VWO 4 Of Course unit 1 lesson 4 (2) 2324

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

VWO 4 Of Course unit 1 lesson 4

Today

Class work

• Grammar explanation
• Vocabulary extra
  
  

Independent work

• Continue 'lesson 4'
  

Lesson objectives

• I know when to choose for the simple past or the present perfect. 
• I know what I have to do with the vocabulary extra exercise.
• I have continued working according to my own schedule. 

Simple past and present perfect.

We have already studied what the simple past and present perfect were separately. 

What do you remember? 

Simple past

Present perfect

Simple past

• Verleden tijd
• Afgesloten gebeurtenissen
• Werkwoord + ed
• Onregelmatige ww moet je leren
• Vragen maken met did
• Ontkenningen maken met didn't 

Present perfect

• Voltooid tegenwoordige tijd
• Bij dingen die in het verleden zijn begonnen en nog bezig zijn; in het verleden gebeurd zijn maar er staat niet bij wanneer; als iets net gebeurd is
• have/has + voltooid deelwoord
• voltooid deelwoord: ww + ed / onregelmatig 3e rijtje 

Hoe kies je de juiste? --> zoek naar signaalwoorden

• simple past: tijdsbepalingen in het verleden (yesterday, three weeks ago, when I was younger, etc.) 
  Yesterday I visited my aunt. 
  They went to the zoo last weekend. 
  
  
• present perfect: for (+tijd), since (+tijd), so far, (not) yet, how long, always, never, just, already
  I have lived here since I was three years old. 
  So far nothing bad has happened. 

Stappenplan

1. Lees de zin goed. 

2. Staan er signaalwoorden in de zin? 

3. Kijk goed naar de betekenis van de zin. 

4. Kies de juiste grammaticale tijd.

5. Vervoeg het werkwoord op de juiste manier. 

Opdracht

• Maak individueel 3 zinnen met de simple past en 3 zinnen met de present perfect. 
• Kies in elke zin voor een ander werkwoord én een ander signaalwoord/tijdsbepaling. 
• 3 minuten 

Opdracht

• Vergelijk jouw zinnen met die van jouw buurman/-vrouw 
• Zie jij eventuele fouten die gemaakt zijn? Verbeter deze dan.
• Schrijf de zinnen die je zelf nog niet had over. 
• 3 minuten  

Opdracht

• Schrijf één van jouw zinnen op het bord. 
• Spreek onderling af wie 'adverb' en 'adjective' schrijft.
• Kijk goed op het bord en kies een zin die er nog niet staat.  

Simple past or present perfect

Let's practise.

Put the verb in the correct form for each of the following sentences. 

I ...(never / go) to Vienna

My great great grandfather ...(have) five sisters.

He ...(live) in Manila for a year when he was a student.

Ow! I ...(cut) my finger!

John ...(never / understand) the present perfect.

We ...(see) Oliver yesterday.

I ...(go) to the cinema last night.

Simple past or present perfect

Any questions about choosing between these two forms? 

A video and extra practice assignments can be found at the end of this Lesson Up. 

Vocabulary extra 

• For your test you have to know the meaning of these hyphenated words.
• You also should be able to use them in a sentence. 
• You have to be able to combine the words correctly yourself. 
• Practise this by doing the exercise from the book. 

What to do? 

• Follow week task 

To do: exercise 1 – 15 + Test Yourself lesson 1.4

Study: study box lesson 1.1 – 1.3 Du-En + En-Du

Today...

... we talked about the difference between the simple past and the present perfect.

... you had time to continue with your week task. 

Next class...

... final class to work on week task.

... time to study and do the Test Yourself.

Have a nice weekend! 

agendaweb.org