Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Nederlands
Voorbereiding examen spreken
Slide 1 - Diapositive
Terugblik
Opbouw: Inleiding, middenstuk, slot
1 min. pitch (inleiding)
Stelling
2/3 argumenten
PowerPoint
Slide 2 - Diapositive
Doelen van vandaag
Aan het eind van deze les:
Weet jij wat non-verbale en verbale communicatie betekent.
Heb je EINDELIJK een stelling ;). YEAH!
Heb jij minimaal 1 STERK argument.
Slide 3 - Diapositive
Zoek de verschillen....
Je krijgt nu twee filmpjes te zien van personen die presenteren. Wat zijn verschillen tussen deze twee presentaties?
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Welke verschillen kun je noemen?
Slide 7 - Carte mentale
In een presentatie gebruik je verbale en
non-verbale communicatie.
Slide 8 - Diapositive
Maar wat betekent dit eigenlijk?
Slide 9 - Question ouverte
Non-verbaal = houding
- Sta met twee benen op de grond. - Je knieën een beetje gebogen. - Je armen langs je lichaam. - Rug recht, schouders naar achteren. - Ogen het publiek in.
Slide 10 - Diapositive
Verbaal = woorden
Feit: iets wat zo is! Dit kun je bewijzen.
Mening: iets wat je vindt.
Voorbereiding!
Stelling --> aan de slag met argumenten
Slide 11 - Diapositive
Ik heb een stelling
Slide 12 - Sondage
1 stelling:
Een stelling is een bewering die je doet over iets. Een stelling hoeft niet waar te zijn. Iemand anders kan zeggen dat jouw stelling niet waar is.
Je kunt een stelling verwerpen met behulp van feiten en argumenten.
2/3 argumenten:
Argument is een feit waarmee je een stelling probeert te bewijzen of te ontkrachten, ook wel een bewijsmiddel.
Slide 13 - Diapositive
Opdracht
- stelling definitief, bericht met stelling naar Mayke (MKSM) via TEAMS
- laptop, ga informatie zoeken. google! check op waarheid.
- aan de slag met 3 argumenten --> FEITEN, je moet dit kunnen bewijzen.
timer
30:00
Slide 14 - Diapositive
Zijn onze doelen behaald?
Je weet nu wat non-verbale en verbale communicatie betekent.
Je hebt EINDELIJK een stelling ;). YEAH!
Je hebt minimaal 1 STERK argument.
Slide 15 - Diapositive
Wat vond je van deze les?
A
Super leuk
B
Heel leuk
C
Leuk
D
Gewoon leuk, ja .. het is school.
Slide 16 - Quiz
Vrijdag
- Informatie onderwerp
- Indelen in spreekschema, inleiding, middenstuk & slot