Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Welk energiediagram hoort bij een exotherme reactie?
A
B
Slide 2 - Quiz
Wat is het hoogste energieniveau in een energiediagram van een endotherme reactie?
A
beginstoffen
B
reactieproducten
C
geactiveerde toestand
D
dat hangt van de reactie af
Slide 3 - Quiz
Verdampen van alcohol.
A
exotherm
B
endotherm
C
Geen idee
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
Zoek de vormingswarmte op voor MgO
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
volgende stap is uitrekenen Delta E is.....
A
-26,3*10^5 Joule
B
-9,82*10^5 Joule
C
+26,3*10^5 Joule
D
9,82*10^5 Joule
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
huiswerk is paragraaf 4,5
zijn er vragen over de lesstof op dit moment?
toets is 90 min hoofdstuk 3 en 4 t/m paragraaf 5
Slide 12 - Diapositive
les woensdag
scheikunde leren is doen.
Vandaag leren we samen
Slide 13 - Diapositive
Wat betekent 0,15 M?
A
0,15 meter
B
0,15 g/mol
C
0,15 mol
D
0,15 mol/L
Slide 14 - Quiz
Je lost 0,034 mol Na2SO4 op in 1,500 liter water. Bereken [ Na+ ].
Slide 15 - Question ouverte
C2H6 --> 2C + 3H2
Bereken de atoomeconomie voor waterstof
A
100%
B
60%
C
10%
D
20,1%
Slide 16 - Quiz
Slide 17 - Diapositive
In 100 g tonijn zit 2,0 microgram vitamine B12. Bereken de hoeveelheid vitamine B12 in tonijn in massa-ppm
A
0,020
B
20
C
0,0000020
D
0,00020
Slide 18 - Quiz
Wat is de E-factor van een proces met een atoomeconomie van 50% en een rendement van 50%?
A
50
B
99
C
25
D
3
Slide 19 - Quiz
Slide 20 - Diapositive
We hebben 0,034M K2S oplossing. Hoeveel mmol S2-zit er in 20mL
A
0,034 mmol
B
0,064 mmol
C
0,68 mmol
D
1,36 mmol
Slide 21 - Quiz
Hoeveel mol bevindt zich (T = 273 K, p = po) in 6,98 m3 ammoniak ( NH3)?
A
171 mol
B
316 mol
C
285 mol
D
156 mol
Slide 22 - Quiz
Hoeveel mol zich bevindt (T = 298 K, p = po) in
6,98 m3 ammoniak ( NH3)?
dichtheid 0,77 kg/m3
Slide 23 - Diapositive
De maximale aanvaardbare hoeveelheid koolstofmono-oxide in lucht is 25 V-ppm. Hoeveel ml koolstofmono-oxide mag er maximaal in een ruimte van 7,0 L zijn?
Slide 24 - Question ouverte
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Question ouverte
Slide 27 - Diapositive
Welke functie heeft bruinsteen?
Slide 28 - Question ouverte
Volgens het botsende-deeltjes model gaan bij het verhogen van de concentratie de deeltjes: I Vaker botsen II Harder botsen Wat is juist?
A
alleen I
B
alleen II
C
I en II
D
geen van beide
Slide 29 - Quiz
In welke tabel vind je de uitgangspunten van de groene chemie?
A
45A
B
67H
C
55D
D
97F
Slide 30 - Quiz
Gebruik de principes van de groene chemie, Binas tabel 97F. Geef aan bij welk(e) principe(s) de volgende stelling hoort:
Het gebruiken van het afval van suikerriet om een kunststof te maken.
A
principe 1
B
principe 5
C
principe 3
D
principe 7
Slide 31 - Quiz
Aan welke Groene Principe voldoet het volgende proces: Het ontwikkelen van biologische afbreekbare plastic zakjes
A
Principe 2
B
Principe 6
C
Principe 7
D
Principe 10
Slide 32 - Quiz
Voor een bepaalde reactie geldt dat de atoomeconomie overeenkomt met 80% en een rendement van 60%. Bereken de E-factor
A
1,08
B
0,33
C
0,67
D
99
Slide 33 - Quiz
Bereken atoomeconomie voor chloor in de volgende reactie:
2AgCl→Cl2+2Ag
A
70,9%
B
50%
C
24,7%
D
Ik weet niet hoe
Slide 34 - Quiz
Van welke reactie is de reactie-energie gelijk aan de vormingswarmte?