Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Vidéo
Een quote/uitspraak?
Deze varianten moet je uit je hoofd leren!
De docent zei: "Ik ben het daar niet mee eens."
"Vind jij het goed?" vroeg ik hem. "Jazeker!" antwoordde hij.
"Ik ben het daar niet mee eens," zei de docent, "maar vooruit dan maar."
"Ik vind het goed," zei de docent. "Hoewel het niet zo leuk is."
Slide 2 - Diapositive
Wat doe je met een ?!
Na ! en ? en de aanhalingstekens komt een kleine letter als de zin doorloopt. Let op de plek van het leesteken en de spatie.
"Wie ben jij?" vroeg ik aan de man.
"Ik ben gek!" riep hij terug.
Slide 3 - Diapositive
Welke zin klopt?
A
"Wie is gek?" Vroeg ik de studenten.
B
"Wie is gek"? vroeg ik de studenten.
C
"Wie is gek?" vroeg ik de studenten.
D
"Wie is gek?", vroeg ik de studenten.
Slide 4 - Quiz
A
"Als ik klaar ben," zei Jan, "mag ik dan weg?"
B
"Als ik klaar ben," zei Jan. "Mag ik dan weg?"
C
"Als ik klaar ben," zei Jan, mag ik dan weg?
D
Als ik klaar ben, zei Jan, mag ik dan weg?
Slide 5 - Quiz
je zet de etalage veel te vol riep de eigenaar van de parfumeriezaak
Slide 6 - Question ouverte
de kerstman bezocht met kerstmis drie rotterdamse ziekenhuizen
Slide 7 - Question ouverte
de ober zei tegen de toerist in dit cafe mag u geen eigen drank nuttigen
Slide 8 - Question ouverte
jasper vroeg aan meneer molenaar weet u hoeveel dagen we vrij hebben met pinksteren
Slide 9 - Question ouverte
nederlands is best lastig vind ik er zijn een aantal dingen die vervelend zijn zoals spelling grammatica lezen en de lessen van mevrouw dijkstra ik zei tegen haar hopelijk is het rond de zomer allemaal voorbij dat vond ze niet zo leuk geloof ik