3. Brood en spelen

Het Romeinse Rijk


3. Brood en spelen
1 / 55
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 55 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Introduction

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de mensen in en rondom de stad Rome leefden.

Éléments de cette leçon

Het Romeinse Rijk


3. Brood en spelen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet jij eigenlijk
van Rome?

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen op welke manier de mensen in en rondom de stad Rome leefden.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


De Romeinse samenleving


  • Het Romeinse Rijk is een agrarisch-stedelijke samenlevingde meeste mensen leven op het platteland. 
  • De stad Rome rond het jaar 100 n. Chr. ongeveer 1 miljoen mensen.  
  • De verschillen tussen de Romeinen zijn groot: slechts een klein aantal leeft in grote luxe, terwijl de meesten het zwaar hebben.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
De Romeinse samenleving is goed in te delen als een piramide: de mensen bovenaan in de piramide hebben het meest aanzien; de mensen onderaan het minst. 
Proletariërs
Werkloze Romeinen, zonder bezit
Grootgrondbezitters
Rijke Romeinen met een groot landgoed.
Middenstand
Romeinen die een winkel hadden. 
Boeren
Romeinen die een eigen stuk land bezaten en dit zelf bewerkten
Vrijgelatenen
Voormalige slaven
Slaven
Mensen die in bezit waren van andere mensen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Grootgrondbezitters


  • Rijke mensen zijn vaak grootgrondbezitters
  • Meestal wonen ze in villa’s, omdat het in Rome vooral ’s zomers veel te warm, te vol en te vies is. 
  • Alleen voor politiek of voor zaken gaan ze naar de stad. 
  • Op hun landgoed verbouwen slaven graan, druiven en olijven.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Proletariërs

  • Proletariërs zijn arme Romeinen die vrijwel niets hebben. 
  • Soms zijn zij boeren geweest die niet konden concurreren tegen de grote boerderijen. 
  • Komt van proles (kinderen): 'het enige dat zij hebben zijn hun kinderen.' 
  • Toch zijn ze erg belangrijk voor rijke Romeinen
  • Ze mogen namelijk stemmen en kunnen rijke Romeinen machtig maken.
De huizen van proletariërs hadden geen eigen toiletten. Je moest dan naar dit soort openbare toiletten in Rome: gezellig met z'n allen roddelen terwijl je je behoeften doet. Echt schoon was het allemaal niet: uit recent onderzoek werd duidelijk dat het enorme bron van parasieten en infecties.
Privé-toiletten kwamen pas later, en alleen voor mensen die dat konden betalen. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions








Dit is insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.
timer
3:30

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze afbeelding van insula is mooier gemaakt dan het in werkelijkheid was. Noem hiervan een voorbeeld.

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Video
Welkom bij de Romeinen:
Het allereerste riool: Cloaca Maxima 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Slaven


  • Slavernij was bij de Romeinen heel normaal. 
  • Slaaf werd je bijvoorbeeld omdat jouw land was veroverd, of omdat je je schulden niet kon betalen. 
  • Er waren veel slaven in Rome: 
  • Van de miljoen inwoners waren ongeveer 400.000 slaven!
Twee jonge slaven. De linker draagt water en handdoeken; de rechter een mand met bloemen.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





  • Het werk dat slaven deden was heel verschillend: van zwaar werk in de mijnen, tot leraar voor de kinderen van Rijke Romeinen. 
  • Vooral Griekse slaven werden voor dat laatste veel gebruikt.
  • Je kon vaak niet zien of iemand slaaf was. 
  • Sterker nog: sommige slaven waren beter gekleed dan arme, vrije Romeinen!
Twee slavinnen helpen hun meesteres bij het opmaken.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Vrijgelatenen

  • Je kon als slaaf worden vrijgelaten. 
  • Als vrijgelatene ben je nog geen Romeins burger, dat worden je kinderen pas.
  • En op jouw grafsteen zal ook de letter 'L' staan, dat libertus betekent: vrijgelatene. 
  • Meestal stond de naam van je vroegere eigenaar erbij.
Sextus Maelius Stabilio, Vesinia Iucunda, en Sextus Maelius Faustus. Vermoedelijk man en vrouw (dat kun je zien aan het handschudden en de sluier) en hun zoon. Slaven mochten niet trouwens, vandaar dat dit echtpaar op latere leeftijd is getrouwd.

