Herhaling 4 pruiken en revoluties

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

tijd van Pruiken en Revoluties

Deze Les:

- Herhalen hoofdstuk 4

- Spotprenten

- Leren voor de Toets

van wanneer tot wanneer is de tijd van pruiken en revoluties?

1. 1600-1700
2. 1500-1600
3. 1700-1800
4. 1600-1800

welk begrip word omschreven: De mensen leefden nog in 3 standen, de koningen waren de absolute heersers

1. absolutisme
2. ancien Regime
3. de Terreur
4. verlichting

welke verlichtingsfilosoof schreef de trias politica, de scheiding der machten?

1. Locke
2. voltaire
3. Rousseau
4. Montesquieu

Wat betekent absolutisme

Hoe zorgt Lodewijk XIV dat hij een absolute koning blijft?

waar komt de verlichting uit voort?

1. Wetenschappelijke revolutie
2. slavernij
3. de Franse Revolutie
4. De handel met Amerika

Wat is de verlichting, omschrijf het in je eigen woorden.

leg uit hoe de inwoners in Frankrijk leven voor de revolutie

Wat is de reden voor de Franse revolutie

1. Hoge belastingen
2. Hongersnoden
3. Staatschuld en oorlogen
4. 3e stand geen inspraak in bestuur

met de bestorming van dit gebouw begon de Franse revolutie

1. Notre Dame
2. Louvre
3. Versailles
4. Bastille

wie is de leider van de terreur

1. Robespierre
2. Colbert
3. Jacobijn
4. Rousseau

Wat houd de Terreur in?

Hoe kon Napoleon de macht grijpen in Frankrijk

Wat is de voornaam van Koning Napoleon van Nederland?

Leg uit hoe Napoleon veel veldslagen kon winnen en het Franse volk tevreden hield?

Spotprenten

1. omschrijf wat je ziet, zonder een oordeel te geven.

2. wat zie je op de bron: Personen, symbolen, gebouwen, kleding, dieren, teksten, achtergrond.

3. Welk doel heeft de maker van de bron.

1. Omschrijf wat je ziet op de bron

3. Wat is het doel van de bron?

Leren voor de toets

Begrippenlijst Hoofdstuk 4

Alle PowerPoints 4.1 t/m 4.5

   met daarin de: 

- Genoemde personen

- Belangrijke jaartallen

- historische gebeurtenissen

als je verder nog vragen hebt over de test dan kun je ze hier stellen.