DISK taak Wonen: presenteer je droomhuis

Wonen
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2ISK

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Wonen

Slide 1 - Diapositive

inspiratie plaatjes

Slide 2 - Diapositive

Ik woon in Joure. ______ jij in Luttelgeest?
A
Woon
B
woont
C
wonen
D
wonnen

Slide 3 - Quiz

Ik woon op een hele rustige plek. Ik woon in een.....
A
Stad
B
Dorp

Slide 4 - Quiz

Ik woon in een drukke plek. Ik woon in een...
A
Stad
B
Dorp

Slide 5 - Quiz

In welke ................. woon jij? Ik woon in Joure.
A
plaats
B
Nederland
C
buurman
D
wonen

Slide 6 - Quiz

Een flat is hetzelfde als een rijtjeshuis.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Ik woon op de 5e ......
A
verdieping
B
flat
C
Woning

Slide 8 - Quiz

Op welke ................ woon jij? Ik woon op de hoogste.
A
want
B
door
C
verdieping
D
huur

Slide 9 - Quiz

Wat is dit?
A
Woonboot
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa

Slide 10 - Quiz

Wat is dit?
A
Camper
B
Caravan
C
Tent
D
Bus

Slide 11 - Quiz

Wat is dit?
A
Bus
B
Caravan
C
Camper
D
Tent

Slide 12 - Quiz

Wat is dit?
A
Woonboot
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa

Slide 13 - Quiz

Wat is dit?
A
Hoekhuis
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa

Slide 14 - Quiz

Wat is dit?
A
Woonboot
B
Flat
C
Rijtjeshuis
D
Villa

Slide 15 - Quiz

Wat is dit?
A
Flat
B
Vrijstaande woning
C
Rijtjeshuis

Slide 16 - Quiz

Wat voor woning is het witte huis?
A
Een tussenwoning
B
Een hoekwoning

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Waar staat jouw droomhuis (land, plaats)?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Met wie woon je in het huis?

Slide 23 - Question ouverte

Met welke dieren woon je in het huis?

Slide 24 - Question ouverte

Hoeveel kamers heeft het huis?

Slide 25 - Question ouverte

Hoeveel badkamers en wc's heeft het huis?

Slide 26 - Question ouverte

Meervoud quiz

Slide 27 - Diapositive

De ruimte
A
De ruimteren
B
De ruimtes
C
De ruimtening

Slide 28 - Quiz

De woonkamer
A
De woonkamers
B
De woonkameren
C
De woonkamerning

Slide 29 - Quiz

De stoel
A
De stoels
B
de stoelen
C
De stoeleren

Slide 30 - Quiz

De tafel
A
De tafelen
B
De tafeleren
C
De tafels

Slide 31 - Quiz

De kast
A
De kasten
B
De kasteren
C
De kasts

Slide 32 - Quiz

De gordijn
A
De gordijns
B
De gordijnen
C
De gordijning

Slide 33 - Quiz

De bank
A
De banks
B
De bankeren
C
De banken

Slide 34 - Quiz

De keuken
A
De keukens
B
De keukeren
C
De keukening

Slide 35 - Quiz

De slaapkamer
A
De slaapkameren
B
De slaapkamers
C
De slaapkamering

Slide 36 - Quiz

De wc
A
De wc's
B
De wces
C
De wceren

Slide 37 - Quiz

Het toilet
A
De toiletten
B
De toilets
C
De toilteren

Slide 38 - Quiz

De woning
A
De wonings
B
De woningeren
C
De woningen

Slide 39 - Quiz