Leesvaardigheid

1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

DOEL


- je kunt met behulp van signaalwoorden 

opsommingen, tegenstellingen en voorbeelden

in een tekst herkennen en begrijpen

verbanden en signaalwoorden

Slide 4 - Diapositive

Bekijk tekst 1 op bladzijde 64

Slide 5 - Diapositive

Wat wordt er in de tekst opgesomd?

Slide 6 - Question ouverte

TEKSTVERBANDEN

Zorgen ervoor dat

woorden, zinnen en alinea's

met elkaar samenhangen.

Slide 7 - Diapositive

Hoe herken je verbanden tussen zinnen?


1. Let op de signaalwoorden als je een tekst leest! De signaalwoorden zeggen: Let op! Er komt nu een verband aan.

2. Lees het stukje tekst goed. Onderstreep signaalwoorden.

3. Bedenk steeds: bij welk verband hoort het signaalwoord. Welk verband kan het zijn?

4. Lees de zinnen in de tekst nog een keer. Bedenk of het verband klopt.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Ingewikkeld

of niet?


Verbanden in teksten

Slide 15 - Diapositive

Je logt de laatste 15 minuten van de les weer in 

Slide 16 - Diapositive

Als ik op zoek ga naar verbanden in een tekst, dan lees ik de tekst heel
A
globaal
B
langzaam
C
goed
D
snel

Slide 17 - Quiz

Tijdens het lezen let ik op speciale
woorden; dat zijn de

Slide 18 - Question ouverte

Deze woorden geven aan welk verband er bedoeld wordt.
Ik zet een streep onder deze _______________woorden.
A
moeilijke
B
verband
C
signaal
D
goede

Slide 19 - Quiz

En ik bedenk welk
____________________ dat woord
aangeeft.

Slide 20 - Question ouverte

Daarna lees ik de zinnen __________________ ,
om te kijken of ___________________ .

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Diapositive

GELEERD?


- je kunt met behulp van signaalwoorden 

opsommingen, tegenstellingen en voorbeelden

in een tekst herkennen en begrijpen

verbanden en signaalwoorden

Slide 23 - Diapositive

Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.

Slide 24 - Question ouverte

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed
hebt begrepen.

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive