M3 H3: Tekstverbanden en signaalwoorden herhaling

   Herhalingsles tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

   Herhalingsles tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 2 - Diapositive

SIGNAALWOORDEN

Verbinden zinnen of alinea’s met elkaar.

Het zijn woorden die aangeven wat voor verband er tussen de verschillende alinea’s of zinnen bestaat.

Signaalwoorden helpen de lezer, geven structuur aan de tekst en zorgen voor samenhang tussen alinea’s.
 Welk signaalwoord er gebruikt wordt, ligt aan het soort tekstverband.

Slide 3 - Diapositive

Magister Me
- Overzicht tekstverbanden en signaalwoorden pdf.
- Leer de verbanden en signaalwoorden

Slide 4 - Diapositive

Hoe herken je verbanden tussen zinnen?


1. Let op de signaalwoorden als je een tekst leest! De signaalwoorden zeggen: Let op! Er komt nu een verband aan.

2. Lees het stukje tekst goed. Onderstreep signaalwoorden.

3. Bedenk steeds: bij welk verband hoort het signaalwoord. Welk verband kan het zijn?

4. Lees de zinnen in de tekst nog een keer. Bedenk of het verband klopt.


Slide 5 - Diapositive

Tekstverband opsomming

In een zin of een alinea kunnen zaken achter elkaar opgesomd worden. Opsommingen herken je aan een dubbele punt (:), liggende streepjes (-), getallen (1,2,3...) of dots (o)


Signaalwoorden:

ten eerste - ten tweede - bovendien - ook - ten slotte - verder


Slide 6 - Diapositive

Tekstverband opsomming

Voor het maken van pindakaas heb je nodig: 2 zakken gezouten pinda's, 1 zak ongezouten pinda's en 0,5 dl zonnebloemolie.


De opsomming is:
- 2 zakken gezouten pinda's;
- 1 zak ongezouten pinda's;
- 0,5 dl zonnebloemolie.

Slide 7 - Diapositive

Tekstverband tegenstelling

In een zin of een alinea kunnen zaken worden genoemd die elkaars tegenstelling zijn.


Signaalwoorden:

tegenover - maar - hoewel - echter - toch - 

aan de ene kant... - aan de andere kant ...


Slide 8 - Diapositive

Tekstverband tegenstelling

Veel mensen willen naar het optreden van Ed Sheeran, maar er zijn maar een beperkt aantal kaarten te koop.


De tegenstelling is:

veel mensen       beperkt aantal kaarten


Slide 9 - Diapositive

Tekstverband voorbeeld (toelichting)


In een zin of alinea kunnen voorbeelden van zaken gegeven worden.


Signaalwoorden:

bijvoorbeeld - zo - zoals - neem nou - denk aan -

onder andere - ter illustratie

Slide 10 - Diapositive

Tekstverband voorbeeld (toelichting)


Ik ga graag op vakantie naar warme landen, zoals Aruba, Spanje, Brazilië en Mexico,


De voorbeelden (toelichting) zijn:
Aruba, Spanje, Brazilië en Mexico.

Slide 11 - Diapositive

Tekstverbanden 
- chronologisch 
- voorwaarde
- overeenkomst
- oorzaak en gevolg
- reden
- voorwaarde

Slide 12 - Diapositive

Bij welk verband hoort het signaalwoord MAAR?

Slide 13 - Question ouverte

Bij welk verband hoort het signaalwoord TENSLOTTE ?

Slide 14 - Question ouverte

Bij welk verband hoort het signaalwoord ZOALS?

Slide 15 - Question ouverte

Bij welk verband hoort het signaalwoord BOVENDIEN?

Slide 16 - Question ouverte

Bij welk verband hoort het signaalwoord ONDER ANDERE?

Slide 17 - Question ouverte

Bij welk verband hoort het signaalwoord HOEWEL?

Slide 18 - Question ouverte

Kun jij signaalwoorden vinden in de volgende zin?
"Hij heeft veel verschillende soorten films in huis, onder andere de reeks van James Bond en Kuifje."

Slide 19 - Question ouverte

Kun jij signaalwoorden vinden in de volgende zin?
"Ten eerste vind ik Amsterdam een mooie stad en verder vind ik het een heel gezellige stad."

Slide 20 - Question ouverte

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband. Het is niet gelijk verdeeld.
Tegenstelling
Voorbeeld
Opsomming
echter
zo
maar
denk aan
zoals
ook
onder andere
hoewel

Slide 21 - Question de remorquage

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband. Het is niet gelijk verdeeld.
Tegenstelling
Voorbeeld
Opsomming
neem nou
ten slotte
en
verder
toch
denk aan
onder andere
tegenover

Slide 22 - Question de remorquage

Tekst fraudeurs nepsite Dixons
- Lees de tekst op het uitgedeelde kopie.
- De signaalwoorden waar de volgende vragen over gaan, zijn onderstreept.

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

EN
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)

Slide 25 - Quiz

MAAR
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)

Slide 26 - Quiz

OOK
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)

Slide 27 - Quiz

MAAR
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)

Slide 28 - Quiz

ONDER ANDERE
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)

Slide 29 - Quiz

EN
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)

Slide 30 - Quiz

MAAR
A
opsomming
B
tegenstelling
C
voorbeeld (toelichting)

Slide 31 - Quiz

Doe- opdracht
Afspraken;
- Werk in gemixte groepjes met jongens en meisjes
- Doel leren tekstverbanden met signaalwoorden

- Kwartet signaalwoorden in viertallen
- Zoek de signaalwoorden bij de tekstverbanden

Slide 32 - Diapositive