Les 2 -verbanden en signaalwoorden

Signaalwoorden
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Doe oortjes in

en bekijk de volgende filmpjes!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Ingewikkeld

of niet?


Verbanden in teksten

Slide 5 - Diapositive

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 6 - Diapositive

SIGNAALWOORDEN

Verbinden zinnen of alinea’s met elkaar.

Het zijn woorden die aangeven wat voor verband er tussen de verschillende alinea’s of zinnen bestaat.

Signaalwoorden helpen de lezer, geven structuur aan de tekst en zorgen voor samenhang tussen alinea’s.
 Welk signaalwoord er gebruikt wordt, ligt aan het soort tekstverband.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Hoe herken je verbanden tussen zinnen?


1. Let op de signaalwoorden als je een tekst leest! De signaalwoorden zeggen: Let op! Er komt nu een verband aan.

2. Lees het stukje tekst goed. Onderstreep signaalwoorden.

3. Bedenk steeds: bij welk verband hoort het signaalwoord. Welk verband kan het zijn?

4. Lees de zinnen in de tekst nog een keer. Bedenk of het verband klopt.

Slide 14 - Diapositive

Als ik op zoek ga naar verbanden in een tekst, dan lees ik de tekst heel
A
globaal
B
langzaam
C
goed
D
snel

Slide 15 - Quiz

Tijdens het lezen let ik op speciale
woorden; dat zijn de

Slide 16 - Question ouverte

Deze woorden geven aan welk verband er bedoeld wordt.
Ik zet een streep onder deze _______________woorden.
A
moeilijke
B
verband
C
signaal
D
goede

Slide 17 - Quiz

En ik bedenk welk
____________________ dat woord
aangeeft.

Slide 18 - Question ouverte

Daarna lees ik de zinnen __________________ ,
om te kijken of ___________________ .

Slide 19 - Question ouverte

Slide 20 - Diapositive

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 21 - Question ouverte

GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS

Slide 22 - Diapositive