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

voornaamwoorden

Slide 1 - Diapositive

Welke persoonlijk voornaamwoorden ken je?

Slide 2 - Question ouverte

persoonlijk voornaamwoorden
ik / mij
jij / jou
hij/zij/het
wij / ons
u
jullie
zij / ze / hen

Slide 3 - Diapositive

welke bezittelijk voornaamwoorden ken je?

Slide 4 - Question ouverte

bezittelijk voornaamwoord
mijn / m'n
jouw / je
haar/zijn / z'n
uw
 onze
jullie
hun

Slide 5 - Diapositive

Let op:
- Hun is nooit het onderwerp.
- Kun je mijn invullen? Dan is het uw / jouw
- Kun je mij invullen? Dan is het u / jou

Slide 6 - Diapositive

Wilt u .... brief op de post doen?

Slide 7 - Question ouverte

Dat boek is van Jasper,
dat boek is van ....

Slide 8 - Question ouverte

Mag ik j... iets vragen?

Slide 9 - Question ouverte

De kapster pakt de schaar, dat is .... schaar.

Slide 10 - Question ouverte

Wat doen jullie daar? .... doen niets.

Slide 11 - Question ouverte

Verbeter de fout.

Slide 12 - Diapositive

Mag ik iets aan uw vragen?

Slide 13 - Question ouverte

Jou antwoord klopt niet.

Slide 14 - Question ouverte

De pannen zijn van uw.

Slide 15 - Question ouverte

Dat is hem ze boek.

Slide 16 - Question ouverte

Dat moet ik aan me vader vragen.

Slide 17 - Question ouverte

Hun hebben dat toch goed gedaan!

Slide 18 - Question ouverte