4.2 De Romeinse samenleving

4.2 De Romeinse samenleving
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
geschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 6 vidéos.

Éléments de cette leçon

4.2 De Romeinse samenleving

Slide 1 - Diapositive

Vesuvius en de stad Pompeï

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Bloeiende economie

Slide 4 - Diapositive

Er werd veel graan ingevoerd uit Egypte

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive








Dit is insula, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insula waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insula klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.

Slide 10 - Diapositive

Eten afhalen is niet alleen iets van onze tijd!

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Gevolgen van de oorlogen en de veroveringen. 
Latifundia. op het platteland
Groei van de stad Rome, met name door de toename van de proletariërs

Slide 13 - Diapositive


Proletariërs

Proletariërs zijn arme Romeinen die vrijwel niets hebben. Soms zijn zij boeren geweest die niet konden concurreren tegen de grote boerderijen. Het woord komt van proles (kinderen): 'het enige dat zij hebben zijn hun kinderen.' 

Toch zijn ze erg belangrijk voor rijke Romeinen: ze mogen namelijk stemmen en kunnen rijke Romeinen machtig maken.

De huizen van proletariërs hadden geen eigen toiletten. Je moest dan naar dit soort openbare toiletten in Rome: gezellig met z'n allen roddelen terwijl je je behoeften doet. Echt schoon was het allemaal niet: uit recent onderzoek werd duidelijk dat het enorme bron van parasieten en infecties.
Privé-toiletten kwamen pas later, en alleen voor mensen die dat konden betalen. 

Slide 14 - Diapositive


Brood en spelen

Panem et circenses, oftewel 'brood en spelen'. Rijke Romeinen hadden snel in de gaten dat het gewoon volk, plebejers en proletariërs, rustig blijft zolang het maar wat te eten heeft en/of zich niet gaat vervelen.

Het volk kreeg dus 'brood' en 'spelen' in het Colosseum.

Slide 15 - Diapositive

Het ziet er allemaal erg spectaculair uit, maar dit schilderij heeft niet zoveel met de werkelijkheid te maken. Het is een zwaar geromantiseerd beeld uit de 19e eeuw, ongeveer 1500 jaar na de val van het Romeinse Rijk!
Bij veel gevechten was er zelfs een scheidsrechter die keek of het gevecht wel eerlijk verliep.

Slide 16 - Diapositive

Net als bij een modern stadion was (een deel van) de tribune overdekt met zonneschermen (velarium). Soms waren er de hele dag spelen, en dan moet je wel bescherming kunnen zoeken tegen de zon.
Er konden ongeveer 50.000 toeschouwers plaats nemen in het Colosseum.
Vlakbij het Colosseum lagen vier gladiatorenscholen. Eén van deze scholen stond met een ondergrondse gang in verbinding met het Colosseum.
Behalve gladiatorengevechten zijn er bij de opening ook zeeslagen nagespeeld. De arena werd dan gevuld met miljoenen liters water, en schaalmodellen van de schepen speelden de zeeslag dan na.
De loge van de Keizers
In de catacomben onder de arena-vloer wachtten de gladiatoren en de wilde dieren tot ze mogen vechten.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Slide 20 - Vidéo


Slaven


  • De Romeinen bezaten heel veel slaven
  • De slaven verrichten veel werk, zoals werken op latifundia (grote landerijen), in de mijnen of aan het hof van rijke Romeinen
  • De slaven waren van groot belang voor het functioneren van de Romeinse maatschappij

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Slide 23 - Vidéo

Sociale verschillen
1. aanzienlijke families
2. Rijke handelaren
3. gewone Romeinen
4. arme Romeinen
5. slaven

Slide 24 - Diapositive

De laatste koning wordt verjaagd
Rome wordt een Republiek
Caesar wordt dictator voor het leven
Caesar wordt vermoord door senatoren
Burgeroorlogen
Keizer Augustus wordt de eerste Romeinse keizer

Slide 25 - Question de remorquage

Proletariaat
Gladiatoren
Limes
Pax Romana
Pompeï
1 2 3 4 5 
Brood en spelen
Bezitlozen 
Landgrens 
Romeins vrede 
Vulkaan uitbarsting
I II III IV V

Slide 26 - Question de remorquage

Wat betekent proletariër?

A
Zij die enkel kinderen bezitten
B
Zij die geen huis bezitten
C
Zij die geen werk hebben
D
Zij die enkel hun eigen kleren bezitten

Slide 27 - Quiz

"Ave caesar, morituri te salutant"
Wie zeiden dit?
A
De boeren, voor ze naar het land gingen
B
Soldaten, voordat ze de oorlog in gingen
C
Slaven, voordat ze verkocht werden
D
Gladiatoren, voordat ze het gevecht aangingen

Slide 28 - Quiz

Waar staat Spartacus bekend om?
A
Hij was legerleider in Sparta.
B
Hij vermoorde een wilde leeuw in de arena.
C
Hij was leider van een gladiator opstand.
D
Hij was de enige gladiator die geld kreeg.

Slide 29 - Quiz

Hoe werd je een slaaf?
A
Als krijgsgevangene tewerkgesteld worden.
B
Vrijwillig aangeven om slaaf te worden.
C
Je werd uitgekozen.
D
Als je fysiek slap was.

Slide 30 - Quiz

Hoe noemen we mensen die niks bezitten alleen kinderen?
A
Slaaf
B
Proletariaat
C
Gladiator
D
Soldaat

Slide 31 - Quiz

Welk antwoord is goed over de Romeinse economie
A
Door de slechte wegen in het Romeinse rijk was er geen handel
B
Geld werd alleen in Rome gebruikt omdat daar de Keizer verbleef
C
De groeiende nijverheid en landbouw zorgde voor meer handel in het Romeinse rijk
D
De pax Romana was nadelig voor de Romeinse economie

Slide 32 - Quiz

Wat waren de 'brood en spelen'
A
Gratis voedsel voor alle armen in de stad
B
Middel om de bevolking rustig te houden
C
Gladiatoren die vochten voor een vrouw
D
Training voor Romeinse soldaten voordat ze oorlog gingen voeren

Slide 33 - Quiz

Slide 34 - Vidéo