BK3 Hoofdstuk 3: De bank en jouw geld

• Economie
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Hoofdstuk 3: De bank en jouw geld

Noem de drie functies van geld.

Lex rekent in een winkel contactloos € 20 af. Wat is hiervan het gevolg voor
zijn hoeveelheid chartaal geld & giraal geld?

1. De hoeveelheid chartaal geld van Lex stijgt.
2. De hoeveelheid giraal geld van Lex stijgt.
3. De hoeveelheid chartaal geld van Lex daalt.
4. De hoeveelheid giraal geld van Lex daalt.

Elektronisch betalen kan alleen met je pinpas bij een betaalautomaat.

1. Juist
2. Onjuist

Geld op je spaarrekening is giraal geld.

1. Juist
2. Onjuist

Bij het gebruik van een creditcard betaal je rente over het voorgeschoten bedrag als je het over langere tijd terugbetaalt.

1. Juist
2. Onjuist

Rente op spaargeld is hoger dan de rente die je betaalt over geleend geld.

1. Juist
2. Onjuist

Een variabele rente op een spaarrekening kan veranderen.

1. Juist
2. Onjuist

Als de spaarrente lager is dan de inflatie, dan wordt je spaargeld meer waard.

1. Juist
2. Onjuist

Als je je spaargeld binnenkort nodig hebt, kun je het beste een spaardeposito nemen.

1. Juist
2. Onjuist

Hoe noem je een consumptief krediet waarbij je de afgeloste bedragen opnieuw mag lenen tot een afgesproken kredietlimiet?

1. Persoonlijke lening
2. Salariskrediet
3. Hypothecaire lening
4. Doorlopend krediet

Hoe noem je een consumptief krediet dat je afsluit voor de aankoop van een huis?

1. Persoonlijke lening
2. Salariskrediet
3. Hypothecaire lening
4. Doorlopend krediet

Hoe noem je een consumptief krediet waarbij je net zoveel rood mag staan als je verdiend op je betaalrekening ?

1. Persoonlijke lening
2. Salariskrediet
3. Hypothecaire lening
4. Doorlopend krediet

Een directe ruil is een ruil d.m.v. geld.

1. Juist
2. Onjuist

Waarom het onverstandig is om een lening af te sluiten voor een vakantie?