MYP1 (P) 2024-2025 UNIT1

Unit 1 - De appel valt niet ver van de boom
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Unit 1 - De appel valt niet ver van de boom

Slide 1 - Diapositive

Brief schrijven

Slide 2 - Diapositive

Uit welke onderdelen bestaat een brief?

Slide 3 - Question ouverte

Nette/formele briefB
Persoonlijke/informele brief
Lieve...
Beste
'jij' of 'je'
'u'
Groetjes,
Kusjes,
Hoogachtend,
Liefs,
Met vriendelijke groeten,

Slide 4 - Question de remorquage

BELANGRIJK

Slide 5 - Carte mentale

Wat is correct?
A
amsterdam,12 mei 2022
B
amsterdam, 12 Mei 2022
C
Amsterdam, 12 mei 2022
D
12 mei 2022, Amsterdam

Slide 6 - Quiz

Je schrijft een brief naar de koning van Nederland
A
Lieve.....
B
Hoi......
C
Beste.....
D
Geachte.....

Slide 7 - Quiz

Uit hoeveel delen bestaat het middenstuk van jouw brief?
A
4
B
3
C
2
D
7

Slide 8 - Quiz

Welke is correct?
A
Groetjes, juf Eric.
B
Met friendelijke groeten, Eric.
C
kusjes, juf eric
D
Liefs, juf Eric

Slide 9 - Quiz

Hoe ziet het middenstuk eruit van jouw brief?
A
kern - slot - inleiding
B
kern - middenstuk - slot
C
inleiding - kern - afsluiting
D
inleiding - kern - slot

Slide 10 - Quiz

Wat vertel je in de inleiding?
A
Wie je bent
B
Waarom je deze brief schrijft
C
Wat je hoopt
D
Wat je gaat doen met deze brief

Slide 11 - Quiz

Wat schrijf je in het slot van jouw brief?
A
de groeten!
B
een vraag of een verzoek voor de lezer
C
jouw naam en de groeten
D
waarom je deze brief schrijft

Slide 12 - Quiz

Waar schrijf je de hoofdletters?
A
1e regel - plaatsnaam
B
'meneer' of 'mevrouw' is met een hoofdletter in de aanhef
C
1e regel - plaatsnaam & naam van de maand
D
'Sinterklaas' of 'Kerstman' is met een hoofdletter

Slide 13 - Quiz

Is het verstandig om altijd (hele) lange zinnen te maken?
A
Ja - maar let op komma's!
B
Ja - dat is altijd een goed idee!
C
Als ze maar niet langer zijn dan 25 woorden
D
Korte zinnen zijn makkelijker!

Slide 14 - Quiz

Uit hoeveel alinea's bestaat jouw brief?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quiz

                  Dinsdag, 03 decmber
iSams: registratie                                    Lesdoelen 
ZINNEN ONTLEDEN
Quiz zinsontleding

BRIEF SCHRIJVEN
Quiz over brief schrijven

Slide 16 - Diapositive

Wat gaan we vandaag leren?
- wat zijn: pv/ww gez/ond
- briefconventies (herhalen)

Slide 17 - Diapositive

ZINSONTLEDING

Slide 18 - Diapositive

Wat is een briefconventie?
A
Een soort brugklas examen.
B
Een standaard voor het schrijven van brieven.
C
Een type schoolproject.
D
Een verplicht vak in de brugklas.

Slide 19 - Quiz

Welke zin is correct in een formele brief?
A
Hallo, wat is er?
B
Geachte heer/mevrouw,
C
Beste vriend,
D
Yo, hoe gaat het?

Slide 20 - Quiz

Wat hoort niet in een formele brief?
A
Een handtekening.
B
Een afsluiting.
C
Een aanhef.
D
Persoonlijke grappen en opmerkingen.

Slide 21 - Quiz

Wat is de juiste aanhef voor een brief?
A
Beste Jan,
B
Geachte heer/mevrouw,
C
Hallo allemaal,
D
Met vriendelijke groet,

Slide 22 - Quiz

Waar moet je de datum plaatsen?
A
Bovenaan de brief
B
Na de aanhef
C
Onder de handtekening
D
In de ondertekening

Slide 23 - Quiz

Wat hoort in de inleiding?
A
Doel van de brief
B
Handtekening
C
Persoonlijke groet
D
Afsluiting van de brief

Slide 24 - Quiz

Welke toon is geschikt voor een formele brief?
A
Respectvol en professioneel
B
Vriendelijk en informeel
C
Duidelijk en zakelijk
D
Speels en luchtig

Slide 25 - Quiz

Waar gebruik je hoofdletters?
A
Bij het afsluiten van de brief
B
Tegenwoordig in elke zin
C
Aan het begin van een zin
D
Bij namen en plaatsen

Slide 26 - Quiz

Hoeveel alinea's moet een goede brief hebben?
A
Altijd drie alinea's
B
Minimaal drie alinea's
C
Maximaal één alinea
D
Geen alinea's

Slide 27 - Quiz

Wat is belangrijk bij interpunctie?
A
Alleen komma's gebruiken
B
Juiste gebruik van punten en komma's
C
Geen interpunctie gebruiken
D
Alleen punten gebruiken

Slide 28 - Quiz

Wat is een correcte afsluiting van een brief?
A
Hallo daar
B
Ik ben weg
C
Met vriendelijke groet
D
Tot ziens

Slide 29 - Quiz

Wat betekent spelling in een brief?
A
De lengte van de brief
B
De stijl van de brief
C
Juiste schrijfwijze van woorden
D
De inhoud van de brief

Slide 30 - Quiz

Wie is het publiek van een schoolbrief?
A
Huisdieren
B
Buren
C
Docenten
D
Medeleerlingen

Slide 31 - Quiz

Wat moet je altijd vermelden in de aanhef?
A
Naam van de ontvanger
B
Datum
C
Onderwerp
D
Plaatsnaam en datum

Slide 32 - Quiz

Wat is de functie van de inhoud van een brief?
A
Advertenties plaatsen
B
Vraag stellen
C
Informatie geven
D
Vermaak bieden

Slide 33 - Quiz