Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Oefenvragen H7
Slide 1 - Diapositive
In de 19e eeuws Italiaanse opera ontstaat het verisme. Wat wil het verisme tonen? (Sophia)
Slide 2 - Question ouverte
Waarom worden er in de 19e eeuw zoveel extra theater gebouwen bijgebouwd?
Slide 3 - Question ouverte
Waar haalt de kunstenaar in de 19e eeuw zijn opdrachten vandaan?
Slide 4 - Question ouverte
In theather: Wat is de vierde wand? (Sophia)
Slide 5 - Question ouverte
Wat is de wereld tentoonstelling? (Rosie)
Slide 6 - Question ouverte
Na hoeveel jaar zou de Eiffeltoren eigenlijk worden afgebroken? (Rosie)
Slide 7 - Question ouverte
Geef twee kenmerken van de Japanse prentkunst die terug te zien is in het boottochtje van Mary Cassatt? (Michaëla)
Slide 8 - Question ouverte
Wat is het Japonisme? (Michaëla)
Slide 9 - Question ouverte
In de romantiek: Wat betekent “het sublieme” ? (Wout)
Slide 10 - Question ouverte
In de romantiek: Wat is programmamuziek? (Wout)
Slide 11 - Question ouverte
Naar wie is het dagguereotype vernoemt? (River)
Slide 12 - Question ouverte
Slide 13 - Question ouverte
Geef een beeldend element waaraan je kunt zien dat deze foto een vroege foto is? (River)
Slide 14 - Question ouverte
Slide 15 - Diapositive
Waarom zorgt dit schilderij voor ophef? Geef twee reden. (Edouard Manet, Olympia) (Alexia)
Slide 16 - Question ouverte
In beide schilderijen is de banjo een belangrijk voorwerp. Echter zijn de doelen heel verschillend. Wat is van beide schilderijen het doel? (Henry Ossawa Tanner, The banjo lesson) & (minstrel show schilderij) (Alexia)
Slide 17 - Question ouverte
Wat wordt er bedoeld met absolute muziek?
Slide 18 - Question ouverte
Waar wordt het romantische ballet voornamelijk populair? (Janneau)