Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
Advertorial
Advertentie
in een artikel
Is de informatie in een advertorial betrouwbaar?
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Naar school neem ik meerdere dingen mee, zoals: schoolpas, pennen en schriften.
Zoals is het signaalwoord voor .......
A
Opsomming
B
Voorbeeld
C
Oorzaak-gevolg
D
Voorwaarde
Slide 3 - Quiz
Doordat de trein was vertraagd, kwam ik te laat op school.
Doordat is het signaalwoord voor ......
A
Oorzaak-gevolg
B
Doel-middel
C
Opsomming
D
Tijdsvolgorde (chronologie)
Slide 4 - Quiz
Ook het tweede lesuur had ik best kunnen missen.
Ook is een signaalwoord voor een .....
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Oorzaak-gevolg
D
Tijdsvolgorde (chronologie)
Slide 5 - Quiz
Aan welk signaalwoord kun je een conclusie herkennen?
Slide 6 - Question ouverte
Ik eet geen vlees, toch lijkt het mij wel heel lekker.
Wat voor een soort signaalwoord is TOCH?
A
Tegenstelling
B
Conclusie
C
Volgorde
D
Tijd
Slide 7 - Quiz
Mijn zusje vindt een pretpark niet leuk, omdat ze nergens in durft.
Wat voor een soort signaalwoord is OMDAT?
A
Conclusie
B
Reden
C
Tegenstelling
D
Opsomming
Slide 8 - Quiz
In de achtbaan zat een stevige band, daarmee werd Suus werd aan haar stoel vastgemaakt.
A
doel/middel
B
oorzaak/gevolg
C
opsomming
D
vergelijking
Slide 9 - Quiz
Welk signaalwoord geeft GEEN tijd aan?
A
Voordat
B
Tijdens
C
Dus
D
Later
Slide 10 - Quiz
Welk tekstverband herken je? Door een goede concentratie, kun je sneller je werk afmaken.
A
tijdsvolgorde
B
voorwaarde
C
doel-middel
Slide 11 - Quiz
In welk antwoord lees je een oorzaak-gevolg?
A
Evert is een ontzettend avontuurlijke vent. Zijn vriend daarentegen is een enorme huismus die er geen behoefte aan heeft bijzondere dingen te beleven.
B
Het lijkt me niet verstandig die cd nieuw te kopen. Je zou bijvoorbeeld eens op Marktplaats kunnen kijken, waar ontzettend veel cd’s voor heel lage prijzen worden aangeboden.
C
Mijn oom kwam in een lange file terecht. Daardoor kwam hij te laat op zijn werk en miste hij een belangrijke afspraak.
Slide 12 - Quiz
Uitdrukking of spreekwoord?
Op zijn strepen staan
A
uitdrukking
B
spreekwoord
Slide 13 - Quiz
Uitdrukking of spreekwoord?
Het is vijf voor twaalf
A
uitdrukking
B
spreekwoord
Slide 14 - Quiz
Uitdrukking of spreekwoord?
Er is niets nieuws onder de zon
A
uitdrukking
B
spreekwoord
Slide 15 - Quiz
Uitdrukking of spreekwoord?
De kaas niet van je brood laten eten
A
uitdrukking
B
spreekwoord
Slide 16 - Quiz
Uitdrukking of spreekwoord?
Dat is de aard van het beestje
A
uitdrukking
B
spreekwoord
Slide 17 - Quiz
Opmaak van een tekst
Aan de opmaak zie je vaak snel wat voor tekst het is: bijvoorbeeld een zakelijke brief, een advertentie of een column.