Hoofdstuk 3 herhalingles

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3: De bank en jouw geld

HERHALING

Leerdoelen

2. HERHALING HOOFDSTUK 3

Wie is de verzekeraar?

1. De verzekeringsmaatschappij
2. Degene die zich verzekert

1: Of je je moet verzekeren, hangt af van de waarde en de kans op schade.
2: Een polis is het schriftelijke/digitale bewijs dat je verzekerd bent.
Welke stelling(en) zijn juist/onjuist.

1. 1 is juist, 2 is onjuist
2. 1 is onjuist, 2 is juist
3. Beide zijn juist
4. Beide zijn onjuist

Thea sluit een doorlopende reisverzekering af. De jaarpremie is € 37, de poliskosten zijn € 5,25. De assurantiebelasting is 21%.
Bereken de verzekeringskosten.

Het eigen risico is:

1. dat deel wat je zelf moet betalen bij schade
2. dat deel wat je vergoed krijgt bij schade

Directe ruil is:

1. geld tegen een product ruilen
2. een product tegen geld ruilen
3. geld tegen geld ruilen
4. een product tegen een product ruilen

Noem de drie functies van geld.

Functies van geld

ruilmiddel

spaarmiddel

rekenmiddel

Jetske heeft op 16 maart een tegoed op haar bankrekening van € 138. Op 17 maart ontvangt ze € 389 op haar bankrekening. Op dezelfde dag betaalt ze € 647 met haar pinpas. Bereken het tekort/tegoed.

Noem 4 manieren
van elektronisch betalen.

het bedrag wat je op je bankrekening hebt staan, noem je

1. premie
2. deposito
3. polis
4. saldo

Spaarmotieven

Doel

Voorzorg

Rente

Spaardeposito

Spaarrekening

Eigenschappen spaarrekening en spaardeposito

	Spaarrekening	Spaardeposito
spaargeld	vrij opneembaar	staat vast (boete bij eerder opnemen)
rente	variabel	vast
rentepercentage	lager dan bij deposito	hoger dan bij spaarrekening

Bereken de enkelvoudige rente na 2 jaar sparen:
€1000 op de rekening tegen 2% rente.

1. € 40,00
2. € 120,00
3. € 60,00
4. € 100,00

Ik heb € 1.500 op de bank. Ik krijg 0,45% rente. Bereken hoeveel rente ik heb ontvangen na 9 maanden.

1. € 5,06
2. € 6,75
3. € 5,76
4. € 7,75

Tess leent € 4.000 en betaalt terug in 24 maandtermijnen van € 184. Bereken de kredietkosten die Tess betaalt.

Kredietvormen

Als je je spaargeld binnenkort nodig hebt, kun je het beste een spaardeposito nemen.

1. Juist
2. Onjuist

Hoe noem je een consumptief krediet waarbij je de afgeloste bedragen opnieuw mag lenen tot een afgesproken kredietlimiet?

1. Persoonlijke lening
2. Salariskrediet
3. Hypothecaire lening
4. Doorlopend krediet

Hoe noem je een consumptief krediet dat je afsluit voor de aankoop van een huis?

1. Persoonlijke lening
2. Salariskrediet
3. Hypothecaire lening
4. Doorlopend krediet

Een directe ruil is een ruil d.m.v. geld.

1. Juist
2. Onjuist

een onzeker voorval is

1. als je een ongeluk krijgt
2. als je je spullen kapot maakt
3. als er een brand is
4. als je spullen gestolen worden

wat krijg je van de bank, omdat je daar je spaargeld neerzet?

1. saldo
2. rente
3. premie
4. krediet