Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 20 min
Éléments de cette leçon
Plattegrond maandag en vrijdag
Slide 1 - Diapositive
Herhalingsles tekstverbanden en signaalwoorden
Slide 2 - Diapositive
TEKSTVERBANDEN
Zorgen ervoor dat
woorden, zinnen en alinea's
met elkaar samenhangen.
Slide 3 - Diapositive
SIGNAALWOORDEN
-Verbinden zinnen of alinea’s met elkaar.
-Het zijn woorden die aangeven wat voor verband er tussen de verschillende alinea’s of zinnen bestaat.
-Signaalwoorden helpen de lezer, geven structuur aan de tekst en zorgen voor samenhang tussen alinea’s. -Welk signaalwoord er gebruikt wordt, ligt aan het soort tekstverband.
Slide 4 - Diapositive
Hoe herken je verbanden tussen zinnen?
1. Let op de signaalwoorden als je een tekst leest! De signaalwoorden zeggen: Let op! Er komt nu een verband aan.
2. Lees het stukje tekst goed. Onderstreep signaalwoorden.
3. Bedenk steeds: bij welk verband hoort het signaalwoord. Welk verband kan het zijn?
4. Lees de zinnen in de tekst nog een keer. Bedenk of het verband klopt.
Slide 5 - Diapositive
Tekstverbanden
- opsomming
- tegenstelling
- voorbeeld (toelichting)
- tijdsvolgorde (chronologie)
- oorzaak-gevolg
- voorwaarde
Slide 6 - Diapositive
Tekstverband opsomming
In een zin of een alinea kunnen zaken achter elkaar opgesomd worden. Opsommingen herken je aan een dubbele punt (:), liggende streepjes (-), getallen (1,2,3...) of dots (o)
Signaalwoorden:
ten eerste - ten tweede - bovendien - ook - ten slotte - verder
Slide 7 - Diapositive
Tekstverband opsomming
Voor het maken van pindakaas heb je nodig: 2 zakken gezouten pinda's, 1 zak ongezouten pinda's en 0,5 dl zonnebloemolie.
De opsomming is: - 2 zakken gezouten pinda's; - 1 zak ongezouten pinda's; - 0,5 dl zonnebloemolie.
Slide 8 - Diapositive
Tekstverband tegenstelling
In een zin of een alinea kunnen zaken worden genoemd die elkaars tegenstelling zijn.
Signaalwoorden:
tegenover - maar - hoewel - echter - toch -
aan de ene kant... - aan de andere kant ...
Slide 9 - Diapositive
Tekstverband tegenstelling
Veel mensen willen naar het optreden van Ed Sheeran, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop.
De tegenstelling is:
veel mensen → beperkt aantal kaarten
Slide 10 - Diapositive
Tekstverband voorbeeld (toelichting)
In een zin of alinea kunnen voorbeelden van zaken gegeven worden.
Signaalwoorden:
bijvoorbeeld - zo - zoals - neem nou - denk aan -
onder andere - ter illustratie
Slide 11 - Diapositive
Tekstverband voorbeeld (toelichting)
Ik ga graag op vakantie naar warme landen, zoals Aruba, Spanje, Brazilië en Mexico,
De voorbeelden (toelichting) zijn: Aruba, Spanje, Brazilië en Mexico.
Bij welk verband hoort het signaalwoord TENSLOTTE ?
Slide 20 - Question ouverte
Bij welk verband hoort het signaalwoord ZOALS?
Slide 21 - Question ouverte
Bij welk verband hoort het signaalwoord BOVENDIEN?
Slide 22 - Question ouverte
Bij welk verband hoort het signaalwoord ONDER ANDERE?
Slide 23 - Question ouverte
Bij welk verband hoort het signaalwoord HOEWEL?
Slide 24 - Question ouverte
Kun jij signaalwoorden vinden in de volgende zin? "Hij heeft veel verschillende soorten films in huis, onder andere de reeks van James Bond en Kuifje."
Slide 25 - Question ouverte
Kun jij signaalwoorden vinden in de volgende zin? "Ten eerste vind ik Amsterdam een mooie stad en verder vind ik het een heel gezellige stad."
Slide 26 - Question ouverte
Wat zijn de bijbehorende verbanden in zin 1?
Slide 27 - Question ouverte
Wat zijn de bijbehorende verbanden in zin 2?
Slide 28 - Question ouverte
Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband. Het is niet gelijk verdeeld.
Tegenstelling
Voorbeeld
Opsomming
echter
zo
maar
denk aan
zoals
ook
onder andere
hoewel
Slide 29 - Question de remorquage
Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband. Het is niet gelijk verdeeld.
Tegenstelling
Voorbeeld
Opsomming
neem nou
ten slotte
en
verder
toch
denk aan
onder andere
tegenover
Slide 30 - Question de remorquage
Lees de tekst en benoem de verbanden
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Diapositive
EN
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)
Slide 33 - Quiz
MAAR
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)
Slide 34 - Quiz
OOK
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)
Slide 35 - Quiz
MAAR
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)
Slide 36 - Quiz
ONDER ANDERE
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)
Slide 37 - Quiz
EN
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)
Slide 38 - Quiz
MAAR
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)
Slide 39 - Quiz
En nu...
- Check even of je helemaal bij bent. Zo niet: maak alles af van Lezen, Woordenschat en Taalverzorging.
Daarna:
- Maak de oefentoets
óf
- Zet de woordenlijst in Quizlet en ga de woorden en uitdrukkingen leren.
Slide 40 - Diapositive
Wat weten we nu?
tekstverbanden en signaalwoorden
verbanden
signaalwoorden
opsomming
tegenstelling
voorbeeld (toelichitng)
liggende streepjes (-)
hoewel
daarnaast
maar
dubbele punt (:)
Slide 41 - Diapositive
Klaar?
Maak de Quizlet over H3 woordenschat. Oefen dit goed voor je toets!
M3 H3 Woordenschat en uitdrukkingen (en de betekenis) NN5e