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Vrouwen in Rome


  • Romeinse vrouwen hadden meer rechten dan met vrouwen in bijvoorbeeld Athene. 
  • Vrouwen mochten zich buitenshuis begeven, maar ze bezaten echter geen politieke rechten en konden vaak niet beschikken over hun eigen vermogen.
De Romeinen maakten prachtige mozaïeken. Dit mozaïek is de oudste afbeelding van vrouwen in bikini. Het was de vloer van een Romeinse villa op Sicilië (Italië), gebouwd in de derde eeuw na Christus.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Het Romeinse huwelijk

  • Veel huwelijken zijn privé-afspraken tussen families. 
  • Er waren best wat regels als het gaat om trouwen. 
  • Zo mag een meisje vanaf haar 12e trouwen, en moest ze voor haar 20e levensjaar een kind hebben gekregen.
  • Huwelijken tussen verschillende groepen (zoals bijvoorbeeld met slaven) waren niet toegestaan.


Paquius Proculus en zijn echtgenote (fresco uit Pompeii, 1e eeuw n. Chr.)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Brood en spelen

  • Panem et circenses, oftewel 'brood en spelen'
  • Rijke Romeinen hadden snel in de gaten dat het gewoon volk, plebejers en proletariërs, rustig blijft zolang het maar wat te eten heeft en/of zich niet gaat vervelen.

  • Het volk kreeg dus 'brood' en 'spelen' in het Colosseum.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Video
Welkom bij de Romeinen:
Iedereen krijgt brood en spelen

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions


Badhuizen


  • Rijke Romeinen waren regelmatig in badhuizen (thermen) te vinden. 
  • Niet alleen omdat ze het prettig vonden, maar ook om te vergaderen.
  • In sommige badhuizen zaten complete bibliotheken.

Een Romeins badhuis in Bath (Eng.)

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slaven stoken vuren voor de vloerverwarming en warme ruimten.
Een gezonde geest in een gezond lichaam: de Romeinen vonden sport en hygiëne erg belangrijk.
Er waren gescheiden ruimten voor mannen en vrouwen.
Ook hier weer latrines, de gezamenlijke toiletten.
Baden en ruimten waren er in allerlei temperaturen: van het koude frigidarium tot het snikhete laconium: een soort sauna
Hier bevond zich een gewoon zwembad, zoals je dat tegenwoordig ook kent.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Gladiatoren


  • Hoewel veel gladiatoren slaven zijn (geweest), zijn het echte sterren
  • Een goede gladiator (de naam komt van gladius, het korte zwaard) is daarom duur. 
  • Gevechten op leven en dood komen voor, maar worden als het even kan, voorkomen.

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het ziet er allemaal erg spectaculair uit, maar dit schilderij heeft niet zoveel met de werkelijkheid te maken. Het is een zwaar geromantiseerd beeld uit de 19e eeuw, ongeveer 1500 jaar na de val van het Romeinse Rijk!
Bij veel gevechten was er zelfs een scheidsrechter die keek of het gevecht wel eerlijk verliep.

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Rome

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


De Limes in Nederland


In Nederland is de grens van het Romeinse Rijk de rivier Rijn. Langs deze rivier bouwen de Romeinen forten en wachttorens.

Vanaf de grens kunnen ze de stammen in het noorden van het Rijk in de gaten houden, maar óók handel met ze drijven.
Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 
Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.
Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.
Dit schaalmodel werd vanaf 1933 gemaakt door de archeoloog en architect Italo Gismondi, in opdracht van de Italiaanse dictator Mussolini. Het laat Rome zien zoals het was rond 300 n. Chr.
Gismondi deed er in totaal 37 jaar over om het schaalmodel af te maken.
Om voldoende drinkwater in Rome te hebben, gebruikten de Romeinen aquaducten om water uit de bergen vervoeren (naar grote waterbassins). Dit is het Aqua Claudia.
Het Pantheon was gebouwd als tempel. Tegenwoordig is het één van de meest bezochte toeristische attracties in Rome. Een bijzonder kenmerk van het gebouw is de koepel met een gat (oculus, oog) erin.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Colosseum heet eigenlijk Amphitheatrum Flavium. Het was het grootste amfitheater van het Romeinse Rijk.

