1BK - cursus 5 - paragraaf 1 - werkwoorden

Welkom
  • Ga rustig zitten.

  • Doe je telefoon in de telefoontas.
     
  • Doe je boek alvast open
    op bladzijde 198-199.



1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
  • Ga rustig zitten.

  • Doe je telefoon in de telefoontas.
     
  • Doe je boek alvast open
    op bladzijde 198-199.



Slide 1 - Diapositive

1. Beginnen met een nieuw onderdeel.
2. Wat weet je al?
3. De theorie van §1 doornemen.
4. §Beginnen aan §1 .



In deze les gaan we

Slide 2 - Diapositive

Waarom grammatica?
Als je weet hoe zinnen in elkaar zitten (grammatica), kun je betere zinnen schrijven en maak je minder snel fouten!

Slide 3 - Diapositive

Grammatica

Zinsdelen                                                                 Woordsoorten 

Slide 4 - Diapositive

Woorden van een taal kun je indelen in woordsoorten. Noem een aantal woordsoorten die je op de basisschool hebt geleerd.

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Schrijf vijf woorden op die zeggen wat iemand op de afbeelding doet.

Slide 7 - Question ouverte

De lesdoelen
  • Je weet waar de Cursus grammatica woordsoorten over gaat.
  • Je weet wat woordsoorten zijn.
  • Je kunt werkwoorden herkennen.

Slide 8 - Diapositive

6.2

Slide 9 - Diapositive

Werkwoord
Een werkwoord wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt. Een werkwoord is een woordsoort. Sommige werkwoorden hebben een onbekende betekenis: hebben, kunnen, moeten, zijn

Slide 10 - Diapositive

Werkwoord
Een werkwoord herken je aan het feit dat je die kunt vervoegen. Je maakt er dan verschillende werkwoordsvormen van.
wandel, wandelt, wandelen, wandelde, wandelden, wandelend, gewandeld.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Wat
Cursus 5, paragraaf 1, opdracht 1 t/m 4
Hoe
In je boek (bladzijde 198).
Hulp
Eerst buurman/buurvrouw vragen, daarna vinger omhoog als je het niet begrijpt.
Tijd
5 minuten.

Uitkomst
Je kunt werkwoorden herkennen.
We gaan het na vijf minuten bespreken.
Klaar
Werk alvast verder aan de volgende opdrachten.

timer
5:00

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wat
Cursus 5, paragraaf 1, opdracht 5 t/m 7.
Hoe
In je boek (bladzijde 199). Opdracht 7 in je schrift.
Hulp
Eerst buurman/buurvrouw vragen, daarna vinger omhoog als je het niet begrijpt.
Tijd
10 minuten

Uitkomst
Je kunt werkwoorden herkennen.
We gaan het na vijf minuten bespreken.
Klaar
Werk aan opdracht 8.

timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Waarom gebruiken we eigenlijk hoofdletters en leestekens?

Slide 16 - Question ouverte

Einde van deze les!
Je weet nu:
  • Waar de Cursus grammatica woordsoorten over gaat.
  • Wat woordsoorten zijn?
  • Hoe je werkwoorden kunt herkennen.

Slide 17 - Diapositive

De lesdoelen
  • Je weet waar de Cursus grammatica woordsoorten over gaat.
  • Je weet wat woordsoorten zijn.
  • Je kunt werkwoorden herkennen.

Slide 18 - Diapositive