1 vmbo vanaf week 16

Plant & dier - MN
1 vmbo
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Plant & dier - MN
1 vmbo

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
1. Planning + Leerdoelen doornemen
2. Terugblik vorige les + HW bespreken
3. Uitleg tk en pk 8
4. Aan de slag
4. Afsluiting















Slide 2 - Diapositive

Planning + Leerdoelen

Slide 3 - Diapositive

Terugblik vorige les

Slide 4 - Diapositive

Kruis de kenmerken aan van planten in een natte omgeving.
A
Kleine bladeren
B
Grote bladeren
C
Weinig wortels
D
Veel wortels

Slide 5 - Quiz

De huidmondjes van planten in een natte omgeving zullen vooral ...
A
open staan
B
dicht zijn

Slide 6 - Quiz

Benoem minimaal 2 manieren van een plant, zodat vijanden uit de buurt blijven.

Slide 7 - Question ouverte

Je ziet hier een gorilla in zijn/haar leefgebied. Geef de biotische en abiotische factoren in het gebied aan.
Biotische factoren
Abiotische factoren
Tropische temperatuur
Planten
Water
Gorilla
Bladeren
Wind

Slide 8 - Question de remorquage

Welk dier leeft er in de hitte?
A
Links
B
Rechts

Slide 9 - Quiz

HW check

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

Leerdoelen Week 16
  • Je benoemt het proces van de evolutie en wat Charles Darwin en fossielen daarmee te maken hebben.
  • Je beschrijft waarom natuurlijke selectie een belangrijke factor is in de evolutie en hoe een nieuwe soort ontstaat.
  • Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben.
  • Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  • Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  • Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan.





Slide 12 - Diapositive

Evolutie
Evolutie is het langzame proces waarbij soorten onder invloed van natuurlijke selectie en geholpen door mutaties uit elkaar kunnen ontstaan.

Slide 13 - Diapositive

Iedereen gelooft en vindt iets anders...
Iedereen heeft zo zijn/haar eigen ideen over het ontstaan van alle dieren en mensen op aarde.  Biologen gaan uit van Evolutie
Wat dat is? Gaan we vandaag behandelen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

Evolutie
Evolutie is het proces waarbij soorten ontstaan uit elkaar, alle soorten hebben één gemeenschappelijke voorouder.

Slide 16 - Diapositive

Darwin
  • Britse Wetenschapper
  • Grondlegger evolutietheorie
  • In die tijd was de kerk erg machtig, iedereen geloofde dat god de aarde had geschapen
  • Ontdekkingsreizen (Vinken)

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Natuurlijke selectie
Bij natuurlijke selectie gaat het om welk organisme het beste is aangepast aan zijn/haar omgeving. De best aangepaste organismen krijgen meer nakomelingen dan organismen met minder gunstige aanpassingen. 

Slide 19 - Diapositive


Snavel is aangepast op de omgeving.

Slide 20 - Diapositive

Nieuwe soorten

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Hoe is dit dier aangepast aan de omgeving?

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Aan de slag


Maken week 16:
  • Theoriekaart 7 (lessonUp)
  • Praktijkkaart 8 (alleen het theoriegedeelte, dus lezen + LessonUp vragen)

timer
10:00
Volgende les:
- Fantasiedier tekenen 
- Alle leerstof herhalen
Huiswerk volgende les:
Tk. 1 t/m 7
PK. 1 t/m 8 
HWK. 1 t/m 4

Slide 27 - Diapositive

Huiswerk
Week 16:
  • Maken theoriekaart 7
  • Maken praktijkkaart 8
    (theorie lezen + lessonup)

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Lien

Leerdoelen behaald?
  • Je benoemt het proces van de evolutie en wat Charles Darwin en fossielen daarmee te maken hebben.
  • Je beschrijft waarom natuurlijke selectie een belangrijke factor is in de evolutie en hoe een nieuwe soort ontstaat.
  • Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben.
  • Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  • Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  • Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan.












Slide 30 - Diapositive

Veel plezier vandaag en tot volgende keer!
Tot de volgende keer!

Slide 31 - Diapositive

Plant & dier
1 havo

Slide 32 - Diapositive

Regels online les
  • In Magister staat bij huiswerk aangegeven waar de link voor de les te vinden is (meestal zal dit Classroom zijn).
  • De leerlingen zijn de hele les zichtbaar aanwezig
  • De leerlingen volgen de lessen aan een bureau of tafel (dus niet vanuit bed) 
  • De leerlingen hebben hun camera aan en microfoon uit
  • De leerlingen stellen vragen via de chat

Slide 33 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?

1. Terugblikken
2. Aan de slag met praktijkkaart 8 (fantasiedier)
3. Afsluiting















Slide 34 - Diapositive

Leerdoelen 
  • Je benoemt het proces van de evolutie en wat Charles Darwin en fossielen daarmee te maken hebben.
  • Je beschrijft waarom natuurlijke selectie een belangrijke factor is in de evolutie en hoe een nieuwe soort ontstaat.
  • Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben.
  • Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  • Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  • Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan.

Slide 35 - Diapositive

Mijn kiezen zijn puntig, zodat ik goed mijn prooi kan verscheuren.
A
Omnivoor
B
Carnivoor
C
Herbivoor

Slide 36 - Quiz

Ik ben een onwijs goede sprinter. Ik ben beter in de korte afstanden, dan in de lange afstanden.
A
Zoolganger
B
Teenganger
C
Topganger

Slide 37 - Quiz

Ik moet heel snel kunnen zwemmen, welke vorm past er het beste bij mij?
A
B

Slide 38 - Quiz

Slide 39 - Diapositive

Aan de slag
Maken week 16:
  • Praktijkkaart 8 (fantasiedier tekenen)

Gebruik bij het maken van het fantasiedier de theorie uit praktijkkaart 8

timer
20:00

Slide 40 - Diapositive

Maak een screenshot/foto van jouw fantasiedier en zet het hieronder neer.

Slide 41 - Question ouverte

Leerdoelen behaald?
  • Je benoemt het proces van de evolutie en wat Charles Darwin en fossielen daarmee te maken hebben.
  • Je beschrijft waarom natuurlijke selectie een belangrijke factor is in de evolutie en hoe een nieuwe soort ontstaat.
  • Je benoemt het verschil tussen omnivoren, herbivoren en carnivoren en geeft daarbij aan welke soort kiezen deze groepen dieren hebben.
  • Je benoemt hoe de vorm van het lichaam is aangepast aan de functie.
  • Je verklaart waarom poten van een dier zijn aangepast aan de omgeving waarin een dier leeft en gebruikt hierbij de begrippen; topganger, teenganger en zoolganger.
  • Je verklaart het verschil tussen warm- en koudbloedige dieren en hun aanpassingen die hiermee gepaard gaan.












Slide 42 - Diapositive

Huiswerk
Week 16:
  • Maken theoriekaart 8
  • Maken praktijkkaart 8
  • Huiswerkkaart 5

Slide 43 - Diapositive

Veel plezier vandaag en tot volgende keer!
Tot de volgende keer!

Slide 44 - Diapositive