2021-03-09 GM2 Latijn bijspijkerles 2

Leerdoelen
Aan het einde van de week
          • ken je de woorden van les 4, 5, 6
          • kun je alle vormen van het znw én pers. vnw. herkennen en benoemen
          • kun je van alle naamvallen de functies noemen

          Weektaak:
          Leren:
          • W 4, 5, 6
          • verbuigingsgroep 1-2-3 (HB 103)
          • pers. vnw. (HB 106)
          • functies alle naamvallen (ELO)
          Oefenen met:
          • mandatum 19 (HB 73)
          • mandatum 29 (HB 78)
          • mandatum 31 (HB 79)
          • T6, r. 11-20
          1 / 10
          suivant
          Slide 1: Diapositive
          LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

          Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.

          time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

          Éléments de cette leçon

          Leerdoelen
          Aan het einde van de week
                  • ken je de woorden van les 4, 5, 6
                  • kun je alle vormen van het znw én pers. vnw. herkennen en benoemen
                  • kun je van alle naamvallen de functies noemen

                  Weektaak:
                  Leren:
                  • W 4, 5, 6
                  • verbuigingsgroep 1-2-3 (HB 103)
                  • pers. vnw. (HB 106)
                  • functies alle naamvallen (ELO)
                  Oefenen met:
                  • mandatum 19 (HB 73)
                  • mandatum 29 (HB 78)
                  • mandatum 31 (HB 79)
                  • T6, r. 11-20

                  Slide 1 - Diapositive

                  feminam   servi     dona    reges     nominibus
                    servus    donis     rege     nomina     feminae
                  dono   regum    nominis   feminas   servorum
                     regi  nomen   feminarum   servos    donum
                  nomini   feminis   servum  doni  rex
                      femina  servo    donorum regis  nomine
                         servis   regem   nominum   regibus

                  Slide 2 - Diapositive

                  Vormen leren:
                  • eerst de (bekende) rijtjes leren
                  • dan oefenen met de rijtjes van andere woorden
                  • dan (bekende) vormen herkennen en benoemen
                  • dan alle vormen herkennen en benoemen


                  Vorm herkennen + benoemen = Geef
                  • woord van herkomst + verbuigingsgroep
                  • naamval, geslacht en getal (alle mogelijkheden)

                  Slide 3 - Diapositive

                  Gebruik je stampkaartjes!!
                  PAS OP!!!

                  -a
                  -i
                  -is
                  -um
                  PAS OP!

                  -o
                  -ae
                  -ibus
                  -es
                  -orum
                  Hoera!

                  -am
                  -as
                  -us
                  -os
                  -em
                  -e (maar...)
                  Nom. 3e decl.:

                  civis, cives (hostis etc.)
                  custos, custodes
                  miles, milites (pes etc.)
                  homo, homines (leo etc.)
                  corpus, corpora

                  Slide 4 - Diapositive

                  Coderood-uitgangen
                  -i
                  -um
                  -is
                  -a

                  Slide 5 - Diapositive

                  Slide 6 - Diapositive

                  NAAMVALLEN
                  Nominativus
                  1.
                  2.
                  Genitivus
                  1.


                  Dativus
                  1.
                  2.


                  Accusativus
                  1.
                  2.
                  Ablativus
                  1.
                  2.

                  Slide 7 - Diapositive

                  aquam   pueri   signa    cives     fluminibus
                    deus    templis     nocte     capita    poenae
                  periculo  arborum    ominis   turbas   virorum
                     urbi  flumen   puellarum   annos    forum
                  capiti   pugnis   gladium  periculi  custos
                      aqua  equuo    saxorum militis  capite
                         deis   uxorem   nominum   partibus

                  Slide 8 - Diapositive

                  tu  nostrum   vobis    eum   ea
                    mei  ego   vestrum    eo   eam  mihi
                  tui     is    eorum          eae    me
                      tibi     eius        eis       earum  nos
                  te   ei   eos     eas    nobis     vos


                  Slide 9 - Diapositive

                  Vertaalzinnen:

                  1. Mater eam iubet nobis templum deorum ostendere.
                  2. Auxilio uxoris pater puerorum amicis eorum arcem urbis ostendere.
                  3. Is mihi locum praebet, sed  tu ei locum praebere recusas.

                  Slide 10 - Diapositive