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Video
Welkom bij de Romeinen:
Wat is er te doen in het Colosseum?

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Forum Romanum (Romeins marktplein) was het politieke, juridische, religieuze en commerciële centrum van Rome. 

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reconstructie van het Forum Romanum zoals het er tijdens het Romeinse Rijk moet hebben uitgezien.

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het Circus Maximus was een groot stadion in Rome. Het circus werd voornamelijk gebruikt voor de populaire wagenrennen.

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het wagenrennen was levensgevaarlijk. Snelheden van meer dan 70 km/u kwamen voor, en in de smalle bochten was het dringen geblazen. Het publiek vond het prachtig. Overigens ook om met elkaar op de vuist te gaan: als hun renner niet had gewonnen, gingen hooligans met elkaar in gevecht.

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Alle wegen leiden naar Rome

  • In hun hele rijk leggen de Romeinen verharde wegen (via) aan. 
  • Hierdoor kan niet alleen het Romeinse leger snel in alle uithoeken van het rijk zijn, maar ook handel wordt hierdoor makkelijker.

  • En inderdaad: alle wegen leiden écht naar Rome!

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Video
Rome Reborn 2.2:
Een computeranimatie van het Oude Rome

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 40 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Video
Pompeii: The Last Day
Deze video heeft met het leven in de stad Rome niet zoveel te maken, maar door de opgravingen bij Pompeii zijn wij veel te weten gekomen over het dagelijks leven in een Romeinse stad. Het dagelijks leven in de meeste Romeinse steden zal, ongeveer, hetzelfde zijn geweest.
Deze video laat hiervan duidelijk voorbeelden zien, naast gedramatiseerde beelden van de ramp.

Slide 41 - Diapositive


Slide 42 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep steeds 2 onderdelen van de onderste rij naar een afbeelding in de bovenste rij.

Slide 43 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Circus Maximus
Colosseum
aquaduct
keizerlijke paleizen

Slide 44 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon

Slide 45 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit soort wedstrijden kon je bekijken in het:
A
Circus Maximus
B
Colosseum
C
Forum Romanum
D
Pantheon

Slide 46 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie zie je op deze afbeelding vechten?
A
Slaven
B
Gladiatoren
C
Soldaten
D
Goden

Slide 47 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Claudius. Hij is rijk en bezit veel slaven.

Claudius woont in een:

A
villa
B
insula
C
amfitheater

Slide 48 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Julius. Hij is een arme Romein van 41 jaar oud.

Julius woont in een:


A
villa
B
insula
C
amfitheater

Slide 49 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Antonius. Hij was eerst boer, maar hij is naar Rome verhuisd, in de hoop daar werk te vinden.

Antonius woont in een:


A
villa
B
insula
C
amfitheater

Slide 50 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de beste omschrijving van een agrarisch-stedelijke samenleving?

A
Samenleving waarin sommige mensen op het platteland leven en andere mensen in steden.
B
Samenleving waarin de meeste mensen in steden leven en een klein aantal op het platteland.
C
Samenleving waarin de meeste mensen op het platteland leven en een klein aantal in steden.
D
Samenleving waarin agrariërs (boeren) ook in de stad leven.

Slide 51 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In Rome en in andere steden woonden veel arme mensen, zoals de [...1...]. Om deze mensen rustig te houden, werden er in [...2...], zoals het [...3...], regelmatig spelen georganiseerd.

Wat moet er op de nummers staan?
A
1. proletariërs 2. amfitheaters 3. Colosseum
B
1. amfitheaters 2. proletariërs 3. Colosseum
C
1. Colosseum 2. amfitheaters 3. proletariërs
D
1. proletariërs 2. Colosseum 3. amfitheaters

Slide 52 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen uit deze les

  • agrarisch-stedelijke samenleving
  • proletariër
  • insula
  • slaaf
  • vrijgelatene
  • gladiator
  • via

Slide 53 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 54 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 55 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions