Assertiviteit

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
sovaMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

LESDOELEN

1) Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat 'assertiviteit, sub-assertief en agressiviteit' betekent.

2) Je kunt een voorbeeld geven van een assertieve reactie. 

3) Je kunt in je eigen woorden de verschillen noemen tussen een assertieve reactie, een subassertieve reactie en agressieve reactie.

Slide 3 - Diapositive

Wat is assertiviteit?

Slide 4 - Question ouverte

Assertief zijn is...

- Opkomen voor jezelf

- Rekening houden met jezelf én met de ander

- Je mening durven geven

- 'Nee' durven zeggen

- Je grenzen aangeven

- Niet over je heen laten lopen 




Slide 5 - Diapositive

Je staat in de rij bij de supermarkt en iemand dringt voor. Niet fijn, je hebt haast. Wat is een assertieve reactie?
A
Je baalt, maar zegt niks
B
Je wordt heel boos en begint te schreeuwen
C
Je zegt op een nette manier dat je eerder in de rij stond
D
Je begint met andere klanten te praten over dit asociale gedrag

Slide 6 - Quiz

Wat is subassertief?

Slide 7 - Question ouverte

Subassertief zijn is...

- Je grenzen niet aangeven

- Over je heen laten lopen

- Niet zeggen wat je wilt of vindt

- Doen wat anderen willen

- Geremd en stil zijn

- Bang zijn voor ruzie


Slide 8 - Diapositive

Wat is agressief?

Slide 9 - Question ouverte

Agressief zijn is...

- Voor jezelf opkomen, ten koste van de ander

- Tot een conflict komen

- Ikke ikke ikke en de rest kan stikken (eigen belang)

- Niet naar de ander luisteren

- De ander de schuld geven





Slide 10 - Diapositive

Wat ben je zelf?
Assertief, subassertief of agressief?

Slide 11 - Question ouverte

Slide 12 - Vidéo

Casus 1
Je hebt enkele goede vrienden uitgenodigd om bij jou te logeren in het weekend. Je trekt veel met elkaar op en het worden gezellige dagen. Je bent tevreden, maar ook blij dat ze weer weggaan, omdat je je erop verheugt eindelijk eens wat tijd voor jezelf te hebben. Maandagmorgen bij het ontbijt zeggen je vrienden: ”We hebben besloten nog een paar dagen te blijven. Het was hier echt tof en we hebben toch nog vakantie. We hopen dat je ermee akkoord gaat, want voor ons is dit echt vakantie…”

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive


Als je assertief bent...
A
Denk je aan jezelf en de ander
B
Denk je alleen aan de ander
C
Denk je alleen aan jezelf
D
Geef je je grenzen NIET aan

Slide 20 - Quiz

Casus

Je loopt ruim een maand stage bij een verpleeghuis. Iedere dag na de lunch moet jij de afwas doen. Het is een flinke stapel en niemand helpt je...



Wat doe je hiermee als je....

  •  subassertief bent
  •  assertief bent
  •  agressief bent







Slide 21 - Diapositive

Je leidinggevende vraagt of je wilt werken vanavond.
Eigenlijk ben je super moe en zie je het niet zitten.
Wat is een subassertieve reactie?
A
Je zegt dat het je helaas niet gaat lukken vanavond
B
Je zegt 'haha, bekijk het maar!!'
C
Je zegt ja, maar je meldt je de volgende dag 'ziek'
D
Je gaat toch werken, want je bent bang dat hij anders boos wordt

Slide 22 - Quiz

Stelling 1 - bij agressiviteit ga je over de grens van de ander
Stelling 2 - bij subassertiviteit gaat de ander over jouw grens
A
Stelling 1 juist Stelling 2 onjuist
B
Stelling 1 onjuist Stelling 2 juist
C
Beide stellingen JUIST
D
Beide stellingen ONJUIST

Slide 23 - Quiz

Zijn de lesdoelen behaald?
1) Je kunt in je eigen woorden uitleggen wat 'assertiviteit, sub-assertief en agressiviteit' betekent.
2) Je kunt een voorbeeld geven van een assertieve reactie.
3) Je kunt in je eigen woorden de verschillen noemen tussen een assertieve reactie, een subassertieve reactie en agressieve reactie.

Slide 24 - Diapositive

Zijn er nog vragen/onduidelijkheden

Slide 25 - Diapositive