1.2 - practicum materialen en veiligheid

In een practicumlokaal moet je veilig werken.

Welke van de onderstaande situaties is het meest gevaarlijk?
A
iemand richt de opening van een reageerbuis op de docent
B
iemand houdt een glazen reageerbuis in een hete vlam
C
iemand werkt zonder veiligheidsbril
D
iemand heeft lange haren niet in een staart
1 / 37
suivant
Slide 1: Quiz
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

In een practicumlokaal moet je veilig werken.

Welke van de onderstaande situaties is het meest gevaarlijk?
A
iemand richt de opening van een reageerbuis op de docent
B
iemand houdt een glazen reageerbuis in een hete vlam
C
iemand werkt zonder veiligheidsbril
D
iemand heeft lange haren niet in een staart

Slide 1 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt practicum materiaal herkennen.  
  • Je kunt de toepassing van het practicummateriaal benoemen.
  • Je kunt de veiligheidsregels en veiligheidsmiddelen bij practicum noemen.
  • Je weet hoe je dingen kunt waarnemen. 

Slide 2 - Diapositive

Materialen

Slide 3 - Diapositive

GLASWERK
TRECHTER             MAATCYLINDER               REAGEERBUIS                     BEKERGLAS                     ERLENMEYER

Slide 4 - Diapositive

Materialen

Slide 5 - Diapositive

Wat moet je nog meer kennen?
kroezentang
driepoot
gaasje
reageerbuisklem
spatel
reageerbuisborstel
spuitfles

Slide 6 - Diapositive

Erlenmeyer 
Trechter
Petrischaaltje
Pipet
Maatcilinder
Horlogeglas
Bekerglas
Reageerbuis

Slide 7 - Question de remorquage

Waarom veiligheid!!

Slide 8 - Diapositive

NOODSTOP
In een practicumlokaal  werk je veel met elektrische apparaten maar ook met gas.

Met een NOODSTOP gaat in één keer alle elektriciteit en gas uit! 

Slide 9 - Diapositive

Als je wilt weten of een stof een geur heeft, hoe doe je dat dan?
A
met je neus boven de pot diep inademen
B
een beetje in een buisje schenken en hieraan ruiken met je neus
C
met je hand boven de pot of het buisje wapperen
D
de pot een tijdje open laten staan en kijken of je iets ruikt

Slide 10 - Quiz

uitleg
Als je wilt weten of  een stof een geur heeft, dan wapper je met je hand een beetje van de stof richting je neus. 
Sommige stoffen zijn namelijk schadelijk als je er teveel van inademt.

Slide 11 - Diapositive

SYMBOLEN
ONTVLAMBAAR         CORROSIEF          EXPLOSIEF            IRRITEREND            GIFTIG

Slide 12 - Diapositive

VRAGEN?

Slide 13 - Diapositive

Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder

Slide 14 - Quiz

Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder

Slide 15 - Quiz

Hoe heet dit glaswerk?
A
erlenmeyer
B
trechter
C
reageerbuis
D
maatcylinder

Slide 16 - Quiz

Welk practicum materiaal is dit?
A
Reageerbuisknijper
B
Reageerbuisrek
C
klemmen
D
Statiefvoet

Slide 17 - Quiz

Hoe heet dit onderdeel van de brander?
----->
A
gasregelschroef
B
luchtring

Slide 18 - Quiz

Wat regel je met dit onderdeel van de brander?
--->
A
de grootte van de vlam
B
de hitte van de vlam

Slide 19 - Quiz

Hoe heet de vlam boven nummer 2?
      1             2            3
A
de gele vlam
B
de blauwe of doorzichtige vlam
C
de ruisende vlam (met kern)
D
geen idee

Slide 20 - Quiz

welke vlam gebruik als je even niets hoeft te verhitten?
A
de gele vlam
B
de blauwe vlam
C
de ruisende vlam
D
geen enkele vlam

Slide 21 - Quiz

welke vlam is het heetst?
A
de gele vlam
B
de blauwe vlam
C
de ruisende vlam
D
alle vlammen zijn even heet

Slide 22 - Quiz

Noem 2 veiligheidsregels tijdens het practicum!

Slide 23 - Question ouverte

Als je op de noodstop drukt gaat ook het licht uit in het lokaal.
A
waar
B
niet waar

Slide 24 - Quiz

Als je een gevaarlijke situatie ziet gebeuren aan een machine met een noodstop, wat moet je dan doen?
A
aan de docent vragen of je op de noodstop mag drukken
B
gelijk op de noodstop drukken
C
aan de docent doorgeven dat er een gevaarlijke situatie is
D
niets, gewoon blijven kijken

Slide 25 - Quiz

Herkennen van stoffen
Je herkent een stof aan stofeigenschappen
Hoe specialer de stofeigenschap, hoe beter je de stof ermee herkent
Zo is ijzer bijvoorbeeld magnetisch en andere metalen niet
Brandbaarheid, oplosbaarheid, kookpunt, smeltpunt en dichtheid zijn andere voorbeelden van stofeigenschappen waaraan je een stof kunt herkennen

Slide 26 - Diapositive

Herkennen van stoffen

Waarnemen: Bij de scheikunde doe je waarnemingen door middel van:

  • goed kijken
  • voorzichtig ruiken
  • meten
  • voelen
  • horen

Vaak zorgen we voor een specifieke reactie om de waarneming te kunnen doen. Bij proefjes dus goed opletten!

Slide 27 - Diapositive

Wat zie je hier?
A
een heldere, kleurloze vloeistof
B
lenzenvloeistof
C
water
D
ontsmettingsmiddel

Slide 28 - Quiz

Waarnemen is lastig...
Een goede waarneming beschrijft de stof met je zintuigen (ogen en neus):
- helder of troebel
- kleur (of kleurloos)
- fase
- geur

Slide 29 - Diapositive

oefening in waarnemen
Je gaat zo een filmpje bekijken van een chemische reactie.
Schrijf zoveel mogelijk waarnemingen op.
Noteer in ieder geval:
- hoe ziet de stof er aan het begin uit?
- hoe ziet de stof er aan het eind uit?

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Wat heb je gezien?
beginstof:

de stof die na afloop over bleef:  

andere waarnemingen:

Slide 32 - Diapositive

Wat heb je gezien?
beginstof: oranje, vaste stof
de stof die na afloop over bleef:  zwarte, vaste stof
andere waarnemingen:
vuurverschijnselen
de zwarte stof schoot ook de lucht in, dus er is waarschijnlijk ook een kleurloos gas ontstaan
en misschien heb jij nog wel meer gezien...

Slide 33 - Diapositive

Conclusie
Je hebt vaak meer dan één waarneming of stofeigenschap nodig om te weten welke stof het is. Over een conclusie moet je dus altijd even nadenken.

Slide 34 - Diapositive

waarneming
conclusie
grijze, vaste stof
suiker lost op
er ontstaan gasbelletjes
De vloeistof kookt bij 80°C
het draadje is van koper
In het flesje zit water

Slide 35 - Question de remorquage

stofeigenschap
geen stofeigenschap
volume
massa
dichtheid
smeltpunt
poeder
elastisch
goed oplosbaar in water
temperatuur
fase bij kamertemperatuur
kleur
geur

Slide 36 - Question de remorquage

1.2 - HET PRACTICUMLOKAAL
Je hebt geleerd...:
...dat je soms moet werken werken met speciaal glaswerk
...hoe dit speciale glaswerk heet
...wat een bunsenbrander is en hoe deze werkt
...dat je drie verschillende soorten vlammen kan maken
...welke veiligheidssymbolen er zijn


Slide 37 - Diapositive