15.1 BVNW verbuigingsgroep 1 en 2 longus

Herhaling
Bekijk de volgende Latijnse zin:

In urbe Romanorum cives et servi habitabant.
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 41 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Herhaling
Bekijk de volgende Latijnse zin:

In urbe Romanorum cives et servi habitabant.

Slide 1 - Diapositive

In urbe Romanorum cives et servi habitabant.
Welke naamval heeft "servi"?

Slide 2 - Question ouverte

In urbe Romanorum cives et servi habitabant.
Welke functie in de zin heeft "cives et servi"?
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
bepaling

Slide 3 - Quiz

In urbe Romanorum cives et servi habitabant.
Welke naamval heeft "Romanorum"?

Slide 4 - Question ouverte

In urbe Romanorum cives et servi habitabant.
Welke functie in de zin heeft "Romanorum"?

Slide 5 - Question ouverte

In urbe Romanorum cives et servi habitabant.
Vertaal de hele zin.

Slide 6 - Question ouverte

Maak een korte Nederlandse zin met een bijvoeglijk naamwoord erin.

Slide 7 - Carte mentale

Maak de zin af: Een bvnw zegt altijd iets over een ....

Slide 8 - Question ouverte

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

HB blz. 80

Slide 13 - Diapositive

Het rijtje van "longus" (mnl) is hetzelfde als dat van ...
A
femina
B
servus
C
donum
D
rex

Slide 14 - Quiz

Het rijtje van "longa" (vrl) is hetzelfde als dat van ...
A
femina
B
servus
C
donum
D
rex

Slide 15 - Quiz

Het rijtje van "longum" (onz) is hetzelfde als dat van ...
A
femina
B
servus
C
donum
D
rex

Slide 16 - Quiz

Alle bvnw die in de woordenlijst eindigen op -us, -a, -um worden op deze manier verbogen!

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Wat is de PV in deze zin?

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Wat zijn bvnw in deze zin?
A
urbe
B
nova
C
cives
D
contenti

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Mandatum 2 (HB2 blz. 81)
Bekijk in het Hulpboek de woordgroepen 
van een znw en een bvnw in verschillende talen.

Slide 26 - Diapositive

Waar staat in het Nederlands het bvnw bij altijd?
A
voor het znw
B
achter het znw
C
beide komt voor

Slide 27 - Quiz

Waar staat in het Engels het bvnw bij altijd?
A
voor het znw
B
achter het znw
C
beide komt voor

Slide 28 - Quiz

Waar staat in het Frans het bvnw bij altijd?
A
voor het znw
B
achter het znw
C
beide komt voor

Slide 29 - Quiz

Kijk naar Mandatum 1 (HB2 blz. 81). Waar staat in het Latijn het bvnw?
A
voor het znw
B
achter het znw
C
beide komt voor

Slide 30 - Quiz

Kijk naar de woordgroep "magna in corbe" (regel 5 of 6). Wat valt je op?

Slide 31 - Carte mentale

Op welke taal lijkt het Latijn het meest wat betreft de plaatsing van het bvnw?
A
Frans
B
Engels
C
Duits
D
Nederlands

Slide 32 - Quiz

Mandatum 1 (HB blz. 81)
Lees het begin van de Latijnse tekst Flumen.
De tekst is nu aangevuld met bijvoeglijke naamwoorden.
Vertaal de zinnen in het Nederlands.

Slide 33 - Diapositive

Rex iratus servum bonum vocat.

Slide 34 - Question ouverte

Servus bonus venit.

Slide 35 - Question ouverte

Parvos infantes audit.

Slide 36 - Question ouverte

Corbem magnam videt.

Slide 37 - Question ouverte

Magna in corbe duo pueri parvi iacent.

Slide 38 - Question ouverte

Pueri parvi clamant et lacrimant.

Slide 39 - Question ouverte

Iratus rex servum bonum iubet pueros parvos necare.

Slide 40 - Question ouverte

vervolg 15.1
Leerdoel 1 en 1B heb je nu gedaan (zie MagisterMe).
Je moet nu nog doen:
  • Drill 15.1 (vormen longus etc. oefenen)
  • Cultuur lezen en opdrachten hierbij maken.
Dit is het huiswerk voor vrijdag 1 april.

Slide 41 - Diapositive