Cette leçon contient 34 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.
Éléments de cette leçon
SUPERHELD
Les 5
De taak
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Ik weet welke vaardigheden bij "De taak" horen
Ik weet waarom deze vaardigheden belangrijk zijn
Ik weet wanneer ik deze vaardigheden kan gebruiken
Ik heb geoefend met deze vaardigheden
Slide 2 - Diapositive
6 vaardigheden bij "Denken"
Plan en organiseer
Belangrijke zaken eerst
Gebruik al je zintuigen
Streef naar nauwkeurigheid
Zet door
Blijf groeien
De taak
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Maak de juiste keuzes
dig je plan bij.
Probeer je werk zo goed mogelijk te doen. Check of je niets vergeten bent of per ongeluk fout hebt gedaan. Is er wel een foutje ingeslopen, dan is dat geen ramp. Daar leer je immers weer van. Maar als je zorgvuldig bent, kun je fouten voorkomen.
Streef naar nauwkeurigheid
Slide 5 - Diapositive
Op de volgende dia's vind je zoekplaten. Zoek nauwkeurig!
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Zoek de lolly
Slide 13 - Diapositive
Zoek de lolly
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Slide 16 - Vidéo
Gebruik je kennis in nieuwe situaties
Als je iets nieuws geleerd hebt, probeer het dan meteen toe te passen, het liefst in zoveel mogelijk verschillende situaties. Dan blijft wat je geleerd hebt beter hangen, maar je kennis neemt ook toe.
Soms wil je liever opgeven als iets lastig voor je is. Maar je kunt ook hulp vragen, doorgaan met oefenen of kijken hoe een ander het doet. Soms krijg je dan een geweldig idee hoe iets beter kan. Geef nooit op! Succesvolle mensen blijven bij hun taak tot deze is afgerond. Maar als het niet lukt op de manier zoals jij het aan het doen bent, kies dan een plan B!
Zet door
Slide 17 - Diapositive
speel een denkspel
timer
15:00
Slide 18 - Diapositive
Wanneer zat jij in de leerkuil?
Slide 19 - Diapositive
Wat deed jij om uit de leerkuil te komen?
Slide 20 - Diapositive
Slide 21 - Diapositive
Slide 22 - Vidéo
Denk over denken
Doe jij liever wat je al kunt, of vind je het leuk om nieuwe dingen te doen, waar je wat van kunt leren?
Als je veel nieuwe dingen durft te doen, leer je het meest. Succesvolle mensen staan altijd in de leermodus.
Blijf groeien
Slide 23 - Diapositive
Slide 24 - Diapositive
Denk creatief en flexibel
Bedenk vooraf wat je precies moet doen, hoeveel tijd je daarvoor hebt en wat je daarbij nodig hebt. Maak lijstjes en breng daarin prioriteiten aan. Verdeel het werk over de
beschikbare tijd. Start op tijd en laat je niet afleiden
door dingen die niet belangrijk zijn!
Plan en organiseer
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Denk en werk samen
Pak de spullen die je nodig hebt. Leg spullen die je niet nodig hebt weg, zodat ze je niet kunnen afleiden. Maak
een plan (bedenk wat je gaat doen, hoe je dat gaat
doen, met wie je het gaat doen) en ga zo snel mogelijk aan de slag.
Belangrijke zaken eerst
Slide 27 - Diapositive
maak een tijdmeter
UITLEG
Maak een tijdmeter die precies 20 seconden kan meten.
Bedenk met je groepje:
hoe het apparaat werkt
welke materialen je nodig hebt om het te bouwen
wat je allemaal moet doen om het te bouwen
wie wat gaat doen
hoe je kunt zorgen dat het binnen een half uur klaar is.
Slide 28 - Diapositive
OVERLEG
UITLEG
Maak een tijdmeter die precies 20 seconden kan meten.
Bedenk met je groepje:
hoe het apparaat werkt
welke materialen je nodig hebt om het te bouwen
wat je allemaal moet doen om het te bouwen
wie wat gaat doen
hoe je kunt zorgen dat het binnen een half uur klaar is.
timer
15:00
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Diapositive
AAN DE SLAG
timer
30:00
Slide 31 - Diapositive
CHECK DE TIJDMETERS
UITLEG
Maak een tijdmeter die precies 30 seconden kan meten.
Bedenk met je groepje:
hoe het apparaat werkt
welke materialen je nodig hebt om het te bouwen
wat je allemaal moet doen om het te bouwen
wie wat gaat doen
hoe je kunt zorgen dat het binnen een half uur klaar is.
Slide 32 - Diapositive
Quiz
Zoek een interessant weetje op op het internet of bedenk er zelf een. Weet jij bijvoorbeeld hoeveel lijntjes een A4 lijntjespapiertje heeft? Dat zijn er 35! Ik heb ze zelf geteld.