Hoofdstuk 2: De Gouden Eeuw: Orientatie....Goud? of toch niet?
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.
La durée de la leçon est: 120 min
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 2: De Gouden Eeuw: Orientatie....Goud? of toch niet?
Slide 1 - Diapositive
Hoofdstuk 2: De Gouden Eeuw: Orientatie....Goud? of toch niet?
1600-1700 Tijd van regenten en vorsten
Slide 2 - Diapositive
Wat vind jij?Moet de term "gouden eew" vervangen worden door 17de eeuw?
Bekijk eerst de volgende fragmenten.
Schrijf daarna zowel argumenten voor als tegen op
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Slide 5 - Vidéo
Wat vind jij?Moet de term "gouden eew" vervangen worden door 17de eeuw?
Schrijf zowel argumenten voor als tegen op
Slide 6 - Diapositive
Argumenten voor afschaffing van de term
Slide 7 - Carte mentale
Argumenten tegen afschaffing van de term
Slide 8 - Carte mentale
2.1 De handel in de Republiek groeit
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Vidéo
Handelen
Rond 1600 waren veel Hollandse en Zeeuwse steden rijke en belangrijke handelssteden geworden.
Kooplui uit die steden kochten en verkochten producten in heel Europa. Hoe was dat zo gekomen?
Slide 11 - Diapositive
Daarvoor moeten we terug naar de middeleeuwen. Misschien weet je nog dat er in de Middeleeuwen verschillende steden samen gingen handelen. Zij sloten een verbond: de Hanze.
Slide 12 - Diapositive
1585 De val van Antwerpen
In de Nederlanden (nog onderdeel van Spanje) is Antwerpen de belangrijkste handelsstad. Maar na 1585 wordt dat Amsterdam.
Slide 13 - Diapositive
Oorzaken groeiende handel
Oostzeevaart: met deze handel (graan, hout, vlas) verdienden de Hollanders zo veel geld, dat deze handelsroute 'moedernegotie' werd genoemd.
--> Dat betekent: de belangrijkste handel van alle handel. Door deze handel groeide ook de nijverheid (werk) in Nederland.
Slide 14 - Diapositive
Door deze handel moest Amsterdam uitbreiden, de stad werd te klein voor de groeiende handel.
Slide 15 - Diapositive
Amsterdam=
stapelmarkt
In Amsterdam, en andere handelssteden, staan pakhuizen. Daarin worden de producten opgeslagen. Later werden deze producten ook nog bewerkt voor ze weer verkocht werden.
Slide 16 - Diapositive
Nijverheid
De producten worden in Nederland bewerkt. De nijverheid in Nederland profiteert hiervan. Van laken (de stof) maken ze kleding etc.
Slide 17 - Diapositive
De handel staat centraal
Kooplui probeerden zo veel mogelijk geld te verdienen met de handel. Deze vorm van economie= handelskapitalisme. Hierbij draait het om het maken van winst!
De winst investeren de kooplui in nieuwe schepen, producten of nieuwe vaarroutes.
Slide 18 - Diapositive
Op de koopmansbeurs
Op de beurs verhandelden de kooplieden hun waar en kochten ze ook nieuw waar van andere handelaren.
Slide 19 - Diapositive
Welk begrip hoort bij deze betekenis: "Plaats waar ingekochte producten worden opgeslagen om vanwaaruit weer te worden verhandeld"
A
Oostzeegebied
B
Handelskapitalisme
C
Beurs
D
Stapelmarkt
Slide 20 - Quiz
Een schip dat vanuit Amsterdam naar de landen rond de Oostzee vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout
Slide 21 - Quiz
Een schip dat vanuit de landen rond de Oostzee naar Amsterdam vaart, is geladen met:
A
kaas, textiel en vis
B
wijn en olie
C
specerijen
D
graan en hout
Slide 22 - Quiz
Hoe werd Nederland tijdens de 17de eeuw genoemd?
A
De gouden eeuw
B
Holland
C
De Nederlanden
D
De Republiek
Slide 23 - Quiz
Over welke gewesten gaat deze paragraaf ?
A
Zeeland en Holland
B
Noord en zuid-holland
C
Utrecht en Holland
D
Alle 7 gewesten van de Republiek
Slide 24 - Quiz
Laatste vraag.............. Welk woord past bij deze afbeelding?