Toets Koude Oorlog - blok 2 media

Oefentoets Koude Oorlog 
blok 2 media
Vooraf
- Zorg dat je volledige antwoorden geeft
- Succes!
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Oefentoets Koude Oorlog 
blok 2 media
Vooraf
- Zorg dat je volledige antwoorden geeft
- Succes!

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leg uit waarom de Koude Oorlog zo genoemd wordt.

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

De volgende woorden horen bij:
Verenigde Staten- Het Westblok - Vrijheid - Vrij om winst te maken - 'De beste wint! '
A
Communisme
B
Kapitalisme
C
Oostblok
D
Koude oorlog

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De volgende woorden horen bij:
De Sovjet Unie - Het Oostblok - Gelijkheid - Iedereen verdient hetzelfde - 'De overheid heeft alle macht'
A
Communisme
B
Kapitalisme
C
Oostblok
D
Koude oorlog

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kenmerken horen bij het Westen en welke bij het Oostblok tijdens de Koude Oorlog? 
Let op! Elk kenmerk mag maar één keer gebruikt worden.
Westblok
Oostblok
De meeste bedrijven zijn staatseigendom. 
Iedereen is vrij om een politieke partij op te richten. 
De overheid bepaalt de economie
In de meeste landen is sprake van vrijheid van meningsuiting. 
Onderwijs en gezondheidszorg zijn gratis

Slide 5 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Na 1949 groeiden de spanningen tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie.
Er waren twee redenen daarvoor? Kies er één.
A
De Verenigde Staten bleven in West-Duitsland om de Sovjet-Unie in de gaten te houden.
B
De Sovjet-Unie wilde niet vertrekken uit West-Duitsland.
C
Het communistische Oost-Europa werd overheerst door de Russen.
D
De Verenigde Staten werkten samen met West-Europese legers, waardoor er in West-Europa een Amerikaans blok ontstond.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was geen gevolg van de Koude Oorlog voor Nederland?
A
Er kwamen schuilkelders.
B
Het leger werd uitgebreid.
C
Er kwamen luchtwachttorens.
D
Er werd voorlichting gegeven over wat je moest doen bij een atoomaanval.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heette Oost-Duitsland na de Tweede Wereldoorlog bijna 40 jaar lang?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heette West-Duitsland na de Tweede Wereldoorlog bijna 40 jaar lang?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was een gevolg van de Koude Oorlog voor Europa?
A
In Oost-Europa was geen vrijheid.
B
West-Europa was armer dan Oost-Europa.
C
Je mocht vanuit Oost-Europa op vakantie in West-Europa.
D
In West-Europa werd veel door de staat bepaald.

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde. Noteer alleen de letters.

A De Sovjet-Unie valt uiteen.
B De Berlijnse Muur valt.
C Berlijn wordt weer de hoofdstad.
D De Berlijnse Muur wordt gebouwd.

Slide 11 - Question ouverte

4 x 1/2 pnt. - 1/2 per fout/vergeten
In welk jaar was de ramp van Tsjernobyl?
A
1949
B
1961
C
1986
D
1989

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Planeconomie
Vrijemarkteconomie
Vraag en aanbod

Verschil arm en rijk
Gelijkheid
Dictatuur
Westblok
Oostblok

Slide 13 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk jaar werd de Berlijnse muur gebouwd?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk jaar viel de Berlijnse muur?

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe wordt de Berlijnse muur ook wel genoemd?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat is een wapenwedloop?
A
Een weddenschap die gaat over wapens
B
Een hardloopwedstrijd waar je wapens mag gebruiken
C
Een soort wedstrijd waar landen betere wapens willen als de ander
D
Een wedstrijd die uitloopt in een oorlog

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer was de Cubacrisis?
A
1946
B
1962
C
1989
D
1992

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat was de uitkomst van de Cubacrisis?
A
Een derde wereldoorlog
B
Zowel VS als SU haalde raketten weg
C
Cubacrisis werd uitgevochten in Cuba
D
Er ontstond een economische crisis in de SU

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie was de winnaar van de Cubacrisis?
A
Cuba
B
De Verenigde Staten
C
Er was sprake van een gelijkspel
D
De Sovjet-Unie

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Beeldvorming
A
(Nieuws)berichten van verschillende kanten belichten
B
Je laat alles tot je komen.
C
Het beeld dat mensen over iets hebben of krijgen.
D
Er is toezicht van de overheid op hetgeen de media naar voren brengen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In Rusland (anno 2022) kiest de Russische overheid wat je mag uitzenden over de oorlog in Oekraïne.
Dit is een voorbeeld van...?
A
Democratie
B
Antisemitisme
C
Censuur
D
Media-problemen

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat valt er NIET onder de media?
A
Kranten en tijdschriften
B
Mobieltjes en internet
C
Radio en Televisie
D
Schoolboeken

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is GEEN voorbeeld van media?
A
Radio
B
Vlag
C
Facebook
D
Televisie

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde van deze toets
Lever de toets in.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions