Les 7 december 2E online

Welkom
  • Zit je telefoon in de tas?
  • Zit je jas in je kluisje?
  • Zijn je oortjes uit?
  • Pak dan je boek,
  • zet je tas op de grond en
  • wees stil als ik mijn hand opsteek.

1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Welkom
  • Zit je telefoon in de tas?
  • Zit je jas in je kluisje?
  • Zijn je oortjes uit?
  • Pak dan je boek,
  • zet je tas op de grond en
  • wees stil als ik mijn hand opsteek.

Slide 1 - Diapositive

timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?
3.5 spelling, blz. 119
  • Huiswerk nakijken
  • Voltooid deelwoord
  • Onvoltooid deelwoord
  • Leestekens 2


Slide 3 - Diapositive

Huiswerk, opdr 1.1
1a. Gierend van het lachen kwamen de scholieren
aangesneld.
  b. gierend = tegenwoordig deelwoord
      kwamen = persoonsvorm
      aangesneld = voltooid deelwoord


Slide 4 - Diapositive

Huiswerk, opdr 1.2

Slide 5 - Diapositive

Huiswerk, opdr. 4
a) meegereisd
b) gevolgd
c) ontwikkeld, geleerd, bestuurd
d) gearriveerd, verteld, beleefd
e) versterkt, vergroot, genoten

Slide 6 - Diapositive

Huiswerk, opdr. 5
a) Terwijl zij gierden…
Terwijl zij huilden…
b) zich storend, aarzelend, verlangend, variërend, werkend


Slide 7 - Diapositive

Vragen over voltooid en tegenwoordig deelwoord?
?

Slide 8 - Diapositive

Leestekens 2, blz. 121
1. Trema
a) Als je in een woord twee of drie opeenvolgende klinkers niet als één klank mag lezen, dan zet je op de tweede klinker vaak een trema:
 
poëzie – naïef – ruïne - reünie - vacuüm - beïnvloeden

Slide 9 - Diapositive

Leestekens 2, blz. 121
1. Trema
b) Zelfstandig naamwoorden die eindigen op -ee, krijgen er in het meervoud soms ën bij.
      Zonder trema is het moeilijk uit te spreken: Twee - Tweeen.
Het trema geeft aan dat een nieuwe klankgroep begint.

twee - tweeën, wee – weeën, zee – zeeën, idee - ideeën, frisbee - frisbeeën, slee - sleeën

Slide 10 - Diapositive

Leestekens 2, blz. 121
1. Trema
c) Zelfstandig naamwoorden die eindigen op -ie:

Valt de klemtoon wel op ie, dan komt er soms ën bij.
Valt de klemtoon niet op ie, dan komt er een n bij.


Met klemtoon: knieën, kopieën, categorieën   
Zonder klemtoon: poriën, bacteriën, koloniën

Slide 11 - Diapositive

Leestekens 2, blz. 121
2. Apostrof
  • Bij woorden waarin iets is weggelaten:
's middags (des middags), m’n (mijn),’t (het)
  • Bij bezit:
Europa’s, Enschede’s, Remi’s, San Francisco’s, Peru’s, Lidy’s, Dennis' rugzak, Max' fiets,
  • Na cijfers, afkortingen en afleidingen:
A4’tje, cao’s, jury'tje, vmbo'er, mp3'tje

Slide 12 - Diapositive

Leestekens 2, blz. 121
3. Accent
  • Accent aigu: streepje naar rechts:
    Café, Rosé, Cliché, Paté, Decolleté
  • Accent grave: streepje naar links (achterover)
    Ampère, Caissière, Première, Barrière, Crème
  • Accent circonflexe: dakje
    Crêpe, Maîtresse, Gêne, Crème fraîche, Enquête


Slide 13 - Diapositive

Huiswerk
3.5 spelling, blz. 121
  • Leren: leestekens 2, blz. 121 + dicteewoorden, blz. 122
  • Maken: opdracht 8, 9


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

3.5 Spelling, voltooid deelwoord
het gebeurde --> je hoort 'd'

  • Elk werkwoord heeft maar één voltooid deelwoord, dat je altijd op dezelfde manier spelt.

  • Voltooid wil zeggen: het is gedaan, afgerond, het ligt achter je.

Voorbeelden: gebeld, gebeurd

Slide 16 - Diapositive

Onvoltooid deelwoord (tegenwoordig deelwoord)

Onvoltooid wil zeggen: het is nog aan de gang.

  • Het onvoltooid deelwoord krijg je door het hele werkwoord +d te nemen:
Infinitief: joelen juichen schreeuwen zoenen fietsen
Onvoltooid deelwoord: joelend juichend schreeuwend zoenend fietsend

Slide 17 - Diapositive